Yeelen

Doorbraak Afrikaanse cinema?

  • Datum 01-02-1988
  • Auteur Jan Heijs
  • Thema Filmkrant 76
  • Gerelateerde Films Yeelen
  • Regie
    Souleymane Cisse
    Te zien vanaf
    04-02-1988
    Land
    Mali, 1987
  • Deel dit artikel

Yeelen

Het Nederlandse publiek wordt steeds meer in staat gesteld de zwart­-Afrikaanse cinema te volgen. Werd enkele maanden geleden in het hele land het festival Africa in the Picture georganiseerd, deze maand gaat voor de eerste keer een zwart-Afrikaanse film in bioscooppremiere: Yeelen van Senegalese cineast Souleymane Cissé. In Cannes won hij er vorig jaar een speciale juryprijs mee.

Verhalen met de eenvoud van een sprookje worden in Westerse landen nog maar zelden verfilmd. Voor kinderen misschien nog wel, maar zeker niet voor volwassenen. Anders ligt dat bij de Afrikaanse film. Daar durven filmers nog wel terug te grijpen naar eenvoud. Eenvoud in verhaal en in beelden.

Maar eenvoud is misschien niet het juiste woord. Eerder zou je moeten spreken van essentie. Zoeken naar essentiële beelden, authentieke verhalen. Dat kenmerkt in hoge mate de Afrikaanse cinema. Een zoeken, dat wordt ingegeven door schaarste.

De weinige middelen die voorhanden zijn dwingen kunstenaars die met het medium film iets willen uitdrukken daartoe. Dan laat je het wel uit je hoofd om pulp te draaien, waarmee ook het het publiek in jouw land via de televisie wordt overspoeld.

Heel belangrijk blijkt te zijn dat een land, een volk bestaat in beelden. Daarin wordt de identiteit naar buiten gebracht. En als het dan ook nog eens gaat om volken, die eeuwenlang onderworpen zijn geweest aan Westerse culturen die het beeld daarvan via hún media naar buiten brachten, is er voor filmersa veel werk aan de winkel om die identiteit in nieuwe beelden te vatten.

Niet voor niets hebben de beelden van bijvoorbeeld Afrikaanse of Arabische films iets exotisch. De mensen praten anders, kijken anders, kleden zich ander, eten anders enzovoort. Een wereld van verschil in cultuur, gewoonten en waarden. Toch hoeft dat films uit die landen niet minder toegankelijk te maken, als de maker erin slaagt essenties weer te geven, die we wel verstaan.

Geducht man
Yeelen van Souleymane Cissé is zo’n film, die een groot publiek buiten Senegal zou verdienen. Een film met een laag tempo, die veel tijd neemt om mensen en dingen te laten zien, maar die boeit omdat in die trage beelden veel te zien is. Een film, die door het vasthouden van beelden je kan laten voelen dat waar je naar kijkt van belang is.

De film vertelt het verhaal van een jonge­ man, Nianankoro, die met zijn moeder al tien jaar op het platteland op de vlucht is voor zijn vader, die zij omschrijft als “een geducht man”. Hij is nu op een leeftijd gekomen, waarop hij de confrontatie met de vader, die hem wil doden, aan zal moe­ten kunnen. De moeder zal daarvoor de hulp van een tovenaar inroepen, hij zal op weg gaan naar een oom, de tweelingbroer van zijn vader.

In Yeelen wordt vooral de zwerftocht van Nianankoro gevolgd. (Tussendoor zien we beelden van de vader die met twee helpers naar hem op zoek is, daarbij de hulp van vele goden inroepend, en nog een keer van zijn moeder, die zich in een moerasgebied ritueel baadt.) Hij valt in handen van de koning van het Peul-volk, maar wordt weer vrijgelaten, nadat hij met zijn magische krachten een vijandig volk op de vlucht heeft weten te drijven. Nadat de koning hem een van zijn vrouwen geschonken heeft – een daad van vergiffenis, omdat de jongeman met haar geslapen had – trekt hij met haar verder en gaat via een ontmoeting met de gezochte, blinde oom de uiteindelijke confrontatie met zijn vader aan.

Daarbij speelt licht (ook de betekenis van ‘Yeelen’) een belangrijke rol. Of beide mannen de confrontatie overleven, Iaat de film in het midden. Aannemelijk is van niet, want de slotbeelden tonen de jonge­ vrouw Attou met het zoontje van Nianan­koro. In een zinderend witte zandwoestijn geeft zij hem zijn kleed nadat hij uit het zand twee eieren heeft opgegraven, symbo­len voor (nieuw) leven.

Doorbraak
Na twee eigentijdse films (Baara en De wind), snijdt Cissé met Yeelen een universeler thematiek aan. Een zekere vergelijking valt te trekken met de film Genesis, waarmee de lndiër Mrinal Sen vorig jaar het filmfestival van Rotterdam bezocht. Ging achter die film nog een zekere mar­xistische boodschap schuil, die ook voor westerse kijkers herkenbaar was, Cissé blijft dichter bij zijn eigen cultuur.

Dat levert dan nogal wat scènes op, waarvan wij de betekenis niet volledig verstaan, maar die verbluffen door schoonheid in beeld en geluid. Opmerkelijk is bijvoor­beeld een lange scène, waarin een aantal mannen bij elkaar zit. Ze drinken bier en communiceren in een taal die klinkt als ritmische muziek.

Yeelen is een belangrijke film voor de Afrikaanse cinema. In veel landen bete­kent hij een doorbraak naar het bioscoop­publiek. Maar één zwaluw maakt ook hier nog geen zomer. Ondanks alle productieproblemen heeft Cissé sterk moeten leunen op westerse steun, waarbij Frankrijk nog steeds een centrale rol speelt. Goede con­tacten met zo’n land zijn nog steeds essen­tieel voor Afrikaanse filmers. Mensen als Cissé en Sembene zijn op dit moment min of meer de ongekroonde filmkoningen van hun continent. Niet onbegrijpelijk verdedi­gen zij hun eigen verworven posities, wat echter ten koste gaat van jong talent. Wat dat betreft zou “Africa in the picture” meer structurele aandacht verdienen.