The Human Voice

Tilda Swinton doet er nog een duivels schepje bovenop

Pedro Almodóvar maakte tijdens de lockdown The Human Voice, naar Jean Cocteau’s toneelstuk La voix humaine. Door de korte duur is de film nog meer dan Almodóvars films dat altijd al zijn, een samenballing geworden van stijl en emotie, gedragen door de magnifieke Tilda Swinton.

Een mengeling van madness and melancholy, zo omschrijft het personage van Tilda Swinton zichzelf in The Human Voice. Het is typisch Pedro Almodóvar om zulke woorden toe te voegen aan Jean Cocteau’s toneelstuk La voix humaine uit 1928, een van de weinige monologen die voor een vrouw zijn geschreven. Cocteau’s stuk bestaat geheel uit een telefoongesprek dat een vrouw voert met de man die haar heeft verlaten – zijn stem horen we niet, we krijgen alleen haar kant van het verhaal.

Cocteau schreef deze she said oorspronkelijk voor de Belgische actrice Berthe Bovy. Daarna is hij nog talloze keren opgevoerd, met Halina Reijn in Minnie en Mickey Mouse-trui voor Toneelgroep Amsterdam als meest recente blikvanger. Roberto Rossellini maakte er in 1948 voor het eerst een film van, L’amore, met zijn geliefde Anna Magnani; bijna twintig jaar later, in 1967, zou Rossellini’s andere beroemde minnares Ingrid Bergman het stuk onder regie van Ted Kotcheff in felroze peignoir opvoeren in een televisieversie. Bergmans verdrietige “I love you” aan het eind klinkt zoetgevooisd vergeleken bij de wanhopige Magnani die “Ti amo” door de telefoonhoorn schreeuwt – nog steeds een monumentale acteerprestatie.

Hakken met de bijl
Voor The Human Voice heeft Almodóvar het stuk heel vrijelijk ingekort en aangepast. Vroeg in zijn carrière verwerkte hij de tekst in Woman on the Verge of a Nervous Breakdown (1988), zijn internationale doorbraak. En hij nam een scène in Law of Desire (1987) op waarin Carmen Maura’s personage het toneelstuk opvoerde. Almodóvar en Cocteau zijn voor elkaar gemaakt.

Anna Magnani

Drie decennia later maakte Almodóvar in 2020, tijdens de lockdown, de 27 minuten durende film The Human Voice, nu uitgebracht als een op zichzelf staande film. Door de korte duur is het helemaal een samenballing van stijl en emotie geworden, gedragen door de magnifieke Tilda Swinton. Magnani en Bergman, en later Sophia Loren onder regie van haar zoon Edoardo Ponti, blonken al uit in angst en wanhoop, maar Swinton trekt nog een paar extra registers open. Ze speelt een actrice die schakelt van moorddadig via verbitterd naar bevrijd.

Ze is ten einde raad nu haar minnaar drie dagen eerder met de noorderzon vertrokken is; alleen zijn pak ligt nog op het bed. Ze koopt een bijl in een hypergestileerde gereedschapswinkel zoals die alleen in een Almodóvar-film kan voorkomen. Met veel zorg omwikkelt de winkelbediende (gespeeld door de broer en producent van de regisseur, Agustín Almodóvar) het moordwapen in bruin papier, alsof het een boeket bloemen is. Een heerlijke opening die gelijk de off beat-toon zet. En het wordt nog beter: eenmaal thuis hakt ze met de bijl in op het maatpak van haar ex-geliefde. En dan belt hij haar toch nog op, zodat ze eindelijk de confrontatie aan kan gaan die ze zo graag wil en tegelijk zo vreest.

EarPods
Alles komt voorbij in dat krappe halve uur: haar angsten, haar jaloezie, haar wraaklust en haar twijfels over zichzelf als ouder wordende actrice. De zinnen die ze uitspreekt zijn zowel banaal als veelzeggend, met als een van de beste: “I gotta learn to hang up on you.

Omdat Swinton rondloopt met EarPods, in plaats van gebonden te zijn aan een telefoonhoorn en een snoer, is zij uiteindelijk in control – in tegenstelling tot de vrouwen die Magnani en Bergman speelden. Hoe goed ze ook acteerden, hun rollen toonden een meer traditionele weergave van de verhoudingen tussen mannen en vrouwen.

Ingrid Bergman

Swinton doet er een duivels schepje bovenop. Zij is hier een vrouw die zelf spreekt. Ze heeft niet meer nodig dan een appartement en een omringende studio om de ruimte te krijgen en te nemen. Tijdens een videogesprek met het New York Film Festival, online te beluisteren, vertelden Almodóvar en Swinton dat de film weliswaar noodgedwongen tijdens de lockdown is gemaakt, maar dat ze in volledige vrijheid precies hetzelfde hadden gedaan. Er is geen enkele noodzaak om naar allerlei verschillende oorden af te reizen, de binnenwereld is genoeg.

Bloedrood
Die binnenwereld zit vol details en uitspattingen, zoals de bloedrode en felgroene kleuren waarin Swintons personage en haar appartement zich hullen. Cinefilie is overal: Swinton ruimt een stapel dvd’s op, waaronder twee Criterion-uitgaves van een van de inspiratiebronnen van de regisseur, Douglas Sirk, en een paar romans, waaronder Lucia Berlins A Manual for Cleaning Women, het boek dat Almodóvar wil gaan verfilmen. Ook in deze korte verhalen zijn de vrouwen verloren of verlaten, ze drinken, slikken pillen, maar zijn ook slim en oprecht, zoals de vrouwen die Almodóvar zo vaak een podium heeft gegeven in zijn films.

Sophia Loren

Door Cocteau te verfilmen, maakt Almodóvar op zichzelf al een cinefiele verwijzing. Cocteau zou naam maken met baanbrekende films als zijn Orfeus-trilogie, waaronder Le sang d’un poète (1930). Toeval of niet, in die film zit een scène waarin een mond van een tekening wordt weggevaagd, de plek waar de stem had moeten klinken. De titel La voix humaine zit op zijn beurt vol met verwijzingen naar eerdere experimenten met de menselijke stem, zoals de Vox Humana van de dadaïsten vlak na de Eerste Wereldoorlog, en de orgelstop Vox Humana, waarmee men vanaf de late zestiende eeuw de menselijke stem probeerde te imiteren op het orgel (waar men om begrijpelijke redenen nooit in is geslaagd).

Uiteindelijk draait ook bij Almodóvar en Swinton alles om de stem: zacht, luid, al dan niet gehoord of weersproken. De vrouw leert om op te hangen, de lijn te verbreken, en dat doet ze op grandioze wijze, als een feniks die uit de as van de liefde opstaat.


The Human Voice is te zien op Picl.