The Lost King

Hobbelige zoektocht naar koninklijke beenderen

The Lost King

De doodgewone Philippa Langley verbaasde vriend en vijand met haar hardnekkige zoektocht naar de overblijfselen van de omstreden koning Richard III. Het op haar leven gebaseerde The Lost King werkt als kneuterige detective, maar vliegt zo nu en dan uit de bocht.

De eerste scènes van Stephen Frears’ The Lost King introduceren Philippa Langley (Sally Hawkins) als grijs muisje dat iedereen over zich heen laat lopen. Dat verandert wanneer Philippa een uitvoering van Shakespeare’s Richard III ziet. Ze raakt geobsedeerd door het enigma van de koning, die te boek stond als gebocheld monster. Wanneer ze erachter komt dat het collectieve beeld van de koning gebaseerd is op foutieve bronnen, begint ze een onderzoek.

De eerste helft van de film toont Philippa’s hobbelige speurtocht naar de waarheid achter de beruchte reputatie van Richard III én de locatie van zijn skelet. The Lost King, gemaakt door het team achter Philomena (2013), maakt op toegankelijke wijze zichtbaar dat een van de grootste archeologische vondsten in de recente geschiedenis gestoeld was op een onwaarschijnlijke combinatie van doorzettingsvermogen, opportunisme en toeval. De Hitchcock-achtige muziek van Alexandre Desplat onderstreept dat historisch onderzoek spannender kan zijn dan het lijkt.

Herhaaldelijk voert Philippa in de film gesprekken met een waanbeeld van Richard III (Harry Lloyd). De scènes moeten de bovennatuurlijke connectie die zij met de koning voelt illustreren, maar halen vooral de vaart uit het verhaal. De zelfbewuste Britse humor is daarentegen een welkome toevoeging. Zoals wanneer Philippa’s bezoek aan een nerdy clubje Richard III-fans wordt gecontrasteerd met hoe haar ex-man (Steve Coogan, tevens co­scenarist en producent van de film) ondertussen in een bioscoop geniet van een bombastische actiescène in de nieuwste James Bond-film – wat het aparte van haar obsessie subtiel benadrukt.

Hoewel Sally Hawkins haar best heeft gedaan om het hoofdpersonage als gepassioneerde underdog neer te zetten, blijkt het niet altijd makkelijk met Philippa te sympathiseren. Bij vlagen komt ze drammerig over en de film focust zozeer op haar instinctieve gevoel dat dit veel coulance vraagt van de rationele kijker. Wél geloofwaardig is Philippa’s verstandhouding met haar stoïcijnse ex, die haar, ondanks zijn scepsis, liefdevol ondersteunt.

Helaas verzandt de film uiteindelijk in een eendimensionale strijd tussen Philippa en de academische elite. Door op het eind nog een harteloze, opportunistische schurk voor te schotelen, verwerpt de film de nuances die het daarvoor zo zorgvuldig heeft opgebouwd. Zo wordt The Lost King nooit meer dan een lichtvoetig Brits drama over een succesvolle amateurdetective.