Slotherhouse

Slome slasher

Slotherhouse

Een moordlustige luiaard houdt huis in een vrouwelijke studentenvereniging. Dat gaat precies zoals je verwacht. En juist daarin ligt het bestaansrecht van genrefilms als Slotherhouse.

Emily is lid van een vrouwelijke studentenvereniging en besluit zich verkiesbaar te stellen als voorzitter. Anno 2024 worden verkiezingscampagnes niet meer gevoerd met aandoenlijke posters en toespraken, maar met digitale posts en likes. Om haar kansen te vergroten adopteert Emily een fotogenieke luiaard van een louche stroper, naast de capibara onwaarschijnlijk genoeg een razend populaire mascotte op sociale media.

Luiaards zijn traag, ogen stoned en doen de godganse dag niks anders dan hangen, eten en af en toe neuken. Ze zijn letterlijk ons, als we niet hoefden te werken. Maar achter het schattige gezicht van Emily’s luiaard (een opzettelijk goedkope marionet) schuilt een meedogenloze, razendsnelle moordenaar.

Slotherhouse maakt optimaal gebruik van dit belachelijke uitgangspunt door de luiaard de meest onwaarschijnlijke moorden te laten plegen en die tegelijk volkomen serieus in beeld te brengen.

Films als deze zijn al talloze keren gemaakt. Ze vinken elke cliché in het slashergenre af: een groep zondige tieners, gespeeld door dertigers, die met hun ontucht een dodelijk kwaad over zich afroepen. Bimbo, atleet en nerd leggen één voor één het loodje, tot de schuchtere hoofdpersoon eindelijk de moordenaar verslaat – tot een vervolgfilm het riedeltje herhaalt.

Maar de strenge, vooraf bepaalde regels van een genre bieden ook zekerheid en duidelijkheid. Ze verbeelden een ordelijke wereld met logische oorzaken en uitkomsten. Juist omdat de grote lijnen vooraf al vaststaan, kan een genrefilm zich makkelijk onderscheiden in de manier waarop het die lijnen volgt. Elke minimale afwijking valt op, elke keuze is een statement. Slashers zeggen iets over de tieners van hun plaats en tijd, en elke slasher zegt net iets anders.

The Cabin in the Woods (Drew Goddard, 2011) maakte slasherclichés expliciet onderdeel van het verhaal, om te ageren tegen het keurslijf van het genre. Scream (Wes Craven, 1996) levert felle kritiek op de objectivering van, en het geweld tegen, vrouwenlichamen waarin slashers grossieren. Bodies Bodies Bodies (Halina Reijn, 2022) steekt de draak met de paranoia en verdeeldheid die aan het genre ten grondslag liggen.

Ook Slotherhouse zit boordevol knipogen naar en omkeringen van de conventies van het genre. Maar elk van deze films viert tegelijk wat slashers zo sappig en sexy maakt: geile jonge mensen die om hun naïviteit en egoïsme het loodje leggen.

Die perversie is makkelijker te slikken als een film het hart op de juiste plaats heeft. Door vraagtekens te zetten bij het adopteren van een wild dier, en Emily’s motivaties daarvoor, ageert Slotherhouse tegen, noem eens wat, dierenmishandeling, stroperij en de ijdelheid die sociale media in ons aanwakkert.

Of misschien is het gewoon een film over een moordlustige luiaard.