The Duke
Een loser in het nauw maakt rare sprongen
Dit luchtige, waargebeurde verhaal van regisseur Roger Michell over een altruïstische kunstroof ontvouwt zich tot een milde kritiek op een neerbuigende, cynische overheid.
Een mens met principes heeft geen vrienden, hooguit een handvol bondgenoten en een legioen vijanden. In het Noord-Engeland van 1961 is Kempton Bunton (Jim Broadbent) een aan lager wal geraakte taxichauffeur, aspirerend scenarist, sterk principieel en desalniettemin (of juist daarom) een geboren verliezer.
Wanneer zijn baas een Pakistaanse collega lastigvalt, kan hij het niet laten om voor hem op te komen – zelfs tegen de bezwaren in van de collega, die liever onopgemerkt door het leven gaat. Kempton staat fier rechtop, sabbelt wat aan zijn pijp, kijkt zijn baas recht in de ogen aan, schudt wat Gandhi uit zijn mouw, wordt prompt ontslagen en de wereld draait door. Je zou denken dat hij na ruim zestig jaar in het leven zijn lesje heeft geleerd, maar Kempton heeft principes.
Op een gegeven moment staan er ambtenaren voor de deur, die controleren of Kempton wel belasting betaalt voor de televisie in zijn huis. Televisie moet gratis zijn, meent Kenton, in ieder geval voor senioren, dus hij vertikt het de BBC ook maar een penny te geven. Wanneer hij gepakt wordt, vernielt hij liever zijn televisie dan dat hij toegeeft. Maar zoals het Kempton betaamt, eindigt hij twee weken in de bak. Wanneer hij tot overmaat van ramp (en door zijn eigen toedoen) werkloos wordt, is voor hem de maat vol. De televisiebelasting moet afgeschaft. Het Britse volk leeft al te lang onder het juk van de overheid.
Op datzelfde moment besluit de overheid een flinke som neer te tellen voor de aanschaf van het portret van de Hertog van Wellington, de legeraanvoerder die Napoleon versloeg bij Waterloo. Er worden geen overtuigende artistieke verklaringen gegeven voor de aankoop van het bescheiden portret, dat puur uit chauvinisme gekocht en tentoongesteld lijkt. (Ongeveer zoals Nederland in tijden van ongekende culturele verschraling een mooie Rembrandt rijker werd.)
Dus steelt Kempton het portret en verbergt hij het in de logeerkamer. Hij stuurt de staat een reeks idealistische losgeldbrieven, waarin hij allerlei tegemoetkomingen aan het Britse volk eist. Al gaat het hem allemaal de pet ver te boven.
Misschien is de socialistische kritiek van The Duke op het dagelijks leven in Engeland minder schrijnend en doortastend dan, laten we zeggen, de films van Ken Loach, maar de film heeft een verrassend groot hart. Met zijn speelse intonatie en hangende gezicht is Broadbent de ultieme deugniet, een uitvreter, en Helen Mirren het soort vrouw dat daar al heel haar leven mee opgescheept zit. Langzaam wordt duidelijk hoe de tegenslagen van Kempton, Dorothy en hun zoon Jackie zijn terug te leiden naar een enkele traumatische ervaring, jaren terug. The Duke benadrukt hoe mensen in precaire situaties één tegenslag verwijderd zijn van complete armoede, en hoe katten in het nauw rare sprongen maken.