The Watermelon Woman

Wat nooit heeft bestaan, bestaat toch

The Watermelon Woman

Omdat Cheryl Dunye geen informatie over zwarte actrices in de filmgeschiedenis kon vinden, verzon ze haar eigen archief en maakte daar een film over. De gelaagde autofictie The Watermelon Woman (1996) legt de werkelijkheid bloot door ze te verzinnen.

Cheryl Dunye corrigeert zichzelf voortdurend als ze tegen de camera praat. Ze is geen filmmaker – nog niet – maar probeert er een te worden. Ze huurt geen films, maar haalt ze van de videotheek waar ze werkt. Door zichzelf voor te stellen als amateurfilmmaker, maakt Dunye de schoonheidsfoutjes van haar speelfilmdebuut meteen vergeeflijk. Maar er is nog een reden waarom deze introductie zo goed werkt: ze hint naar de lagen van waarheid en fictie die zich in de film zullen opstapelen.

De waarheid barst uit de voegen van deze mockumentary uit 1996. Want hoewel The Watermelon Woman fictie is, is de film misschien wel waarachtiger dan de waarheid. Dat zit zo: voor een college over zwarte filmgeschiedenis deed Dunye onderzoek naar zwarte actrices in vroege films. Omdat deze vrouwen uit de aftiteling werden gelaten en ook niet in archieven te vinden zijn, creëerde ze een fictief personage en construeerde ze een archief voor de fictieve actrice die haar speelde.

Cheryl Dunye speelt een gefictionaliseerde versie van zichzelf: een amateurfilmmaker die een documentaire wil maken over zwarte actrices. Maar anders dan de echte Cheryl Dunye vindt ze hier wel iemand: Fae Richards (Lisa Marie Bronson), die onder de naam ‘The Watermelon Woman’ in de aftiteling van haar favoriete film verschijnt (het eveneens fictieve Plantation Memories). De film beweegt tussen Dunye’s maakproces, haar persoonlijke leven en de geconstrueerde archieven van Fae Richards – stuk voor stuk lagen van fictie binnen fictie.

De grens tussen Dunye als maker en Dunye als personage vervaagt, zoals de grens tussen feit en fictie vertroebelt. Dunye ontdekt dat Richards een relatie had met Martha Page, de witte regisseur van Plantation Memories. Tegelijkertijd gaat Dunye uit met Diana (Guinevere Turner), een wit meisje dat ze in de videotheek heeft ontmoet. De film sluit zich als een lus om zichzelf: Dunye’s echte leven wordt weerspiegeld in haar fictieve documentaire, en die documentaire reflecteert weer op het persoonlijke leven dat Dunye in scène zet.

De film laat zien dat de waarheid, net als fictie, gemaakt wordt. Wie we zien als acteurs in de filmgeschiedenis wordt niet alleen bepaald door wie er in films uit die tijd acteerden, maar vooral door wie toen acteur werd genoemd. Terwijl Dunye in archieven zoekt naar meer informatie, geeft de film commentaar op het uitwissen van de zwarte geschiedenis – de Lesbian Herstory Archives worden geparodieerd als het Center for Lesbian Information and Technology (C.L.I.T.), een archief dat de stukken over zwarte lesbiennes gescheiden houdt van de witte.

De Watermelon Woman bestaat niet. Toch bestaat ze wel. Door haar te verzinnen, vult Dunye de gaten in de archieven. Want hoewel Fae Richards niet echt is, waren er wel anderen zoals zij. Richards is een stand-in voor zwarte, lesbische actrices die uit de geschiedenis zijn gewist. Een verbeelding van alles wat niet werd vastgelegd, en daardoor zogenaamd nooit heeft bestaan.


The Watermelon Woman is vanaf 1 juni 2025 te zien op Mubi, als onderdeel van de collectie This Is Not a Coming Out Story.