Promised Land (Jason Xenopoulos)
Implosie
Jason Xenopoulos keek voor zijn debuut Promised land goed naar Straw dogs, Festen en Paris, Texas. Geweld, gebleekte luchten en voyeuristische inkijkjes geven een beeld van een geïsoleerde gemeenschap in Zuid-Afrika die op het punt staat zichzelf op te blazen. “Het landschap is een soort psychologische samenzweerder.”
“Ik ben een fruitsalade”, stelt Jason Xenopoulos. De vader van de jonge Zuid-Afrikaanse filmmaker is van Grieks-Cypriotische afkomst. Zijn moeder is joods met Oost-Europese wortels. En zijn stiefmoeder is volbloed Afrikaans. “Dat is typisch Zuid-Afrikaans”, volgens Xenopoulos. “De jonge generaties ontlenen hun identiteit ook niet aan ras of huidskleur maar aan hun culturele voorkeuren. Voorkeuren die uit een mondiale grabbelton zijn gevist. Er is niet zoiets als een nationale identiteit.”
Promised land, Xenopoulos’ debuutfilm, is volgens de regisseur ook geen typische Zuid-Afrikaanse film. Natuurlijk, het verhaal dat gebaseerd is op de roman Na die geliefde land (1972) van Karel Schoeman, speelt zich af op het subtropische platteland. Cast en crew zijn honderd procent Zuid-Afrikaans. “Maar de film had zich ook kunnen afspelen in Bosnië, Zuid-Amerika of het Midden-Oosten”, vindt Xenopoulos. “De Afrikaners in Promised land zijn een verlamde groep mensen die vast zit in een starre ideologie. Dat is niet typisch voor blanke Zuid-Afrikanen. Maar ze er wel een ideaal voorbeeld van.”
In Promised land strandt George, Afrikaner van geboorte maar inmiddels succesvol advocaat in Londen, bij de boerderij van een geïsoleerde Afrikaner familie. Met allerlei smoezen weerhouden ze hem ervan zijn oom Pieter en de oude boerderij van zijn moeder te bezoeken. Gaandeweg blijkt de oom vermoord en de boerderij opgeblazen en raakt George verstrikt in een net van gewelddadige paranoia en benauwend extremisme. Alleen de aan de locale militieleider uitgehuwde dochter Carla en haar gevoelige broer Paul staan aan George’s zijde.
“Wat ik wilde tonen is een gemeenschap op het moment van implosie”, verduidelijkt Xenopoulos. “Het is de zelfdestructie van het laatste bastion van extreem-rechts Zuid-Afrika. Want dat is het punt waar we nu in Zuid-Afrika staan. Een deel van de bevolking beseft dat we het verleden niet moeten ontkennen maar vooral de toekomst moeten omarmen. En er is een groep die terug wil naar apartheid. Dat zijn mensen die tegelijkertijd tragisch, eng en clownesk zijn.”
Die maatschappelijke scheur bleek overigens ook uit de reacties op Promised land. “Ik heb positieve reacties gehad maar ook een portie onversneden haat”, vertelt de regisseur. “Die haat kwam overigens niet van de racisten. Het waren juist de academische critici die zich altijd als meer intellectueel dan politiek hadden geaffichieerd. Die zagen mijn film als een bedreiging voor hun cultuur. Zij herkennen zich enkel in het oude Zuid-Afrika.”
Claustrofobisch
“De psychologie van de hoofdpersoon heb ik geprojecteerd op het landschap. Daar heb ik alle kleur uitgezogen. Het is gebleekt, claustrofobisch geworden. De luchten beloven regen en zijn bijna inktzwart. Ze zijn mooi en tegelijkertijd angstaanjagend. Het landschap is een soort psychologische samenzweerder.”
In de interieurs nam Xenopoulos de benauwende sfeer nog een stap verder. Nooit krijgen we hier gezichten of voorwerpen in hun geheel te zien, alles wordt half gesuggereerd. Het contrast tussen licht en donker is extreem. Freeze frames en jumpshots weken de kijker los van zijn gevoel van tijd. De perspectieven zijn vaak gebogen en de kaders zelden recht. De regisseur noemt zichzelf dan ook “een expressionistisch filmer”. “Die interieurs wilde ik neerzetten als een schilderij van Caravaggio. Ik heb geprobeerd de camera zo voyeuristisch mogelijk te gebruiken. De kijker betrapt de personages in hun herinneringen, hun dromen, hun geheimen. En daarmee breekt de film uit de realiteit.”
De extreem gestileerde, bijna gelikte look van Promised land is voor een deel te danken aan het gebruik van High-Definition videocamera’s. Xenopoulos is hiermee de eerste Afrikaanse filmer die deze techniek gebruikt. Zijn beheersing van het métier is zo indrukwekkend dat uitvinder Sony Promised land zelfs gebruikt als demonstratiemateriaal om filmmakers te tonen wat er met H-D mogelijk is.
Gegoochel
Niet dat Xenopoulos een puur technisch filmer is. Hij is eerder een verhalenverteller. Eentje die put uit een zo breed mogelijke stroom, van artistiek tot commercieel. Zo heeft hij onlangs de opnames afgerond voor Critical assignment, een actiefilm rond een Afrikaanse James Bond die op het continent bekend staat als de reclamefiguur van bierbrouwer Guiness. “Wat ik in ieder geval niet zal doen is films maken over de realiteit van zwarten in Zuid-Afrika. Dat moeten anderen doen die dichter bij die belevingswereld staan. Ik ben geen programmatisch filmmaker.”
In Xenopoulos’ verbeelding van geweld zijn duidelijke echo’s te herkennen van Sam Peckinpahs Straw dogs. De psychologische dynamiek van de dysfunctionele familie doet denken aan Festen van Thomas Vinterberg. “En er zit ook een flinke dosis Paris, Texas in”, voegt de regisseur toe. “Voor de scène waarin een kip wordt geslacht heb ik nog eens goed naar The Texas chainsaw massacre gekeken. Ik had het geluk te werken met een cameraman die precies hetzelfde referentiekader heeft als ik. We konden dus prima communiceren met zinnen als ‘Na de lunch doen we dat Sergio Leone tracking shot’ of ‘Die boom moet in een Robby Müller-shot’.”
Sommige critici vinden dat Xenopoulos zijn stilistische gegoochel geloofwaardig houdt tot het nogal abrupte en gewelddadige einde. Maar dat hij dan te veel inlevingsvermogen van de kijker verwacht. “Misschien is dat zo”, geeft hij schoorvoetend toe. “Maar ik hoop dat het publiek tot het laatste moment gelooft dat alles nog goed kan komen. Dat de dreiging van geweld alleen een dreiging blijkt te zijn. En het geweld dat ik dan toon is inderdaad wel erg iconografisch. Het zijn slowmotionshots waarin de destructie van een overbodig geraakt gedachtegoed wordt verbeeld. Daar hoeft het publiek ook niet emotioneel bij betrokken te zijn. Er gaan geen mensen dood maar ideeën.”