The Great Escaper

Mediaheld met overlevings­schuld

The Great Escaper

Michael Caine en Glenda Jackson spelen hun laatste rollen in een feelgoodfilm die Britse WOII-helden memoreert.

Het zegt waarschijnlijk iets over ons beeld van bejaarden, dat een oorlogsveteraan die op eigen houtje zijn zorginstelling verlaat om de herdenking van D-Day bij te wonen bekend wordt als ‘The Great Escaper’. Het overkwam de 89-jarige Bernard Jordan, nadat de directie van zijn tehuis in het Engelse Sussex vanuit Normandië bericht kreeg dat hun bewoner veilig en wel zijn reisdoel had bereikt. Bij een ontsnapping stel je je iets anders voor, al had Jordan de overkant vermoedelijk niet gehaald als hij niet, geholpen door zijn echtgenote Irene, zijn plannen geheim had weten te houden.

Zodra de nationale media er lucht van kregen groeide ‘Bernie’ kortstondig uit tot icoon van Britse onverzettelijkheid. Bijna een decennium later is er nu de film, met twee al even iconische acteurs in de hoofdrollen.

Michael Caine en Glenda Jackson doen met verve wat van hen wordt verwacht: montere oudjes spelen. Ja, ze kibbelen, maar altijd met een zorgzame ondertoon waarin hun diepe verbintenis doorklinkt; hun koppigheid kan net niet hun hulpbehoevendheid maskeren; en op de juiste momenten komen ze dan toch weer opmerkelijk wijs uit de hoek. Oud zijn is geen feestje, daar zijn Rene en Bernie goudeerlijk over, en de film onderstreept die realiteit met de casting van deze twee daadwerkelijk hoogbejaarde acteurs – Jackson, die afgelopen zomer op haar 87ste overleed, speelt een mooie laatste rol tegenover Caine, die inmiddels heeft verkondigd dat hij nu, op de leeftijd van 90 jaar, echt met pensioen is.

Tegelijk wrijft de film de ongemakken van de ouderdom er ook weer niet té hard in, want de omstandigheden van hun onvermijdelijke aftakeling zijn ongeveer de beste waar je als mens op kan hopen. In het gezellige verzorgingshuis heeft het personeel altijd tijd en aandacht voor ze. Wielrenners op de boulevard vormen de voornaamste bedreiging van hun rustige oude dag.

Ook wat de film over oorlog – het andere hoofdthema – te zeggen heeft, is min of meer wat je verwacht: dat oorlog alleen maar verliezers kent. Al steunt de massale aandacht voor Bernie’s queeste tegelijk op een patriottisch sentiment dat misschien vooral Britse kijkers charmeert.

De mediaheld zelf kampt intussen met een gevoel van overlevingsschuld en hoewel het niet al te moeilijk hoeft te zijn je daar iets bij voor te stellen, durfde scenarist William Ivory zich in dat opzicht kennelijk niet op het filmpubliek te verlaten. Dus krijgen we Bernie’s herinneringen aan de invasie voorgeschoteld in flashbacks bedoeld als motivatie voor de belevenissen van de tachtiger. Overbodig drama, dat de mogelijkheid om een diepere laag aan Caine’s personage toe te voegen juist in de weg staat.