Picciridda

Oma heeft haar redenen

Picciridda

Met twee ijzersterke actrices in de hoofdrollen weet regisseur Paolo Licata door te dringen tot de kern van een vergiftigde familie.

Kindacteurs kunnen verbluffen. Marta Castiglia is een ontdekking van het kaliber Jean-Pierre Léaud (Les quatre cent coups, 1959), Jodie Foster (Taxi Driver, 1976) en River Phoenix (Stand By Me, 1986): kinderen met zo’n hoge emotionele intelligentie dat ze je volkomen vanzelfsprekend meeslepen. Hun vroegwijze blik wordt de jouwe, en je schaamt je voor het volwassen gedoe waarin ze betrokken raken.

Regisseur Paolo Licata wilde per se een Siciliaans meisje voor de hoofdrol in Picciridda, zijn verfilming van de gelijknamige roman van Catena Fiorello waarin de couleur locale essentieel is. Hij vond haar na honderden screentests – ze moest alleen het regionale dialect nog leren. Picciridda speelt zich af op Favignana, een eiland aan de westkust van Sicilië, waar de tijd stil lijkt te staan en het geografisch isolement de sociale interactie bepaalt.

Iedereen kent iedereen. Reputaties dienen koste wat kost bewaakt te worden. Rituelen en religieuze feesten bepalen de kalender. Er is zo weinig werk dat de ouders van de elfjarige Lucia naar Frankrijk vertrekken, in de hoop op meer voorspoed. Haar broertje mag mee, zij niet: oma (‘nonna’) Maria zal zolang voor haar zorgen. Hoewel: Maria reageert zo bot en hardhandig op het dramatische afscheid dat je aanvankelijk vreest dat Lucia bij een bruut is achtergelaten.

Maar niets is wat het lijkt. Gaandeweg groeit er een vertrouwensband tussen de twee, waarbij actrice Lucia Sardo als de stoere, hoekige Maria knap gedoseerde glimpjes kwetsbaarheid laat zien. Soms draagt ze haar lange zwarte haar even los, of zit ze op haar stoepje te roken, en zie je opeens een eenzaam mens. Lucia ziet dat ook. Met al haar gesnauw en sporadische gemep is nonna óók haar hoedster, haar wekker en haar geweten. Bij haar durft Lucia een tiener worden, met nukkige buien en vragen over alles. Waarom mag ze niet op bezoek bij tante Pina en oom Saro, die haar vriendelijk aanhalen en stiekem kadootjes toestoppen? Waarom is nonna zo boos en wantrouwend?

In het laatste halfuur worden Maria’s beweegredenen op een even verpletterende als melodramatische manier duidelijk. De slotscènes met een in vergelijking houterige volwassen Lucia die terugkeert op het eiland zijn niet de sterkste, maar die vergeet je gauw weer. Het meisje en haar oma niet.