Winnie the Pooh: Blood and Honey
Moordende kindervriend
In Winnie the Pooh: Blood and Honey blijkt een alom geliefde kindervriend ineens een levensgevaarlijke slachtmachine. Zien we hier een nieuwe filmtrend?
Op 1 januari 2022 gebeurde er iets opmerkelijks: het eerste Winnie-the-Pooh-boek uit 1926 belandde in het publieke domein, waardoor Disney de exclusieve rechten erop kwijtraakte. De beroemde personages mogen dus voortaan (grotendeels) vrijuit gebruikt worden door iedereen (zolang de makers maar geen kenmerken gebruiken die Disney introduceerde). Het is een gevolg van het Amerikaanse auteursrechtwet, waarin het werk van kunstenaars slechts 95 jaar beschermd wordt.
Regisseur en schrijver Rhys Frake-Waterfield rook bloed en gaat in Winnie the Pooh: Blood and Honey op volstrekt eigen wijze aan de haal met de legendarische personages. Poeh is hier geen allemansvriend, maar een nietsontziend monster. Omdat hij in de steek werd gelaten door trouwe vriend Christopher Robin wil hij elk mens vermoorden dat zijn pad kruist (en toevallig zijn dat vooral jonge vrouwen).
De film bracht al snel een debat op gang. Was het nu een heel gezonde ontwikkeling dat elke filmmaker nu een eigen draai kan geven aan deze geliefde personages, of is hier sprake van heiligschennis?
Dat maakt nieuwsgierig, maar Blood and Honey is helaas vooral een teleurstellend generieke slasherfilm, die weinig interessants doet met het gestoorde doch fascinerende uitgangspunt (wat als onze jeugdhelden sadistische monsters blijken?). De slachtpartijen ogen veel te goedkoop, het acteerwerk is bij vlagen lachwekkend en er is een overschot aan onfunctioneel vrouwelijk naakt. Heel soms lijkt Blood and Honey in aanmerking te komen voor een cultstatus, maar zelfs daarvoor is de film uiteindelijk te kolderiek en goedkoop.
Er valt best wat te lachen, vooral wanneer Poeh – overduidelijk een forse man in een goedkoop berenpak – het scherm betreedt, maar het is uiteindelijk te weinig. Zo is Blood and Honey vooral een interessant artefact van onze tijd, als spiegel voor de doorgeslagen franchisegekte in de entertainmentindustrie. In een tijd waarin in Hollywood alles draait om het eindeloos uitmelken van bestaande verhalen en personages, is Blood and Honey een volstrekt logisch, cynisch eindpunt. Hoe bont het ook wordt: we blijven toch wel kijken.
Aan het eind van de film zien we een omineuze boodschap: ‘Winnie de Poeh zal terugkeren’. Waar zo’n aankondiging bij geliefde filmpersonages vaak met gejuich wordt ontvangen, voelt het hier als een dreigement. Zeker als we bedenken dat Frake-Waterfield inmiddels werkt aan een Bambi-remake, waarin we het hertje zien als ‘wrede moordmachine met hondsdolheid’. In 2024 belandt ook Mickey Mouse in het publieke domein. De herinneringen aan uw favoriete kindervrienden zullen vanaf nu nooit meer hetzelfde zijn.