Carts of Darkness

Winkelwagens naar een wisse dood

In de heuvels in het noorden van Vancouver racen daklozen in winkelwagens zigzaggend naar beneden. Zonder helm. Zonder rem.

“Ooit maakte ik snowboardfilms en was mijn leven pure adrenaline”, zegt Murray Siple’s in een voice-over aan het begin van zijn documentaire Carts of Darkness. Pas laat in de film begrijp je waarom hij al tien jaar geen film heeft gemaakt. Voor nu zegt hij: “Niet lang geleden heb ik een groep outsiders leren kennen die van de heuvels om ons heen een speeltuin hebben gemaakt. Niemand anders schijnt hen te zien.”

Siple heeft het over de heuvels van een villawijk in het noorden van de Canadese stad Vancouver. Hij woont er zelf al jaren, maar voelt zich er nog steeds niet thuis. Hij voelt zich wel al snel thuis tussen de mannen die hij net ontmoet heeft en waarover hij besluit een film te maken: de binners, de dakloze flessenverzamelaars die de heuvels en de blauwe afvalbakken bij de villa’s afstruinen voor blikjes en flessen. Hij herkent in hen de outsider energy en de honger naar adrenaline die hij van het snowboarden kent. Want hier is het ding: deze mannen hebben door het flessen verzamelen een extreme sport ontdekt.

Als hun winkelwagens niet vol blikken en flessen zitten, racen ze zonder remmen de heuvels af met pakweg 70 kilometer per uur. Uit elke zijstraat kan een auto of een fietser komen, elk moment kan een wieltje afbreken. “Ik weet niet wat er met mijn been aan de hand is dude”, zegt Big Al, een van de racers, over een onderbeen waarbij duidelijk iets met het bot aan de hand is. “Nou ja, ik gebruik het andere been wel.” Gebroken benen, kapotte ellenbogen, hier en daar een schedelbasisfractuur. Het hoort bij extreme sports, zegt Al. “Ik zag altijd al die kapotte winkelwagens aan de kant van de weg staan”, zegt Siple, “en ik weet nog dat ik dacht: waarom staan ze dáár?”

Het is een film uit 2008. Niet nieuw dus. Wel de moeite waard en op verschillende plekken online gratis te zien, onder meer hier bij de National Film Board of Canada. De moeite waard omdat de film natuurlijk spannend is door dat levensgevaarlijke racen van die heuvels af, maar ook omdat Siple iets laat zien van een doorgaans verborgen cultuur. En omdat in de gesprekken met Big Al, Fergie en Bob iets moois doorschijnt over veerkracht en vindingrijkheid. En omdat je iets leert over flessen verzamelen en een maatschappij waarin je na een misstap nauwelijks nog een normaal bestaan kunt opbouwen.

“Dit is mijn leven”, zegt Big Al. “Daar woon ik, bij die boom. Ik verdien nu meer geld met het inzamelen van blikjes en flessen dan ik bij m’n laatste baantje deed. Het enige wat ik mis, is mijn tv. Ik heb al in geen eeuwen The Simpsons gekeken.” Vijf cent krijgen de mannen voor alles onder een liter. Twintig cent voor alles boven een liter. Tien cent voor bierflessen. Op een goeie dag verdienen ze 70 dollar, vertellen ze. Om dan door te gaan naar een kritische beschouwing van welke winkelwagens geschikt zijn en welke absoluut desastreus voor een serieuze afdaling.

Als Siple zich hardop afvraagt of ze hem wel in vertrouwen willen nemen, doet dat eerst wat overdreven aan. Natuurlijk, de vertrouwensvraag is altijd belangrijk voor een documentairemaker, maar dit is toch geen deep throat doofpot. De mannen hebben niks te verbergen en ze zijn blij dat iemand ze ziet en serieus neemt. Maar Siple wil niet zomaar de documentairemaker zijn. Hij wil geen film over de mannen maken, maar met ze. Daarom verschijnt hij ook zelf voor de camera. Bovendien hebben de mannen natuurlijk hun pijn en donkere dagen. Terwijl Siple de film maakt, belandt Big Al voor tien maanden in de gevangenis en hij moet daarna natuurlijk maar zin hebben om door te gaan. Siple is er dus bij gebaat dat ze een band opbouwen.

Het gaat over zingeving en het gaat over adrenaline, zo’n beetje waar iedereen mee bezig is wiens hoofd nog redelijk op orde is. Het gaat over een maatschappij waar een eerdere veroordeling ervoor zorgt dat je nooit meer serieus aan het werk komt omdat die je altijd en overal blijft achtervolgen. En het gaat over pijn. “Ik heb kinderen hier in de buurt”, zegt Fergie. “Maar ik zie ze zelden. Want met een vader zoals ik, hoe hecht wil je die band dan hebben, weet je?”