SETTLERS
Dicht op de huid
De films van de Engelse documentairemaker Sean McAllister schitteren door eenvoud. Met zijn dv-camera zit hij zijn onderwerp voor langere tijd dicht op de huid, vaak onalledaagse mensen in politiek moeilijke situaties. Zoals in Settlers, die deze maand te zien is in de DocuZone-theaters. "Alles wat ik nodig heb om een boeiende film te maken, is een paar mensen waarin ik geïnteresseerd ben."
Sean McAllister (1965) is een typische ‘nice bloke’. In het gesprek dat plaatsvindt in Londen geeft McAllister veelvuldig blijk van zijn grote interesse voor mensen, maar uit hij ook zijn onzekerheden over het filmmaken zelf. McAllister raakte geïnteresseerd in filmmaken toen hij na acht jaar werkloosheid bij toeval een camera ter hand nam. Na het doorlopen van een regionale filmschool werd hij toegelaten tot de prestigieuze Britse National Film and Television School. Sinds zijn afstuderen heeft McAllister in kleine kring naam gemaakt met zijn voor televisie geproduceerde intieme camcorder-documentaires.
De schoonheid van McAllisters films ontstaat bijna als vanzelf, doordat hij mensen voor langere tijd volgt, bij ze aan het ontbijt zit en met ze naar de kroeg gaat. Door te werken zonder crew en misschien ook wel omdat de filmmaker zo’n aardige vent is, weet hij een groot wederzijds vertrouwen op te wekken. Daardoor staan ze hem dan toe hen in alle situaties te filmen, ook in politiek of persoonlijk moeilijke omstandigheden. "Het vertrouwen slecht de façades. Ik probeer iemands ziel op het doek bloot te leggen, met alle oneffenheden. De persoonlijke ervaring is voor mij een belangrijk aspect van het filmmaken. Ik zou niet een uurtje voor een bepaald shot uit kunnen trekken. Als ik mijn karakters heb, dan heb ik in feite de film. Daarna is het slechts een kwestie van volhouden."
Uitersten
De mensen in McAllisters documentaires zijn nooit alledaags. Zo koos hij voor een opdrachtfilm over een werkgelegenheidsproject niet voor iemand die al jaren een baan zoekt, maar voor een 36-jarige man die nog nooit heeft gewerkt, omdat hij daar politiek tegen gekant is. Working for the Enemy (1997) presenteert daardoor interessante gezichtspunten op de westerse samenleving. Voor Minders (1998) ging McAllister naar Irak, waar hij een film maakte over de hem toegewezen bewakers en zo een menselijk gezicht gaf aan de ‘handlangers’ van een verguisd regime.
Settlers (2000), McAllisters bekendste film, is een dubbelportret van een joodse en een Palestijnse inwoner van Jeruzalem, dat deze maand te zien is in de DocuZone-theaters. "Ik was al langer geïnteresseerd in het Midden-Oosten", zegt McAllister, "maar daar komen bijna altijd dezelfde documentaires vandaan: van intellectuelen die films maken over wat goed is en wat niet. Alles wat ik nodig heb om een boeiende film te maken, is een paar mensen waarin ik geïnteresseerd ben."
Hoewel het onderwerp politiek beladen is, was McAllister niet in de eerste plaats geïnteresseerd in de joods-Palestijnse zaak, maar in de uitersten die in zo’n extreme omgeving te vinden zijn. "In de film krijg je een idee van de mafkezen die in Jeruzalem wonen, de absolute speeltuin van de joden van de wereld, een stad vol excentriekelingen." De twee personen uit deze film zijn dan ook alles behalve doorsneeburgers. Zo heeft de zwarte Palestijn Ali ooit een bom geplaatst, maar tegenwoordig is hij gids voor toeristen. Daar tegenover staat de van oorsprong Amerikaanse chassidische jood Dov, een volgeling van een hippie-rabbijn, die al zingend zijn eigen radioshow presenteert.
Achteraf gezien vindt McAllister eigenlijk dat hij zich te bescheiden heeft opgesteld tegenover Dov, die soms "I love God!" roepend over straat gaat. "Sommige mensen vallen over Dov, vinden hem een clown. In de montage heb ik geprobeerd hem wat menselijker te maken, maar misschien had ik hem nog wat meer af moeten zwakken. Voor sommigen gaat nu door Dovs gedrag de oprechte boodschap van de film een beetje verloren."
Principes
Hull’s angel, Sean McAllister’s nieuwe film, was te zien op het afgelopen Shadow Festival in Amsterdam. Het is het portret van de 48-jarige Tina, die zich het lot van asielzoekers in McAllisters geboortestad Hull heeft aangetrokken. Terwijl menig filmmaker met dit gegeven de asielzoekers als onderwerp zou nemen, wellicht in contrast met enige inwoners van Hull, richt McAllister zijn camera voornamelijk op Tina. Deze vrouw uit de working class, die door haar hulp aan asielzoekers door velen met de nek wordt aangekeken en uiteindelijk zelfs haar stad moet ontvluchten, is het ideale onderwerp voor McAllister: "Tina heeft het karakter waar ik me toe aangetrokken voel. Zij is iemand met principes waar ze heel ver voor wil gaan. De reden waarom ik ooit films ben gaan maken, was om dit soort mensen onder de aandacht te brengen."
Hull’s angel was een zware bevalling, aangezien McAllisters vaste editor niet beschikbaar was en diens vervanger niet begreep waar McAllister mee bezig was. "Om een bepaalde mate van subtiliteit te bereiken, moet je best dapper zijn en veel ‘sexy’ materiaal, zoals bijvoorbeeld geweldsscènes, weggooien. De rol van de editor is, dat hij me helpt om de film de juiste stem te geven. Het hart van de film, datgene waar ik op wilde focussen, is namelijk een vrouw die opkomt voor waar zij in gelooft."
McAllister had zijn hoofdpersoon Tina eind oktober meegenomen naar de première op het documentairefestival van Sheffield. Hij maakte zich echter wel nerveus over de confrontatie van zijn hoofdpersoon met het festivalpubliek in het klassenbewuste Engeland. Maar dat bleek onnodig: "Men vond haar geweldig", vertelt hij opgetogen. "Het publiek wilde na afloop van alles over haar weten en Tina was meer aan het woord dan ik!"
Ondertussen is McAllister op zoek naar een nieuw onderwerp. Een plan voor het maken van een film in het Texas van George Bush tijdens de aanloop naar een oorlog met Irak, is helaas net afgewezen door Channel Four.
Frank de Neeve