Boeken: Filmosophy
Denken als de film

L’enfant
The Matrix is echt, voor wie nog twijfelde. Niet in de zie-je-wel-de-buitenbeentjes-hadden-toch-gelijk-we-zitten-allemaal-in-een-grote-eenheidsworstmachine-zin maar in filmosofische zin. Daniel Frampton beschrijft in z’n manifesto for a radically new way of understanding cinema hoe dat werkt.
Een van de redenen om op een andere manier naar film te kijken is het feit dat film radicaal veranderde door de komst van computers. Een voorbeeld: in het audio-commentaar bij de dvd van Contact klaagt Jodie Foster dat regisseur Robert Zemekis in een bepaalde scene een beweging van haar wenkbrauw heeft weggepoetst omdat hij haar emotionele reactie wilde veranderen. Foster voelde zich bijna geweld aangedaan. “Hou op met aan m’n gezicht te rommelen”, is haar reactie.
Foster illustreert volgens Frampton iets eenvoudigs en essentieels over film: het was al nooit en het wordt steeds minder een directe reproductie van de werkelijkheid. Cinema lijkt dan wel in meer of mindere mate op de wereld om ons heen maar in feite is het iets heel anders en we moeten een conceptueel kader bedenken dat cinema kan verklaren. Enter Filmosophy.
Knutseldoos
Maar de mogelijkheid van het digitale beeld, met als uiterste consequentie — tot nu toe — een film als Final Fantasy: The Spirits Within, is niet wat Filmosophy zo boeiend maakt. Een volledig digitale filmische werkelijkheid is duidelijk een ándere werkelijkheid. Frampton gebruikt het argument van digitale technieken alleen om urgentie te geven aan z’n verhaal. Intrigerender is de filmische werkelijkheid die exact lijkt op de onze.
“Het herkenbare veranderd”, heet dat in Framptons wereld. Ook realistische en hyperrealistische films zijn een volledig andere werkelijkheid. Wat Frampton beweert, en hij is niet de enige want filmosofie begint een echte stroming te worden, is dat film — elke film — als zijn eigen universum bekeken moet worden. Een universum met eigen wetten die subtiel maar ook radicaal kunnen afwijken van onze normale perceptie. Frampton noemt dat ‘filmdenken’: de focus, het geluid, beweging, kadrering, de dialogen etc — tutti — creëren een filmwereld waar we voor de lengte van de film in moeten leven. Maar liet niet elke cinefiel zich altijd al meeslepen, is de eerste logische reactie. Misschien. Filmosofie levert ook geen “radicaal nieuwe manier om naar film te kijken”, zoals het boek claimt, het is meer een manier om je bewust te worden van de eigenschappen van een film, het is een methode om er dieper in te duiken, dit is method viewing.
Een voorbeeld. Het universum van Jean-Pierre en Luc Dardenne. Het filmosofisch denken in hun films bestaat uit een soort afstandelijkheid die verhindert dat de kijker zich helemaal identificeert met de personages. We ‘worden’ nooit de personages. De Dardennes weigeren volgens Frampton om aan die klassieke wet van fictiefilm te gehoorzamen en dat levert een “nederigheid en respect” voor de personages op. We zullen de keuzes van een personage nooit helemaal begrijpen, we kunnen alleen van het personage leren door te kijken wat zij doet. We moeten ‘denken’ zoals de film denkt.
Dat filmdenken iets anders is dan gewoon naar film kijken, wordt mooi duidelijk in het veelbesproken openingsshot van Caché: Haneke laat ons naar een straat kijken. Een straat als elke andere straat, zoals we al duizend keer in beeld hebben gezien. We kijken door de camera. Maar dat is niet de door ons als objectief veronderstelde camera van de regisseur, wordt plotseling duidelijk. Het is de camera van een — onbekend — personage. Zodra je je dat realiseert, verandert je blik, plotseling ben je overgeleverd aan de keuzes van het personage.
Die keuzes, dat is het filmdenken waar Frampton ons in wil meenemen. Het gaat om een subtiele verandering van perceptie: “We denken dat we gewoon door het beeld, door de camera direct naar de personages kijken, maar de film ‘denkt’ altijd met onze perceptie mee. […] Het doel is een nieuwe kritische vorm van aandacht. Films zien als ‘denken’ is films injecteren met kracht en creativiteit.”
Walter Benjamin claimde dat film eigenschappen van ‘het origineel’ naar buiten brengt die voor het blote oog niet zichtbaar zijn. Maar het kan ook minder hoogdravend. Films als L’humanité of Los muertos of noem allemaal maar op, laten ons via lange trage shots een andere tijd beleven. Als je meegaat in hun denken. Zo moeten we volgens Frampton naar film kijken.
Voor cinefielen is dit geen nieuw verhaal. Films recenseren betekent voor een groot deel jezelf onderdompelen in ‘filmdenken’. In die zin laat Filmosophy iedereen als recensent naar films kijken. Maar ook zonder dat je stukken over film schrijft, is dit soms taaie verhaal een fijne aanvulling op de knutseldoos van de meeste filmkijkers.
Filmosophy. A manifesto for a radically new way of understanding cinema, Daniel Frampton | 2006, Wallflower Press | 254 p | 29,85 euro