Cinedix #16

INTO GREAT SILENCE

Geïnspireerd door The Future Dictionary of America van Dave Eggers, Jonathan Safran Foer en Nicole Krauss vroeg de Filmkrant-redactie in januari 2005 aan filmliefhebbers Paul Kempers en Erik Noomen om voor de tweede Filmdagkrant in Rotterdam een dagelijks modern filmlexicon te schrijven onder de noemer Cinedix. Dat vond daarna al snel zijn weg naar de maandelijkse Filmkrant. Deze maand sluit de Z toepasselijk de laatste aflevering van Kempers’ Film-ABC af. Maar eerst de A waar het allemaal mee begon en twee highlights met de F van…

Acteurstheorie, Zuid-Amerikaanse
Volstrekt associatief ontwikkelde filmtheorie die dicteert dat gevoel boven verstand gaat. Tot de aanhangers van deze opvatting behoren onder andere de Chileen Alejandro Jodorowsky, de Argentijn Pablo Trapero en de Mexicaan Arturo Ripstein. Kenmerkend voor de Zuid-Amerikaanse spelopvatting is een ontspannen benadering van het acteursvak, die haaks staat op de door Lee Straberg gepropageerde ‘method’. Ging Robert De Niro in Raging Bull voor zijn vertolking van Jake LaMotta op zoek naar de vetrolbokser in zichzelf (“acteren doet pijn”), de Zuid-Amerikaan benadert de zaken vanuit hangmatperspectief. Het scenario is teruggebracht tot een zgn. ‘horizontale vertelling’, waarbij de rum-aangedreven cast en crew ieder gevoel voor logica overboord gooit en de draaidagen ruggelings doorbrengt op het metafysische ritme van Astor Piazolla’s achterstevoren gedraaide tangoplaten.
Zie ook: Pablo Castaneda, cinema mañana, relaxtoeslag.

Filmjournalist
Tweedehands verslaggever van andermans fantasie. Zaalmarmot met lichtgevend gouden pennetje. Gesjeesde student met lachwekkend vertrouwen in eigen oordeel. Verspreider van goede smaak. Luis in de pels. Publieksopvoeder. Ongeneeslijke aficionado, monter interviewer, essayist en roddelchroniqueur: talrijk zijn de epitheta voor de nijvere inktkoelies van de filmpers. Over één ding is men het eens: de filmjournalistiek kent toppen en dalen. Top zijn festivalverslaggeving en filmhistorische documentaires, dal de massale junketinterviews. Meest begeerde positie is die van filmrubriekpresentator in de traditie van Bob Bouma (Voor een briefkaart op de eerste rang), Jo Röpcke en de legendarische Barry Norman (BBC Film). Laatstgenoemde formuleerde zijn kijk op het filmbedrijf als volgt: “Naar mijn mening is zeventig procent van alles films op te delen op een schaal van ’te tolereren’ tot ‘verachtelijk’. Van de resterende dertig procent zijn de meeste goed, sommige zeer goed en een of twee zijn goud waard. Toch dient men iedere nieuwe film optimistisch tegemoet te treden.” Ipse dixit.

Toekomst, cinema van de
Waarheen zal de cinema ons brengen? Of: waarheen brengen wij de cinema? De vraag weerklinkt jaarlijks in de vele talkshows die het IFFR rijk is en staat garant voor taaie nachtelijke vervolggesprekken in de cinefiele poedellounge. Wie de vraag naar de cinema van de toekomst stelt, legt immers een enorme last op de schouders van zijn gesprekspartner, van wie bezwerende, profetische antwoorden worden verwacht. Menig monosyllabische Japanse regisseur is al onder de druk bezweken en ook character driven Filmfonds-bobo’s kwamen niet ongeschonden uit de strijd. Uitzondering vormen de acteurs; zij spreken vrijuit over hun angst om in de toekomst van de interactieve vierde dimensie digitaal weggekloond te worden. Thom Hoffman: “In de nabije toekomst hoeven ze van een acteur maar één keer een opname te maken. Daarna kunnen ze je bewerken met het nieuwste Final Cut Pro-programma: spraak, houding, oogopslag — alles zal worden gemanipuleerd en gekopieerd. En dat voelt best ouderwets analoog kut.”
Zie ook: koffiedik, visie, broodroof.

