Cinedix #13

SOLDAAT VAN ORANJE

Film-ABC waarin filmliefhebber Paul Kempers lemma’s van een hedendaags cinematografisch lexicon in niet-lineaire volgorde aaneenrijgt. Van ‘crossmediaal publiciteitsoffensief’ tot ‘verstild Alzheimer-spel’.

Goed en kwaad
Datgene waar Paul Verhoeven wakker van ligt als hij na een geslaagde draaidag in zijn hotelkamer ligt. ‘Nachtmerrie’ is een te zwakke omschrijving voor wat de gerenommeerde regisseur aan gene zijde van middernacht doormaakt. Niet alleen de Tweede Wereldoorlog figureert prominent in deze doorwaakte nachtelijke sessies, ook Gerard Soeteman, Derek de Lint en Carice van Houten blijken regelmatig te gast in Verhoevens onderbewuste. De eerste dreigt de perfectionist Verhoeven met het schrijven van nóg ingediktere dialogen (“Kijk uit, de Duitsers! Dat wordt weer vijf jaar onderduiken bij een gereformeerde filosemitische boer!”), de tweede vertoont zich in continue herhaling. Net op het moment dat Verhoeven ongestoord denkt te kunnen wegzakken in de REM-slaap, schiet hij wakker door het geluid van de ontploffing waarmee Derek — de Oostfront-vrijwilliger in Soldaat van Oranje — uit zijn berkenhouten toiletje op de Russische steppe wordt geblazen. (De Lint: “Subtiliteit is niet Pauls sterke kant. Maar dat is helemaal niet erg in het oorlogsfilmgenre, waarin de grens tussen goed en kwaad noodzakelijkerwijs een hele dunne is.”) Daarna is het Carice van Houten die Verhoeven uit de welverdiende slaap houdt met haar geblondeerde monologen over het acteursvak (“Echt, Paul, ik ben van huis uit zó een bangig superborsten-tutje… Maar dat ga jij allemaal veranderen, hé? Beloof je het me?”). Wanneer Soeteman dreigt de kreet “Houdt het dan nooit op?!” nóg verder in te dikken, komt Verhoeven met een ruk overeind en schreeuwt door de hotelkamer: “De mens is slecht, niewaar, en de Nederlander is het slechtst van iedereen!” Dan trekt hij de dekens over zich heen en constateert tevreden dat hij de grens tussen goed en kwaad nu eindelijk duidelijk gemarkeerd heeft. In tegenstelling tot zijn laatste film, waarin wie goed doet niet alleen kwaad ontmoet maar het kwade zelf zich soms onherkenbaar schuil houdt achter het bedrieglijke masker van het goede. Over complex gesproken.
Zie ook: das Böse, publiekstrekker, Thom Hoffman, de vriendelijke insulinedokter.

Schouderklop
Wat een aai over de bol voor het opgroeiende kind is, is de schouderklop voor de acteur. Bij sommige filmopnamen kan het schouderkloppen dusdanig uit de hand lopen (“Ik vind je echt gewéééldig!”) dat de crew jaloers wordt en ook beklopt wil worden. Dit levert voor de buitenstaander bizarre taferelen op van tientallen filmvakmensen die elkaar uitzinnig op de schouders staan te rammen, totdat het “Actie!” klinkt uit de megafoon van de opnameleider, de enige onbeklopte in het filmcircus.
Zie ook: setpret, affectiebehoefte, Jeroen Krabbé.

Profileren
Zijwaarts gericht spel, waarvan de geheimzinnige overtuigingskracht schuilt in het hardnekkig en profil naar de camera gekeerde gelaat. “Een goed profiel is meer waard dan een up front scenario”, luidt een apocriefe filmwijsheid. Wat een profiel tot een bruikbaar filmprofiel maakt, is tot op heden een raadsel, ondanks de inspanningen van casting directors en filmwetenschappers om tot een sluitende definitie van de term te komen.
Zie ook: “Met zo’n profiel heb je geen close-up meer nodig”.