The Mauritanian

Helden in Guantanamo Bay

The Mauritanian

Hoe de Amerikaanse rechtsstaat ontspoorde na 9/11 is bekend. Het dieptepunt was het zonder vorm van proces jarenlang opsluiten van terrorismeverdachten in Guantanamo Bay. The Mauritanian illustreert met één voorbeeld die onmenselijke praktijk. Oprechte Hollywood-reflectie of gemakzuchtige verzoening met het ontspoorde verleden?

Een Amerikaanse marinebasis in een communistisch land? Het klinkt absurd maar het is de werkelijkheid. Sinds 1903 ligt op de zuidpunt van Cuba de ruim honderd vierkante kilometer grote Amerikaanse marinebasis Guantanamo Bay. Dat was tot de Cubaanse communistische revolutie in 1959 geen punt, maar daarna wel. Fidel Castro wilde de basis sluiten, maar de Amerikanen beriepen zich op oude contracten en Castro durfde het niet aan de basis te bezetten.

Sindsdien bestaat de bizarre situatie dat Cuba op zijn grondgebied een militaire basis van een vijandelijke mogendheid moet dulden. Van Guantanamo Bay zouden we zelden hebben gehoord als de regering Bush na 9/11 geen manieren had gezocht om in de War on Terror de rechtsstaat te omzeilen. Inlichtingendiensten en andere overheidsinstanties kregen verregaande bevoegdheden in de strijd tegen het terrorisme. Ook zocht men naarstig naar een constructie en een plaats om terrorismeverdachten van in Amerika geldende juridische rechten te beroven. Het oog viel op Guantanamo Bay, omdat volgens de regering Bush de Amerikaanse wetgeving er niet geldt. Het tot een juridisch niemandsland verklaren van de marinebasis bood vervolgens een vrijbrief voor jarenlange opsluiting zonder aanklacht en proces, met fysieke en psychische marteling en minimale juridische steun.

Bin Laden
Op het morele dieptepunt van de 9/11-hysterie zaten meer dan 750 terrorismeverdachten opgesloten in Guantanamo Bay. Onder hen sinds 2002 de Mauritaniër Mohamedou Ould Slahi. Niet zomaar een gevangene, maar iemand die aanslagplegers zou hebben gerekruteerd en een organisatorisch brein achter de aanslagen zou zijn geweest. Dat er geen bewijs voor was, bewees volgens de Amerikanen Slahi’s meesterschap in het wissen van sporen.

Slahi was een slachtoffer van guilt by association: een neef van hem, die in de omgeving van Bin Laden verkeerde, had hem wel eens gebeld met de telefoon van Bin Laden. De Amerikanen zagen er voldoende ‘bewijs’ in. Noem het tunnelvisie, wraakzucht of scoringsdrift, maar Slahi moest en zou bekennen. Na wekenlange fysieke en psychische marteling brak hij en bekende hij. Toch kwam het niet tot een proces, waarschijnlijk omdat de Amerikanen bang waren dat Slahi hun martelmethoden naar buiten zou brengen. Zonder aanklacht zat hij veertien jaar gevangen. In 2016 kwam hij vrij. Sinds die tijd woont hij weer als een vrij man in Mauritanië.

Speurwerk
Tot zover de feiten. Slahi’s ervaringen zijn vergelijkbaar met die van honderden andere gevangenen op Guantanamo Bay. De ontmenselijking en het met alle mogelijke middelen breken van verdachten, vormen een schandvlek in het recente Amerikaanse verleden. Hoe kon de Amerikaanse rechtsstaat zo snel afglijden?

Een dringende vraag, die Hollywood niet zal beantwoorden, want dat houdt van heldenverhalen. Ook in het optreden van misdadige overheden vindt het altijd wel een heldenverhaal. Zoals in de klassieker All the President’s Men (Alan J. Pakula, 1976), dat gaat over de criminele afluisterpraktijken van de regering Nixon, maar vooral over de moed van twee heldhaftige journalisten om die te onthullen.

Hetzelfde patroon is te vinden in de films over de morele ontsporing van Amerika na 9/11. Illustratief is The Report (Scott Z. Burns, 2019): de film klaagt de geheime martelpraktijken van de CIA na 9/11 aan, maar is vooral een heldenverhaal over een gewetensvolle ambtenaar die na jarenlang speurwerk het bewijs levert van die praktijken. De film doet dat uitstekend, maar wekt al dan niet bewust de indruk dat het altijd goedkomt met de Amerikaanse rechtsstaat. Al zijn de misdaden van een overheid nog zo snel, de waarheid achterhaalt ze wel, is de suggestie.

Olifant
Die gedachte is ook te vinden in The Mauritanian, dat gaat over de gruwelervaringen van Slahi. Nadat hij op verzoek van de Amerikanen door de autoriteiten in Mauritanië is opgepakt, belandt hij via gevangenissen in onder andere Jordanië en Afghanistan in Guantanamo Bay. Na een periode van rustige verhoren gaat de beuk erin met intimidatie en martelingen, die leiden tot een valse bekentenis.

Het pleit voor The Mauritanian dat het de verhoormethoden expliciet in beeld brengt, maar evenals The Report vertelt de film vooral een heldenverhaal. De held is een advocaat, die het opneemt voor Slahi. Niet per se uit sympathie voor hem, maar omdat de principes van de rechtsstaat haar heilig zijn. Het brengt haar in conflict met een militaire aanklager, die een proces moet voorbereiden tegen Slahi. De man is overtuigd van zijn schuld, maar keert om als een blad aan de boom als hij ziet dat het ‘bewijs’ door marteling is verkregen.

“Wij moeten ons aan de grondwet houden”, merkt hij braaf op. Als de advocaat een rechtszaak aanspant tegen de overheid over de onrechtmatigheid van Slahi’s opsluiting, kan de film eindigen met een happy end. Iedereen blij, ook Slahi, die in zijn getuigenis zijn martelbeulen vergeeft en wiens geloof in de Amerikaanse rechtsstaat ongebroken is. Zo ziet Hollywood het graag.

Er wordt uitstekend geacteerd in The Mauritanian (Tahar Rahim als de geciviliseerde en bedachtzame Slahi en Jodie Foster als de strijdbare advocaat zijn Oscar-waardig), maar de olifant in de kamer blijft onbenoemd: hoe kon Amerika na 9/11 moreel zo snel aftakelen? En wie garandeert dat die situatie zich niet herhaalt?