Zapruder Instituut
Verwijst naar de gelijknamige overheidsinstelling waar nijvere ambtenaren amateuropnamen bekijken en analyseren op inhoud en betekenis. De naam is afgeleid van Abraham Zapruder, de man die op 22 november 1963 de moord op president John F. Kennedy vastlegde met zijn 8mm Bell & Howell-camera. Zijn film werd van alle kanten doorgelicht, vooral om vast te stellen uit welke richting de dodelijke kogels werden afgevuurd. Werknemers van het Zapruder Instituut zijn er vast van overtuigd dat amateuropnamen staatsvijandige boodschappen bevatten die gedecodeerd dienen te worden. De Zapruder-ambtenaren werken in ploegendiensten van minstens 24 uur en vertrouwen niemand. Ze gaan gekleed in grijze schutkleurpakken en beschikken over radarogen. Home movies, vliegtuigspottersfilmpjes en bruidsreportages hebben hun warme aandacht. Op het verwijt dat ze ‘gegijzeld zijn door paranoia’ reageren de Zapruderisten met de tegenwerping dat “Niemand, maar dan ook helemaal niemand, onschuldig is tot het onwaarschijnlijke tegendeel bewezen is.”
Zie ook: boerkapotentie, terreursemiotiek.

Zelfvernietigende dvd
Een aantal jaren geleden introduceerde entertainmentconcern Disney een alternatief voor filmverhuur: de wegwerp-dvd. Met deze aanpak hoopte Disney de filmliefhebber de — kennelijke — martelgang naar de videotheek te besparen. Niet langer hoefden we door weer en wind met een onooglijk plastic tasje vol verhuur-dvd’s om de heup gebonden over straat — “Kijk, mama, daar gaat een cinefiele zwerver” — nee, we schoven de Disney-film in de speler, zagen het schijfje binnen 48 uur desintegreren en bleven lekker thuis. Daarmee leek een eind te zijn gekomen aan een ongemak dat de filmliefhebber al enige decennia teistert en waarvoor nog steeds geen bevredigende oplossing is gevonden: de teruggave van geleende films. Steevast ligt de gehuurde waar op de tv stof te verzamelen totdat financiële ondergang van het huishouden dreigt door bizar hoge boetes. Het toenemend downloadgemak en de ‘film on demand’-service van de digitale tv-kanalen hebben intussen het concept van de zelfvernietigende dvd overbodig gemaakt. Daardoor worden onverwachte cinefiele vergezichten echter steeds zeldzamer. Reden te meer om het bezoek aan goed gesorteerde én volslagen obscure buurtvideotheken in ere te houden. Waar anders immers haal je je portie Zaïrese horror, Finse menselijktekortcinema en Bulgaarse nouvelle violence?
Zie ook: wegwerpcultuur, onrustbarende opmars der wokkelfilms.

Zzz-cinema
Film die de slaap op ongewilde maar gezonde wijze bevordert. Voorbeeld van overdrachtelijk taalgebruik. Vaak wordt de term ‘Zzz-cinema’ uit de letterkast gerukt om een negatief oordeel te vellen over een geziene film. “Die kloosterfilm over ongeschoeide zwijgmonniken in de Franse Alpen vormde een overtuigend voorbeeld van Zzz-cinema.” Ten onrechte gaan de criticasters voorbij aan de positieve uitwerking van Zzz-films. Na anderhalf uur ongestoorde slaap komt de kijker volledig verfrist overeind en brengt hij de rest van de dag, avond of nacht topfit door. Zzz-cinema is daarom een waardevolle maar onderschatte toevoeging op de volksgezondheid voor de luttele prijs van een bioscoopkaartje.
Zie ook: hangouderen, yakfilm, Bernardo Bertolucci.