The Last Vermeer

The Last Vermeer

Het klassiek vertelde na-de-oorlogsdrama The Last Vermeer zet kunstvervalser Han van Meegeren aan de zijlijn in zijn eigen verhaal.

Als Britse acteurs een accent opzetten in films over de Tweede Wereldoorlog, is dat meestal een Duitse tongval. In The Last Vermeer passeert daarentegen een breed scala aan pogingen tot Nederlandse accenten de revue.

De film speelt kort na het einde van de oorlog. De Nederlandse verzetsheld Joop Piller (in de film consequent aangesproken met zijn doopnaam ‘Joseph’) is in dienst van het Canadese leger op jacht naar collaborateurs. Hij krijgt de vermogende kunstenaar Han van Meegeren in het vizier, die een Vermeer verkocht aan Hermann Göring en zo dus een nationale schat in handen van de Nazi’s liet vallen. Maar Van Meegeren heeft een ijzersterk verweer, dat hem voor heel even de meest geliefde man van het land maakt: het schilderij was een vervalsing; hij heeft het Nazi-kopstuk voor een flink bedrag opgelicht.

Hoewel alle belangrijke personages Nederlands zijn, wordt er in de film enkel Engels gesproken, door een internationaal acteursensemble waarin slechts zwijgende bijrollen voor Nederlandse figuranten zijn weggelegd. De Deense acteur Claes Bang leeft zich als Piller met verve uit op de Nederlandse harde ‘g’, bijvoorbeeld in ‘Ggggggoudstikker gallery’, een zinsnede die vaak genoeg voorbij komt om er een drankspelletje omheen te bouwen. En in de rol van Van Meegeren kan de Britse acteur Guy Pearce het subtiele Nederlandse accent dat hij aanleerde voor Martin Koolhovens Brimstone weer van stal halen.

Die twee hoofdrolspelers maken er nog wat van, maar de acteurs in de bijrollen (niet alleen Britten maar bijvoorbeeld ook de Luxemburgse Vicky Krieps en Duitser August Diehl) struikelen soms over de tongbrekers. Dat is voor Nederlandse kijkers lichtelijk lachwekkend. Maar op die kijkers richt The Last Vermeer zich sowieso niet primair, want in het Nederlands was er al een prima film over deze zaak: Een echte Vermeer van Rudolf van den Berg uit 2016. Die film stelt Van Meegeren zelf centraal, door Jeroen Spitzenberger neergezet als miskende bon vivant. Guy Pierce speelt hem in The Last Vermeer juist als hooghartige gentleman-gladjakker, en hij staat hier aan de zijlijn van het verhaal.

Dit klassiek vertelde en dus wat saaiige verhaal draait vooral om Piller. Pas halverwege wordt “onthuld” dat Van Meegeren een vervalser is. Dat is een vreemde keuze. Het trekt de angel uit het hele eerste uur van de film – de jacht op Van Meegeren is op zichzelf niet bijster interessant, en de thema’s van de film komen pas na die onthulling echt goed uit de verf. Bovendien zal die twist voor veel kijkers absoluut geen verrassing zijn; Van Meegerens reputatie is juist op zijn vervalsingen gebaseerd, en vooral zijn ‘Göring-Vermeer’.

De keuze is des te verbazingwekkender omdat de film is gebaseerd op het non-fictieboek The Man Who Made Vermeers van de Amerikaanse kunsthistoricus Jonathan Lopez, dat Van Meegerens bedrog al in zijn titel weggeeft. Maar goed, dat boek lijken de filmmakers sowieso hooguit doorgebladerd te hebben. Lopez maakte hard dat Van Meegeren, di zichzelf wist te verkopen als de schelm die Göring belazerde, er in feite al ver voor de oorlog antisemitische en fascistische ideeën op na hield. The Last Vermeer schuift die feiten grotendeels terzijde en houdt in plaats daarvan Van Meegerens zelfgecreëerde mythe in stand.


The Last Vermeer is nu te zien op onder meer Pathé Thuis en verschijnt op 23 maart op dvd.