The Wife
Slavin of genie
Achter elke grote man schuilt een grote vrouw, heette het vroeger. In The Wife doet zo’n echtgenote in de schaduw een verlate stap naar voren.
Schrijver Joe Castleman (Jonathan Pryce) ontvangt in Stockholm de Nobelprijs voor literatuur: de hoogst mogelijke eer, die hij tracht te delen met zijn vrouw Joan, gespeeld door Glenn Close. Joan is de ideale vrouw-van: meelevend, maar ook gevat en praktisch (neem je pillen, strek je benen). Ze houdt duidelijk nog van de man op wie ze veertig jaar eerder als veelbelovende literatuurstudente verliefd werd, maar iets in haar staat op springen. Uit flashbacks blijkt dat ze als ‘mevrouw Castleman’ wel erg veel van haar identiteit heeft ingeleverd.
Langzaam, met alleen het zich voortslepende eerbetoon van het Nobelcomité als afleiding, komt Joans woede aan de oppervlakte. Close speelt dat knap: ze doet haast niets, maar haar ogen spreken boekdelen. De lobby-campagne om Close dit jaar na zes nominaties een Oscar te bezorgen is terecht. Pryce is geestig als ijdeltuit op leeftijd, en Max Irons ontroert als David, de gekwelde zoon van het echtpaar, die wanhopig hengelt naar Joe’s oordeel over zijn eerste, eigen korte verhaal. Want ja, ook David wil schrijven. Max Irons’ eigen vader Jeremy werpt wellicht een vergelijkbare schaduw over de carrièrekeuze van zijn kinderen.
The Wife is een beklemmende film. De locaties zijn beperkt als in een toneelstuk, met enkel overdadig gestoffeerde, smetteloze huis- en hotelkamers. De gespannen, in ruzies en een hartaanval ontaardende dialogen doen op den duur naar adem happen. Deels is dat de bedoeling, maar in combinatie met de rechtlijnig uitgeschreven finale – het script is een bewerking van Meg Wolitzers boek uit 2003 – wordt het beeld van de levenslange verbintenis van de Castlemans wel erg schraal en bitter.
Als in een feministische wraakfantasie rijst een beeld op van Joan als opperwezen: een als slavin gehouden genie, met Joe als egocentrische, overspelige veelvraat ernaast. Hij is slecht, zij nobel. Maar waarom hield Joan het al die jaren met hem vol? Waar kwam de verlatingsangst waar ze in de flashbacks blijk van geeft vandaan? Hoe overzichtelijk het ook is om een huwelijk als dat van de Castlemans te zien als een gevangenis, de vraag naar de motieven van een (vrijwillig) ondergeschikte wordt er niet mee beantwoord.