Actie! Op de set van De groeten van Gerri

Frank Lammers, cameraman Oscar Ros en de arm en boom van geluidsman Eddy de Cloe

Philitelaan 63
5617 AL Eindhoven

Dinsdag 19 mei 2020, 11.24 uur

“Hebt u corona?”, roept een schoolmeisje in naveltruitje vanuit een bouwput richting een balkonnetje waarop Frank Lammers staat. “Dat kan je niet vragen”, zegt haar vriendin die naast haar staat.

In een appartementencomplex op een steenworp afstand van het Philips Stadion neemt ras-Brabander Lammers de “honderd procent coronaproof” tragikomedie De groeten van Gerri op. Hoewel hij in Amsterdam woont, koos Lammers voor Eindhoven omdat hij daar “veel meer voor elkaar krijgt”. En de montageruimte is ook vlakbij de set.

Het idee voor De groeten van Gerri kreeg Lammers toen hij zijn dochter thuis op de computer verveeld een virtuele les zag volgen. Hij voelde direct mededogen voor die leraar die zo zijn best deed om de materie over te brengen, en vroeg Michiel Stroink (wiens roman Of ik gek ben Lammers in 2016 verfilmde in zijn regiedebuut) een scenario te schrijven.

Lammers zelf is niet alleen regisseur van De groeten van Gerri, hij speelt ook de hoofdrol: scheikundeleraar Gerri van Vloghoven, die tijdens een bevlogen demonstratie in een virtuele les vergeet dat hij die ochtend geen broek had aangetrokken. Binnen no-time gaat de alleenstaande Gerri in zijn ouderwetse, niet-zo-witte onderbroek viraal. “Hij woont alleen en is een beetje wereldvreemd”, typeert Lammers zijn personage. “Hij groeit uit tot een digitale held en krijgt te maken met alle aandacht die daarmee gepaard gaat.”

De film speelt zich vrijwel uitsluitend af op beeldschermen; Gerri heeft via de webcam niet alleen contact met zijn klas, maar ook met zijn moeder, zijn broer en een vrouw. Zijn tegenspelers – onder wie Fedja van Huêt, Heddy Lester, Martin van Waardenberg, Sanne Langelaar, Kees Boot, Viggo Waas en zijn nichtje Evalinde Lammers – kunnen gewoon thuis hun scènes opnemen met Zoom, Skype of Facetime. Alleen de opnamen in Gerri’s vrijgezellenappartementje worden met een ieniemienie-crew opgenomen, bestaand uit cameraman Oscar Ros en geluidsman Eddy de Cloe. “Ik moet heel veel zelf doen”, zegt Lammers. “Nu blijkt dat al die mensen op de set toch wel een functie hebben.”

Op het benauwde balkon manoeuvreren de drie voorzichtig om elkaar heen om maar zoveel mogelijk op anderhalve meter afstand van elkaar te blijven. Dat valt nog niet mee, zonder ‘social distancing manager’ met stok of meetlint, en de cameraman oppert om op het belendende balkonnetje te gaan staan. Lammers loopt direct naar de buren; die vinden het goed, en de geluidsman en de cameraman nemen plaats op het balkonnetje.
Lammers gaat weer over de balkonreling hangen; beneden staan nog steeds de drie tienermeisjes die namens de school een bloemetje en de groeten komen brengen. Ze moeten flink schreeuwen om boven de oorverdovende bouwgeluiden uit te komen. Het lukt niet; als de scène erop staat moet het geluid van de roepende scholieren nog een keer apart worden opgenomen.

Een aantal bouwvakkers heeft de hele tijd staan kijken en foto’s gemaakt met hun mobieltjes. Als duidelijk wordt dat Lammers voorgoed naar binnen gaat, steekt eentje zijn duim naar hem op en roept: “Hé Ferry, gaat ‘ie goed?!” Lammers moet glimlachen en trekt de deur achter zich dicht.