PUBLIC ENEMY NO. 1 — PART 1 & 2
Meester en slaaf van zijn lot

Een anarchistisch pamflet vermomd als crimi biopic. Of andersom. Dat kunnen alleen de Fransen. Alleen een Franse meester-crimineel, om precies te zijn. In public enemy no. 1 — part 1 & 2 wordt die gespeeld door Vincent Cassel.
Wat waar is en wat gelogen, zal nooit te achterhalen zijn. Maar feit is dat de legendarische Franse bankovervaller Jacques Mesrine in 1977 een autobiografie publiceerde die nogal wat opschudding veroorzaakte bij het Franse establishment. Dit jaar ontstond opnieuw flinke onrust rond de geplande release van een tweedelige biopic gebaseerd op Mesrine’s boek.
Want zou de film de crimineel niet te veel verheerlijken, vroeg een deel van de Franse meningenmachine zich meteen af. Of zou hij worden afgeschilderd als een gevaarlijke gek en een moordenaar, vreesde een ander deel, waaronder zijn familie. Al tijdens zijn leven groeide de legende rond Mesrine. En omdat de waarheid met hem het graf in ging, blijft er voor altijd ruimte om te speculeren.
Mesrine zelf zou ooit hebben gezegd dat hij minstens dertig mensen had vermoord. Toch lukte het de Franse justitie in verschillende rechtszaken niet om zijn betrokkenheid te bewijzen. Trouwens, van het grootste deel van die moorden was Justitie toen niet eens op de hoogte. Die rechtszaken leidden wel tot veroordelingen, maar Mesrine wist tot drie keer toe uit de gevangenis te ontsnappen — de derde keer zelfs nadat hij dat publiekelijk had aangekondigd (zoals honkballer Babe Ruth op het veld een keer wees waar hij de bal heen zou slaan). Ooit wist hij zelfs met een naar binnen gesmokkeld pistool uit een rechtszaal te ontsnappen. Dit soort capriolen zijn deel geworden van de legende Mesrine. Net als zijn gewoonte om twee naast elkaar gelegen banken in één keer te overvallen.
Anderen wijzen erop dat, alle charme ten spijt, Mesrine ook een koelbloedige moordenaar en een psychopaat was die onder meer een kritische journalist gemarteld en vermoord zou hebben. In zijn autobiografie bekende hij in ieder geval één moord.
Tour de finance
Nog tijdens zijn leven werd de gangster uitgeroepen tot staatsvijand nummer 1. Maar die titel is niet wat Mesrine’s leven en Jean-François Richets tweedelige verfilming zo fascinerend maakt. Staat en politie spelen tot op het laatste moment slechts een bijrol in het geheel. Nee, het is de zweem van ideologie die hem aankleeft. Mesrine beweerde zijn overvallen te plegen ‘om niet als een middelmatige slaaf van de alarmklok door het leven te moeten gaan’. Criminaliteit was volgens hem een daad van verzet tegen het onderwerpende systeem dat van iedereen gehoorzame en identieke werkmieren maakt. Hij riep zichzelf uit tot een soort Robin Hood en stal naar eigen zeggen alleen van de rijken. Of dat nou een comfortabele leugen was die hem een legitiem motief verschafte zal altijd onduidelijk blijven.
Hoe dan ook, zijn glorificatie — net als elke andere publieke fascinatie voor criminaliteit — maakt van de film in zekere zin een anarchistisch pamflet. Want het kán dus: je kunt buiten het systeem om een comfortabel leven leiden waarin je volledig doet wat je zelf wilt. Dát is wat Mesrine liet zien: met genoeg lef en intelligentie kun je buiten de regels om spelen. Het zou niet eens zo gek zijn wanneer het publiek zich zou laten inspireren door zijn vrijheidsstreven.
Richet laat op de achtergrond de uitwassen van politieke strijd langskomen — de opkomst van de Chileense dictator Pinochet, de RAF en de ontvoering van Aldo Moro door de Italiaanse Rode Brigades. Bovendien kreeg Jacques Mesrine de smaak van geweld te pakken in het Franse leger, zoals al snel na de opening van het eerste deel duidelijk wordt. Impliciet spiegelt de film burgerlijk geweld aan staatsgeweld en dat roept weer eens de vraag op hoe die twee zich precies tot elkaar verhouden. In ieder geval niet zo eenvoudig als het lijkt.
Over het einde van Mesrine’s leven, dat Richet ingenieus in het begin van het eerste deel aankondigt om vervolgens in het tweede deel direct daarná te beginnen, laat de regisseur weinig twijfel bestaan. Mesrine is midden in Parijs standrechtelijk geëxecuteerd. Misschien vanuit een overweldigende machteloosheid van de Franse staat, maar waarschijnlijker vanuit ergernis. Want die staat moet zich tot op het bot beledigd hebben gevoeld. Mesrine ondergroef immers de fundamenten van het systeem.
Verzet
Regisseur Richet en Vincent Cassel, de acteur die Mesrine’s karakter in alle lichte en donkere tinten laat zien, houden de verschillende kanten van het verhaal volledig in balans. Mesrine is ontvlambaar en gewelddadig maar hij is ook intelligent. Hij houdt het overzicht en neemt intuïtief de juiste beslissingen. Verder valt ook meteen de sobere en effectieve production design van Emile Ghigo op.
Er zit een onmiskenbare ironie in de film, die hier en daar zowel in de vórm (split screens) als in de inhoud verwijst naar verschillende iconen uit het genre, waaronder the getaway, alcatraz, en bob le flambeur. Alles waar die films minstens anderhalf uur voor nodig hebben, laat Richet in een handomdraai voorbijgaan. Alsof hij wil zeggen dat het daar nooit om ging, om de ontsnappingen en het geld en de spanning en de overvallen. Details waren dat, kinderspel. Alsof het altijd ging om het verzet van de mens tegen de staat, over vrijheid dus.
In Frankrijk was naast veel lof ook kritiek te horen omdat de film te Amerikaans zou zijn. Maar dat is onzin. Nergens is sprake van sensatiezucht en de politieke ondertoon geeft een prettig sterke nasmaak aan het geheel. Of betekent ’te Amerikaans’ op een soepele manier een complex verhaal vertellen? Want dat is wat Richet hier doet. Overigens samen met scenarist Abdel Raouf Dafri, die ook de auteur is van ‘La commune’, het Franse equivalent van de uitstekende Amerikaanse televisieserie ‘The wire’. public enemy number one is voor de volle 210 minuten een intense en pakkende film. Ondanks Mesrine’s vele gezichten geeft Richet een heel goed idee van wie deze opvallende figuur was.
Ronald Rovers