Vision

Sterke vrouw, rammelende film

  • Datum 07-09-2010
  • Auteur Ronald Rovers
  • Gerelateerde Films Vision
  • Regie
    Margarethe von Trotta
    Te zien vanaf
    02-09-2010
    Land
    Duitsland/Frankrijk
  • Deel dit artikel

In de moderne hagiografie Vision kroont Margarethe von Trotta de twaalfde-eeuwse Hildegard von Bingen tot heilige omdat Rome dat nooit durfde.

Een biopic kan zijn onderwerp benaderen maar nooit werkelijk doorgronden. Dat liet Todd Haynes in 2007 prachtig zien met het Bob Dylan-portret I’m not There. De Duitse Margarethe von Trotta — ooit afkomstig uit de radicale groep Neue Deutsche Welle-regisseurs waartoe ook Fassbinder, Wenders en Herzog behoorden maar stilistisch inmiddels van een cinema de papa overgegaan naar een cinema de grand mère — heeft dat gegeven iets te veel ter harte genomen. Haar films over sterke, machtige vrouwen hebben last van een nogal vrije interpretatie van de feiten. In het Tweede Wereldoorlogdrama Rosenstrasse, over de rol van de Duitse bevolking in die oorlog, leidde dat tot een dubieus resultaat, maar met het onschuldige Vision, aus dem Leben der Hildegard Von Bingen leidt dat vooral tot een rommelig, melodramatisch en overgeromantiseerd verhaal. Ook al heeft de film zijn goeie kanten.

Hildegard von Bingen (1098-1179) was een Duitse wetenschapster, dichteres, theologe en componiste. Op nog jonge leeftijd werd ze abdis van het nonnenklooster in Disibodenberg. Sinds haar 43ste claimde ze visioenen te zien die ze liet optekenen in verschillende boeken.

Ketters
Voor een vrouw die zo veelzijdig was als Hildegard von Bingen geeft de film een wonderlijk beperkte indruk van haar leven. Von Bingens conflicten met autoriteiten komen langs, net als haar vermogen om die via slimme allianties op te lossen. Maar haar kosmologische en muzikale prestaties laat Von Trotta helemaal buiten het verhaal. Dat is jammer wanneer Von Bingen (Barbara Sukowa) het heeft over “het goddelijk recht op zelfbeschikking” of beweert dat “bidden de gewonden niet gezond maakt”. Want dat zijn revolutionaire, zeg maar gerust ketterse inzichten voor een non uit de twaalfde eeuw. Dat gemis wordt deels weggenomen door waar de film zich wél op richt, of op wil richten, en dat is de liefde. Of meer nog, op de al te menselijke verlangens die de kloosterlingen ondanks hun gelofte blijven koesteren.

Maar Von Trotta had duidelijkere keuzes moeten maken. In plaats van een subtiel verhaal over onderdrukte emoties is de film door zijn veel te schone aankleding, uitleggerigheid, cameravoering en acteren — door sommigen verward met Bressoniaans minimalisme — te veel een melodrama geworden waarbij de stijl het verhaal in de weg staat. Het ritme van de film raakt twee keer verstoord door plotselinge tijdsprongen — met bijna komisch effect — en een paar radicale zooms vallen uit de toon bij de verder conventionele cameravoering. Als Von Trotta ons er zo aan wil herinneren dat we naar een fictief verhaal kijken, dan mag dat de volgende keer een stuk soepeler.

De film wil een vrouw laten zien die precies wist wat ze wilde en ook precies wist hoe ze dat voor elkaar moest krijgen in een tijd dat vrouwen niets te zeggen hadden. Dat had een inspirerend portret kunnen zijn. Maar in plaats daarvan leverde Von Trotta een rommelig pamflet af dat de nadruk zowel op strategie en macht als op de liefde legt. Een moderne hagiografie. Het gevoel dat achterblijft is dat Von Bingen een stuk interessanter is dan de film die over haar werd gemaakt.