Ruben Brandt, Collector

Verzamelen als vorm van exorcisme

De animatiefilm Ruben Brandt, Collector is een uptempo heistfilm die doordrenkt is van een paar eeuwen kunstgeschiedenis. Met de luchtigheid en humor van The Pink Panther of de James Bond-films uit het Roger Moore-tijdperk.

Onderzoeken wijzen uit dat kunst goed is voor de ontwikkeling van het kinderbrein, dementie bij ouderen kan afremmen en mensen over het algemeen gelukkiger maakt. Dat laatste geldt zeker niet voor Ruben Brandt, hoofdpersoon in de eerste lange animatiefilm van Milorad Krstic. Brandt is een psychiater gespecialiseerd in het behandelen van artistiek angehauchte criminelen, maar wordt zelf geplaagd door nachtmerries met beroemde schilderijen in de hoofdrol. Zo wordt hij aangevallen door de kat uit Édouard Manets Olympia en daagt Elvis in cowboypak, bekend van Andy Warhols zeefdruk, hem uit tot een duel.

Als hij weer eens badend in het zweet wakker wordt, besluiten zijn patiënten hem te helpen. Onder leiding van de kleptomane circusacrobaat Mimi breken ze in bij de grote musea van de wereld om twaalf meesterwerken te stelen. Eenmaal aan de wand van Brandts studeerkamer kunnen ze geen kwaad meer.

Verzamelen als een vorm van exorcisme is een bekend idee uit de psychiatrie. De grote Sigmund Freud, aan wie wordt gerefereerd in de film, verbond ‘objectfixatie’ aan de anale fase waarin we controle verliezen over onze sluitspier. Het trauma dat dan ontstaat moet gecompenseerd worden door dingen te verzamelen.

Hoe verwant de Sloveense filmmakers zich misschien ook voelen met de Weense zielenknijper, Ruben Brandt, Collector is geen psychodrama. Het is eerder een klassieke heistfilm met de luchtigheid en humor van The Pink Panther of de James Bond-films uit het Roger Moore-tijdperk. De diversiteit van de dievenbende – er zit bijvoorbeeld een tweedimensionale man bij die onder iedere kluisdeur door kan schuiven – doet weer denken aan Ocean’s Eleven of Mission: Impossible. Ze racen, springen en rennen terwijl een Amerikaanse detective en een internationaal assortiment boeventuig hen op de hielen zitten.

Niet alleen de helden en hun belagers zien eruit alsof ze een klap van de kunsthistorische molen hebben gekregen. Dat geldt voor de hele wereld waar ze doorheen bewegen. Alle figuranten zijn door de kubistische filter van Picasso gehaald en hebben minimaal drie ogen en twee kinnen. Voor kunstliefhebbers is bijna niet bij te houden wat er aan herkenbaars voorbijkomt, van een Hopperiaans nachtcafé en de appel van Magritte tot Otto Dix-achtige sloeries en een bloemenveld dat recht uit een Monet-schilderij lijkt te komen. En dan zijn er nog de nodige knipogen naar de filmgeschiedenis, waarvan de cameo van Hitchcock als ijsblokje misschien wel de leukste is.

Het vermakelijke maar dunne verhaal is eigenlijk niet meer dan een kapstok voor een ode aan de kunstliefde. Want zo, totaal ondergedompeld in kunst, ziet de wereld eruit voor verzamelaars. En zijn serieuze liefhebbers dat niet allemaal: verzamelaars van beelden, fysiek of mentaal?