One Life

Anthony Hopkins kan prachtig huilen

One Life

“Het gaat niet om mij”, verzucht Anthony Hopkins regelmatig als Sir Nicholas Winton. Toch richt dit biografische drama zich volledig op Wintons heldendaden rond de Tweede Wereldoorlog en op zijn diepgewortelde angst dat hij niet genoeg gedaan had.

De eega van Nicholas ‘Nicky’ Winton (Anthony Hopkins) maakt zich in de late jaren tachtig zorgen. Haar bejaarde man schuifelt tobberig door zijn met archiefmateriaal volgestouwde kantoor. Iets weggooien gaat blijkbaar niet en de inhoud ervan loslaten evenmin.

Dan zijn we terug in de late jaren dertig. De idealistische, Londense effectenhandelaar Nicky (hier gespeeld door Johnny Flynn) reist naar Praag om te helpen in een vluchtelingenkamp. Daar treft hij in erbarmelijke omstandigheden honderden gezinnen die een veilig heenkomen zochten vanuit Nazi-Duitsland en omringende, al bezette landen. Sommigen vluchtten om politieke redenen, de meesten omdat ze Joods zijn.

Al op dag één zwengelt Nicky een plan aan om zoveel mogelijk kinderen naar Engeland te krijgen en hen tijdens de op handen zijnde oorlog bij pleeggezinnen onder te brengen. Prachtig plan, vrijwel onuitvoerbaar, aldus de meer ervaren hulpverleners. Maar Nicky, z’n moeder (Helena Bonham-Carter) en bevlogen anderen gaan alsnog aan de slag om in een race tegen de klok zoveel mogelijk kinderen te redden.

In de jaren tachtig besluit Nicky, die nog altijd vreest niet genoeg te hebben gedaan voor deze vluchtelingen, het beest tóch in de bek te kijken. Deze geschiedenis moet bewaard blijven voor volgende generaties en daar hoort het oprakelen van het verleden bij, culminerend in emotionele afleveringen van het BBC-programma That’s Life!.

Het uiterst klassieke, op ware gebeurtenissen gestoelde drama One Life van James Hawes is gebaseerd op de door Wintons dochter Barbara geschreven biografie If It’s Not Impossible… The Life of Sir Nicholas Winton. Hawes gaat vol voor de tranen – zeker in het tweede deel. Het is aan het trefzekere spel van Hopkins te danken dat het niet uit de bocht vliegt. Hij speelt ingetogen een bescheiden, in z’n eigen woorden “gewone” man, die alle leed van de wereld op zijn schouders draagt. Hopkins’ Winton houdt niet van snoeven en blijft in zekere zin onbereikbaar voor zijn naasten. Bovendien kan de tweevoudig Oscar-winnaar prachtig huilen als het moment erom vraagt.

Het production design in met name het ‘moderne’ hoofdstuk is verrukkelijk. Er is niet gekozen voor een onversneden jarentachtiglook, maar voor locaties waarin de jaren zeventig en zelfs een vleugje jaren zestig doorschemeren. Precies zoals dat destijds gold voor vele inrichtingen. Minder geslaagd is de inzet van dwingende muziek. In een film die op zichzelf al een tranentrekker is, biedt de alles dichtkittende soundtrack weinig ruimte voor ontsnapping.