Redactioneel – December 2019
Een week nadat de Academy de Nigeriaanse inzending Lionheart diskwalificeerde voor de Oscar-uitreiking, besloot de organisatie dat de Oostenrijkse inzending Joy volgend jaar februari ook niet mee mag dingen naar de Oscar voor Best International Feature Film. Die blunder maakt pijnlijk duidelijk hoezeer de organisatie achter de feiten aanloopt. Reden voor de diskwalificatie is in beide gevallen dat er te veel Engels wordt gesproken in de films, ook al heet de categorie officieel niet meer de Best Foreign Language Oscar.
Lionheart van Genevieve Nnaji was de eerste Nigeriaanse inzending ooit voor de Oscars. De film gaat over een vrouw in een door mannen gedomineerde wereld die haar vaders bedrijf voor de ondergang probeert te behoeden. Personages spreken afwisselend Igbo, een van de drie meest gesproken talen in Nigeria, en dan weer Engels, de officiële taal van het land. In Joy, over een Nigeriaanse vrouw die in Wenen het slachtoffer wordt van vrouwenhandelaren, wordt een mix van Duits en Engels gesproken. De regie is van Sudabeh Mortezai, een Oostenrijkse filmmaker met een Duits-Iraanse achtergrond.
De Amerikaanse regisseur Ava DuVernay reageerde op Twitter verbolgen op de uitsluiting van Lionheart: “Zullen we landen gewoon eens de kans geven de film in te sturen waarvan zij vinden dat het hun belangrijkste film van het afgelopen jaar is?”
De eis dat er niet overwegend Engels mag worden gesproken in de films uit zo ongeveer alle landen van de wereld, is ouderwets en achterhaald. Het sluit namelijk al die personages en verhalen van mensen uit die niet de taal spreken van het land waarin ze leven. Dan kun je dus nooit een Oscar winnen met een verhaal over vrouwenhandel in Wenen, want de slachtoffers van vrouwenhandel zullen nooit overwegend van Oostenrijkse afkomst zijn.
Het idee achter de bepaling dat er niet overwegend Engels mag worden gesproken, was oorspronkelijk om de vaak kleinere films uit de rest van de wereld te beschermen tegen de omvangrijke filmindustrie en de films met grotere budgetten uit het Verenigd Koninkrijk. Maar de realiteit is complexer geworden. Films uit een bepaald land zouden niet verplicht in de moedertaal van dat land gemaakt moeten worden. Mag wel. Moet niet. Ook al dromen sommige mensen nog steeds van een mythisch wit avondland waar mannen zwaarden uit stenen trekken en vrouwen de hele dag liggen te baren, de realiteit is dat we in een geglobaliseerde wereld leven die godzijdank dichter bij de culturele mix van Blade Runner ligt dan bij de monocultuur van, zeg, de smurfen. Taal is niet meer gebonden aan grond en grenzen. De Academy zou over die realiteit na moeten denken. Het is simpel. Hou de categorie in stand. Schrap de taaleis.