Quiet Life
Kille afwijzing

Quiet Life
Boeiende maar afstandelijke film over het bijzondere, voor het eerst in Zweden geconstateerde ‘terugtredingssyndroom’, dat vrijwel uitsluitend voorkomt onder kinderen van asielzoekers.
Al bij de eerste scène gaan je gedachten naar de films van Yorgos Lanthimos, een van de aanvoerders van de Griekse Weird Wave die zo’n vijftien jaar geleden startte. Een statische camera, een strak gekadreerd frame waarin eerst een jong meisje, vervolgens een ouder tienermeisje, dan de moeder en als laatste de vader, zich opstellen als voor een familiefoto. Maar het blijkt dat ze zich voorbereiden op bezoek van Zweedse autoriteiten, die komen checken of alles in de hun toegewezen asielzoekerswoning in orde is.
Lanthimos is een meester in het construeren van absurdistische systemen (families, maatschappijen) in verzonnen, maar niet onmogelijke samenlevingen. Zijn jongere collega Alexandros Avranas maakte met Quiet Life een film over een bestaande situatie in een bestaande samenleving, die minstens zo absurd is.
In 2018 ging een foto de wereld over die de aandacht vestigde op het zogenaamde terugtredingssyndroom, in Zweden bekend als het Uppgivenhetssyndrom. Er waren honderden gevallen van kinderen tussen de acht en vijftien jaar die aan een mysterieuze ziekte ten prooi vielen: ze werden apathisch en raakten uiteindelijk in een coma. Het opvallende was dat het ging om kinderen van asielzoekers van wie de aanvraag was geweigerd.
In deze film staan de Russische ouders Sergei en Natalia onder grote druk wanneer ze te horen krijgen dat hun verblijfsvergunningsverzoek is afgewezen. Jongste dochter Katja, die op school en in haar koor behoorlijk is ingeburgerd, reageert op die gebeurtenis met bewusteloosheid.
Het absurdisme daarvan wordt versterkt door het feit dat ze in een instelling terechtkomt, afgesloten van de buitenwereld en met een grote groep soortgelijke patiëntjes. Haar ouders moeten leren vrolijk te zijn in haar omgeving; in even humoristische als angstaanjagende scènes krijgen ze van een Barbie-achtige, hoogblonde vrouw les in glimlachen en de vier regels van PAPA, dingen die je niet mag doen in het bijzijn van je zieke kind: praten over het verleden, asiel, problemen en angst.
Het is een intrigerend gegeven, vooral met de wetenschap dat dit syndroom echt voorkomt, al is het nog niet officieel erkend als medische aandoening. Avranas legt klinisch de wreedheid en kilheid van de systemen in Zweden bloot en de vernederende situaties waarin vluchtelingen terechtkomen.
Diezelfde kilheid zie je terug in de hele esthetiek van de film, tot aan de kleding van de personages toe. Dat maakt het wat lastig om een warm en empathisch gevoel te krijgen bij het gezin, terwijl alle acteurs (met name de twee meisjes) buitengewoon knap hun rol spelen. Nu kijk je van de buitenkant naar binnen, zonder de ontzetting die de gebeurtenissen zouden moeten oproepen.