White Balls on Walls
Frisse wind in het Stedelijk Museum
In de spraakmakende documentaire White Balls on Walls toont Sarah Vos de diversificatieslag die sinds vorig jaar in het van buiten én binnen spierwitte Stedelijk Museum wordt gevoerd.
White Balls on Walls is alles wat je ervan hoopt. Een schijnbaar onbegrensd kijkje achter de schermen van een instituut, tijdens een proces dat onvermijdelijk ongemak oplevert, gefilmd met een feilloze intuïtie en ingehouden maar onmiskenbaar gevoel voor humor.
Documentairemaker Sarah Vos wist wat ze wilde toen ze hoorde dat de nieuwe directeur Rein Wolfs bij zijn aantreden het roer van zijn kunstschip wilde omgooien. Volgend op de lichte bijsturingen van zijn voorgangers gaat het Stedelijk Museum nog scherper een nieuwe politiek correcte koers volgen, met hulp van een frisse wind in de vorm van nieuwe Zwarte medewerkers, onder wie Charl Landvreugd, hoofd onderzoek en curatorial practice (“géén inclusiviteitsmedewerker”, bezweert hij).
Vos filmt de nieuwe directeur terwijl hij vertelt over zijn ambities, stafvergaderingen belegt, de opbouw van tentoonstellingen bekijkt – alleen of samen met Landvreugd – en de niet malse recensies over de eerste ‘inclusieve’ expositie een positieve draai geeft. Landvreugd wordt vanaf zijn allereerste dag gevolgd, wanneer hij direct een stroef gesprek voert met twee wetenschappelijk medewerkers – wit, man, middelbare leeftijd – over inclusief formuleren en over wie eigenlijk bepaalt wat inclusief is. De houding en gezichten van de medewerkers zeggen veel meer dan hun woorden en de camera pikt dat feilloos op. Maar ook al is de weerstand bijna voelbaar, het gesprek is constructiever dan je vreest.
Een voorpremière in de Bijlmerbios, in het gezelschap van Landvreugd, Vos en een kritisch, divers publiek, bood de ideale setting voor de film. Na de film vertelde Vos dat ze niet zo veel heeft gefilmd als misschien lijkt. “Door de corona-beperkingen moest ik mijn aanwezigheid steeds drie dagen van tevoren aanvragen, dus van spontaan filmen was geen sprake.” Omdat ze toegang had tot de agenda’s van de medewerkers, kon ze haar momenten kiezen.
Zo was ze uitgebreid aanwezig bij de totstandkoming van de veelbesproken tentoonstelling ‘Kirchner en Nolde: Expressionisme. Kolonialisme’, waarin voor het eerst oude werken in een nieuwe, inclusieve context werden geplaatst. Het is veelzeggend dat bijna alle gevestigde media – inclusief de progressieve – over elkaar heen buitelden om die tentoonstelling te veroordelen. In een evaluatievergadering toont Wolfs zich blij met die commentaren, omdat die bevestigen dat hij op de goede weg is.
Het publiek in de intieme Bijlmerbios onderstreept dat. Mensen voelen zich gesterkt en geïnspireerd; een jonge medewerker van een IT-bedrijf vraagt tips om de cultuur op zijn werk te veranderen. Voor Vos is dat een van de grootste complimenten die ze kan krijgen. “Sinds de vertoning van de film op IDFA is het heel snel gegaan. Er zijn aanvragen om de film te vertonen op scholen, bedrijven en zelfs bij de politie. Ik had niet verwacht dat de film zo snel zo groot zou worden.”
Landvreugd is heel blij met de film, die de legitimiteit en noodzaak van de veranderingsprocessen ondersteunt. “Wat vooral ook uit de film blijkt is hoe belangrijk woorden zijn. Daarom moeten bijvoorbeeld de wandteksten bij werken goed kloppen. Die vertellen het publiek wat ze moeten denken; mensen hebben meer vertrouwen in een museum dan in de regering, dus dat is een grote verantwoordelijkheid.”
White Balls on Walls is onderhoudend, bij vlagen grappig, inzichtelijk en spannend en levert een belangrijke bijdrage aan broodnodige institutionele veranderingen en bewustwording. Of zoals Rein Wolfs in de film zegt: “Mensen verwijten me dat ik te politiek correct ben. Maar wat moet ik anders: politiek incorrect zijn?” We kunnen alleen nog maar vooruit.