Plan 9 from Outer Space

Buitenaards slordig goud

Plan 9 from Outer Space

Sommige films zijn zó slecht zijn dat je ze niet kunt laten liggen. Kijk maar naar Plan 9 from Outer Space (1959) van pulpregisseur Ed Wood, te zien in het kader van de tentoonstelling A Journey into the Unknown.

In 1980 riep criticus Michael Medved Plan 9 from Outer Space uit tot slechtste film ooit. Het gevolg was een cultstatus. Het flinterdunne verhaal draait om enkele boosaardige aliens die ‘Plan 9’ in werking zetten, wat inhoudt dat ze een paar doden tot leven wekken. Dit om de productie van een allesverwoestende bom te dwarsbomen.

Er is een postume rol in de film weggelegd voor de Hongaars-Amerikaanse acteur Bela Lugosi – of nu ja, vlak voor zijn dood gemaakte opnamen zijn vrij willekeurig door Wood gebruikt. Na zijn prachtige rol in Dracula (1931) zakte Lugosi weg in een routine van morfinegebruik, totdat Wood, horrorliefhebber ten top, hem ontdekte, en hij uitgroeide tot een muze. Uiteindelijk blijkt Lugosi de enige verbinding tussen Plan 9 from Outer Space en wat men noemt kwaliteitsfilm.

Van belang is de enorme kluwen van fouten te ontwarren. Zo is er om te beginnen het soort knulligheid dat inherent is aan de lowbudget niche waartoe Plan 9 from Outer Space behoort: grafstenen van multiplex, papieren schoteltjes aan touwtjes, decors zo hoekig als de vele manke dialogen – kortom: zaken die indachtig het budget van slechts 60 duizend dollar nog wel vergeven kunnen worden.

Erger zijn de fouten die in welke context dan ook absoluut ontoelaatbaar zijn. Er zijn schaduwen van hengelmicrofoons zichtbaar, acteurs lezen onbeschaamd voor uit een script, personages noemen andere personages bij de verkeerde naam (ja, echt) en er geldt een algemene afkeer van wat men filmische continuïteit noemt. De illusie is impotent. Gaandeweg wordt meer en meer de vraag wat Ed Wood in godsnaam in zijn rol als filmregisseur zag. Of, ook een mogelijkheid, en eigenlijk best aannemelijk, of de regisseur niet zélf een alien was, op pad gestuurd om de aardse bevolking onzeker te maken over zijn creatieve vaardigheden.

De film, volgens Woods zelf zijn grote trots, ontroert zoals de basisschoolmusical van je tienjarige neefje: de afwezigheid van enige competentie wordt gecompenseerd door een blind enthousiasme dat, in tegenstelling tot de koelte van technische perfectie, rechtstreeks tot het hart spreekt. Precies daarom werkt Tim Burtons biopic Ed Wood (1994) ook zo goed: de titelheld is Herzogiaans strijdlustig, zijn passie verslaat het gezond verstand. Het resultaat van zijn inzet is voor ieder ander verwaarloosbaar, deprimerend slecht, terwijl het voor Wood zelf een absoluut meesterwerk is. Het is lastig om hier niet door ontroerd te raken.

Dit alles maakt Plan 9 from Outer Space echter niet tot een heel leuke zit, laat staan een aanrader. Natuurlijk, aanvankelijk amuseert de lulligheid, maar dat is snel afgelopen. Als na een halfuur niet meer terug te grijpen valt op enige continuïteit, dan begint de kijkervaring bergafwaarts te rollen. De enige relevantie van de film schuilt nu nog in Ed Woods onbegrepen genialiteit. En wie daar benieuwd naar is, wordt beter bediend met Tim Burtons Ed Wood.


Plan 9 from Outer Space is te zien in het kader van de tentoonstelling A Journey Into the Unknown in LantarenVenster, Rotterdam op 16 juni 2019 om 19.00u. Deze recensie werd geschreven in het kader van Filmkrant Lab 2019, een trainingstraject voor jonge filmcritici.