RESSOURCES HUMAINES
Liefde voor een licht gekromde rug
Nieuwkomer Laurent Cantet maakte met Ressources humaines een wonderschone film over werk in de fabriek. Een beetje zoals oudgediende Ken Loach met zijn nieuwste film The navigators een film maakte over werk aan het spoor. Een Franse en een Britse proeve van intelligent engagement, hoe verschillend verder ook.
Op het afgelopen Filmfestival van Venetië baarde The navigators (deze maand al te zien op de Britse televisie) veel opzien. Ken Loach had de ellende rond de privatisering van de Britse spoorwegen aangegrepen voor een betekenisvolle spoorwegtragedie, zonder glamour en zonder steracteurs. Bijna onophoudelijk verkeerde zijn documentaire-camera bij de arbeiders op het spoor. De onderlinge solidariteit werd behoorlijk op de proef gesteld, maar er viel ook wat te lachen bij Loach. De grotendeels onbekende acteurs waren niet voor niets uit het fameuze Britse stand-up comedy-circuit gerecruteerd. Onder hen ook Steve Huison, een iets bekendere verschijning uit The full monty.
Bij het zien van Ressources humaines van de debuterende en inmiddels veelbekroonde Franse regisseur Laurent Cantet realiseer je je terdege hoe humor in de meeste films (ook die van Loach) als smeermiddel wordt gebruikt. Ressources humaines is juist geen arbeidersklucht, en zeker geen arbeiderssprookje. Het is een nauwgezette, sociaal-realistische studie naar het leven in en rond een Normandische staalfabriek waar de vader al dertig jaar gaten in stalen plaatjes stanst en waar de zoon als stagiair uit Parijs een tijdje in directiekringen zal verkeren.
Geslagen hond
Het startpunt voor de escalerende dramatische gebeurtenissen is door Cantet (samen met scenarioschrijver Gilles Marchand) zorgvuldig gekozen. De onwennig in pak zittende zoon organiseert onder de arbeiders een enquête over de 35-urige werkweek (ja, zo specifiek is Cantet), om er vervolgens achter te komen dat die enquête door de directie gebruikt zal worden om twaalf mensen te ontslaan, onder wie zijn eigen vader. De veelbelovende stagiair met kans op een baan in de directie kiest de zijde van de vakbond en ontpopt zich tot stakingsleider.
Toch vervalt Cantet niet in simplisme. Behalve een fabrieksdrama is Ressources humaines namelijk ook een subtiel vader-zoonverhaal dat aan het slot niet tot verzoening leidt en dus gespeend blijft van oppervlakkige sentimenten. De berusting van die aanvankelijk zo trotse vader (wiens licht gekromde rug zo liefdevol door Cantet wordt gefilmd) staat lijnrecht tegenover de woede en de schaamte van de zoon. Het is een aangrijpende confrontatie, vooral door het overtuigende spel van de acteurs. De vader die weigert het werk neer te leggen en die bestraffend toegesproken wordt door zijn zoon, is zijn emoties niet meer de baas. Heel licht begint zijn onderkaak te beven, zijn rare snor trilt een beetje mee. Als een geslagen hond staat hij daar, oog in oog met zijn zoon. Hij ziet niet alleen zijn eigen wereld in duigen vallen, maar ook die van zijn kind, de grote trots van de arbeidersfamilie.
En dan te bedenken dat met uitzondering van de rol van de zoon (Jalil Lespert) alle rollen worden vertolkt door amateurs die maanden van te voren konden mee sleutelen aan de dialogen.
Ressources humaines ontleent een groot deel van zijn kracht aan de authenticiteit van de woorden, en vooral de gebaren, van zijn ‘acteurs’. Cantets licht gekromde ruggen kun je niet ensceneren, die moet je opmerken en vastleggen.
Belinda van de Graaf