The Trial of the Chicago 7

Schaamteloos politiek proces

The Trial of the Chicago 7

Herhaalt de geschiedenis zich? Donald Trumps criminalisering van de Black Lives Matter-protesten doet denken aan president Nixons optreden tegen anti-Vietnam-demonstranten in 1969. Het rechtbankdrama The Trial of the Chicago 7 reconstrueert het politieke proces dat eruit voortvloeide. Een belangrijke film, maar geen meeslepend drama.

Scheiding van de rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht? In 1969 was dat even niet aan de orde in het proces dat de geschiedenis is ingegaan als ‘The Trial of the Chicago 7’. Daarin stonden acht, later zeven, actievoerders terecht, die ervan beschuldigd werden een jaar eerder op de Democratische Conventie rellen te hebben aangesticht. De werkelijkheid was anders. Jazeker, er waren rellen geweest, maar de aanstichters waren niet demonstranten, maar de op hol geslagen vijfentwintigduizend agenten en militairen, die inhakten op de tienduizend demonstranten tegen de Vietnam-oorlog. Dat was ook de conclusie van de federale overheidscommissie, die later onderzoek deed naar het geweld bij de Democratische Conventie in Chicago.

De achtergrond van het geweld was de polarisatie in de Amerikaanse samenleving, met de uitzichtloze Vietnam-oorlog als katalysator. In 1968 kwamen maandelijks meer dan duizend Amerikaanse soldaten en een veelvoud aan Vietnamezen om het leven in de oorlog. Het leidde tot massale demonstraties tegen de oorlog. Het stortte Amerika in een morele chaos, met naast de oorlog in 1968 de moorden op Martin Luther King en Robert Kennedy als dieptepunten. Het leidde ertoe dat president Lyndon B. Johnson, de architect van de Vietnam-oorlog, zich op de valreep niet herkiesbaar stelde voor een tweede termijn. De Democratische Conventie in Chicago moest beslissen wie het zou gaan opnemen tegen de Republikeinse kandidaat Richard Nixon. Werd het vice-president Hubert Humphrey, die de oorlog in Vietnam wilde voortzetten, of Eugene McCarthy, die de Amerikaanse troepen uit Vietnam wilde terugtrekken?

Ondertussen werd buiten de congreshal gedemonstreerd tegen de oorlog. Dat gebeurde vreedzaam, maar de burgemeester van Chicago, een houwdegen, liet op de demonstranten inhakken, waardoor de demonstraties ontaardden in veldslagen. Honderden gewonden en ruim zeshonderd arrestaties waren tijdens de vier dagen durende conventie het resultaat. Nixon greep in de maanden erna de gewelddadige gebeurtenissen aan om zich te profileren als ‘law and order’-kandidaat, die Amerika zou zuiveren van ‘links tuig’. Met succes, want in november 1968 versloeg hij zijn Democratische tegenstrever Humphrey.

Einde verhaal? Niet bepaald, want de episode kreeg een vervolg doordat de regering Nixon een voorbeeld wilde stellen. Er moest worden afgerekend met de protestcultuur. Acht, later zeven, demonstranten bij de Democratische Conventie werden beschuldigd van het aanzetten tot rellen. Over dat proces gaat het rechtbankdrama The Trial of the Chicago 7. Met de houwdegen die nu in Washington resideert, is de film perfect getimed, al gaat de geschiedenis ervan veertien jaar terug. Steven Spielberg vroeg in 2006 Aaron Sorkin een script te schrijven over de ‘Chicago 7’, dat Spielberg zou regisseren. Sorkin deed wat hem gevraag werd, maar tot verfilming kwam het niet. De schrijver van series als The West Wing (1999-2006) en films als The Social Network (David Fincher, 2010) trok het script een paar jaar geleden weer eens uit de la en besloot om het dan maar zelf te regisseren. De timing zal iedereen duidelijk zijn na het zien van The Trial of the Chicago 7, want het rechtbankdrama is een infaam voorbeeld van criminalisering van demonstranten. Stalin zou zich niet hebben geschaamd voor het showproces. Met een meer dan bevooroordeelde rechter was vanaf het begin duidelijk dat de aangeklaagden veroordeeld zouden worden. Hun advocaten werd de mond gesnoerd, zodat zij niet fatsoenlijk verdedigd konden worden.

The Trial of the Chicago 7 toont het politieke showkarakter van het proces, maar ook de onderlinge verdeeldheid over de juiste proteststrategie tussen de aangeklaagden. Zij vertegenwoordigen drie groepen met verschillende opvattingen over hoe de maatschappij te veranderen. Er staan hippies terecht, die met ludieke uitingen het proces ridiculiseren; er zijn studenten, die het politieke spel willen meespelen om sociale veranderingen te bereiken; en er staat een oudere organisator van Vietnam-demonstraties terecht, die geweldloos verzet propageert. De verschillende opvattingen leiden tot veel onderling gebakkelei. Het meest absurde aan de rechtszaak is dat ook Black Panthers-activist Bobby Seale terechtstaat. Krankzinnig, omdat hij tijdens de Democratische Conventie slechts een paar uur in Chicago was geweest en niets met de demonstraties te maken had. Dat hij dat in de rechtszaal luid duidelijk maakte leidde tot een absoluut moreel-juridisch dieptepunt: de rechter liet Seale aan zijn stoel vastbinden en letterlijk de mond snoeren met een doek voor zijn mond.

Het door een sterrencast bevolkte The Trial of the Chicago 7 is een belangrijke film, omdat hij overtuigend laat zien dat de scheiding der machten geen vanzelfsprekendheid is, maar onder politieke druk snel in gevaar komt. De film is actueel doordat hij laat zien dat er altijd politici zijn die sociale onrust aangrijpen voor het criminaliseren van protest om zich te kunnen profileren als ‘law and order’-held. Jammer dat de belangrijke thematiek zich niet heeft vertaald in een briljante film. Sorkin is een houterige geschiedenisdocent, die een schaamtevolle historische gebeurtenis niet in een meeslepend verhaal heeft weten te gieten. The Trial of the Chicago 7 voelt als het doorwrochte werkstuk van een leraar, die verzuipt in zijn kennis van een onderwerp, zodat hij het niet boeiend kan overdragen.


The Trial of the Cicago 7 draait vanaf 1 oktober in de bioscoop en is vervolgens vanaf 16 oktober te zien op Netflix.