Vingt dieux

Innemende nuchterheid

Vingt dieux

De achttienjarige Totone staat er plotseling alleen voor en komt op een lumineus idee: hij gaat een prijswinnende kaas maken. Hoe moeilijk kan het zijn?

Ze moeten etymologisch zo’n beetje hetzelfde pad hebben afgelegd als het Nederlandse ‘nondeju’, die twintig goden uit de titel van het aimabele Vingt dieux. De vaak terugkerende uitroep heeft in de Franse Jura in ieder geval zo’n beetje dezelfde functie: het kan verwondering uitdrukken, of verbazing, woede, angst, enthousiasme. En toch vooral dat laatste.

De eerste keer dat we de krachtterm langs horen komen in dit speelfilmdebuut van Louise Courvoisier, is als de achttienjarige Totone bij wijze van rite de passage naakt op een tafel danst op de jaarmarkt. Later diezelfde avond volgt Totone’s echte volwassenwording wanneer zijn vader dronken van het feest vertrekt en z’n auto om een boom heen vouwt. Plotseling staat Totone er alleen voor en is hij verantwoordelijk voor zijn zeven jaar oude zusje Claire.

Voor rouw hebben de twee amper tijd; er moet brood op de plank. En kaas, bovendien, want de Jura staat bekend om haar Comté. Wanneer hij alle werktuigen van hun eigen boerderij verpatst heeft en een baantje bij een grote kaasmaker op niets uitloopt, vat Totone een plan op dat enkel voort kan komen uit een combinatie van wanhoop, naïviteit en jeugdige overmoed: hij zal zijn eigen Comté maken en daarmee een wedstrijd winnen waaraan een prijzengeld van dertigduizend euro verbonden is.

De botsing tussen Totone’s onbezonnen, van hormonen gierende tienerinborst en het engelengeduld dat kaasmaken vereist is de motor onder Courvoisiers film (naast de gierende motoren van de autorodeo’s waar Totone en zijn vrienden óók aan deelnemen). Die hormonen krijgen dan weer vrij spel in Totone’s contact met Marie-Lise die, jong als ze is, al haar eigen boerderij bestiert. Totone tapt stiekem haar hoge kwaliteit melk af, en papt intussen met haar aan. Dat hun eerste seksuele contact geen glorieuze triomf is, maar een gestommel met falende erecties en ongemakkelijk beffen, is tekenend voor de innemende nuchterheid van Vingt dieux.

Courvoisier groeide zelf op in het dorp in de Jura waar ze Vingt dieux filmde en ze maakte de opnamen ook op andere manieren een thuiswedstrijd: haar zus verzorgde het production design, haar ene broer bouwde mee aan de sets en de andere componeerde samen met haar moeder de muziek. Die doorleefdheid maakt dat de film bol staat van onverwachte details die hem net dat beetje meer maken dan een standaard coming-of-agefilm.