Niki de Saint Phalle
De scherven bijeenrapen

Niki de Saint Phalle
Deze biopic van beeldend kunstenaar Niki de Saint Phalle werkt beter als karakterstudie van een getraumatiseerd mens dan als kunstenaarsportret.
In Frankrijk werd deze kunstenaarsbiopic uitgebracht onder de simpeler titel Niki. De Nederlandse distributeur durfde blijkbaar niet te vertrouwen op de bekendheid van beeldend kunstenaar Niki de Saint Phalle (1930-2002), al is het maar de vraag of zij bij het grote publiek met de achternaam erbij wel een belletje doet rinkelen.
Niki de Saint Phalle is sowieso interessanter als portret van de mens dan van de kunstenaar. De baanbrekende schilderijen en sculpturen die De Saint Phalle vanaf de late jaren vijftig creëerde, komen amper in beeld. De film speelt zich af voordat die gemaakt werden en toont De Saint Phalle’s weg naar het kunstenaarschap. Maar de afwezigheid van het werk is ook een rechtenkwestie, legde regisseur Céline Sallette in interviews uit.
Dat wringt vooral in die paar momenten dat Niki de Saint Phalle een standaard biopic-truc toepast: tonen hoe een incident in het leven van de kunstenaar direct leidt tot een beroemd werk. Hier zien we dan hooguit de achterkant van een doek terwijl De Saint Phalle driftig aan het creëren is, of een kamer vol gipsresten, of de aanloop naar een performance. De payoff ontbreekt.
Beter werkt Niki als portret van een getraumatiseerde vrouw die door de psychiatrische zorg op zijn zachtst gezegd van de regen in de drup wordt geholpen. Het misbruik door haar vader dat Niki’s jeugd tekende (waarvan flitsen worden getoond in iets te vet aangezette flashbacks) wordt als zij in een inrichting belandt door haar behandelend arts weggewuifd als een verzinsel. Zijn oplossing: elektroshocks.
Aan die scènes kleeft iets van de hardnekkige tendens om vrouwelijke hoofdpersonen in historische film af te schilderen als “hun tijd vooruit”, waarover Roosje van der Kamp en Puck Limburg vorige maand in Filmkrant schreven. Maar Niki de Saint Phalle omzeilt die neiging verder grotendeels, door te tonen dat Niki’s vrijzinnige levenshouding weliswaar op weerstand van de goegemeente stuit, maar wel degelijk met tijdgenoten wordt gedeeld.
Haar begripvolle eerste echtgenoot bijvoorbeeld, schrijver Harry Mathews, die als vanzelfsprekend de huishoudelijke taken en de zorg voor hun jonge dochter deelt, of de kunstkring rond haar latere geliefde Jean Tinguely. Het effect is eerder het omgekeerde als in de “haar tijd vooruit”-films: het benadrukt dat de misogynie waar De Saint Phalle toen mee worstelde nu nog altijd de norm is.
Sallette trekt een intrigerende lijn van hoe deze vrouw de scherven van haar geest bij elkaar veegt en de uit gevonden voorwerpen opgebouwde collages die De Saint Phalle later als kunstenaar zou creëren. Dat wordt ook weerspiegeld in enkele scènes in split-screen, een fijn speels element in een film die verder qua vorm iets te braaf is voor haar beeldenstormende onderwerp.