Hunters

New Yorkse nazi-jagers en een wanstaltige plottwist

  • Datum 02-03-2020
  • Auteur Ronald Rovers
  • Gerelateerde Films Hunters
  • Te zien vanaf
    21-02-2020
  • Deel dit artikel

Still uit de serie

In 1977 komt een groep burgers in New York nazi-kopstukken op het spoor die door de CIA naar Amerika zijn gehaald. Wist de CIA veel dat ze hun nazi-fantasieën niet zouden afzweren.

Zelden een serie van ruim tien uur gezien die zichzelf in het laatste half uur zo vakkundig de nek omdraait en van een gewaagd experiment verandert in een wanstaltig debacle. De serie is in de negen afleveringen daarvoor bij vlagen ook al tenenkrommend, maar dan worden de excessen nog een beetje in bedwang gehouden door het belang van het idee achter de serie: extreemrechts is onder ons en moet bestreden worden. Maar in dat laatste half uur vliegt de boel totaal uit de bocht.

Hunters is een serie over de jacht op nazi-kopstukken die direct na de Tweede Wereldoorlog door de CIA naar de Verenigde Staten zijn gehaald om de Koude Oorlog te winnen. Zoals ook echt gebeurd is. Medici, raketgeleerden, scheikundigen, iedereen die maar enigszins relevant was voor de space race en de wapenwedloop kreeg ondanks de de moord op miljoenen mensen een riant leven in Amerika, met als argument dat hun kennis niet in handen van de Russen mocht vallen. De derde optie –  snelrecht en executie vanwege oorlogsmisdaden – was iedereen blijkbaar even ontschoten. Of laten we het beest bij de naam noemen en niet met een grap afdoen: de miljoenen doden wogen niet op tegen economisch en militair overwicht.

Wist de CIA veel dat geïmporteerde nazi’s vervolgens hun nazi-fantasieën niet zouden afzweren. En daarover gaat Hunters. Over de jacht op nazi’s die tot op het hoogste regeringsniveau geïnfiltreerd zijn in de Amerikaanse samenleving en op het punt staan hun Vierde Rijk te lanceren, nadat het duizendjarige Derde Rijk in 1945 na pakweg twaalf jaar werd afgeblazen.

Centraal staat Jonah Heidelbaum, kleinzoon van fervent nazi-jager Ruth Heidelbaum, die vernietigingskamp Auschwitz overleefde. Nadat Ruth in haar eigen huis wordt vermoord, komt Jonah anno 1977 in New York in contact met Meyer Offerman (Al Pacino), en via hem met een bende nazi-jagers. Vanuit een geheime ruimte in Offermans riante villa proberen ze het ene na het andere nazi-kopstuk op te sporen en te executeren. Tijdens die jacht komen ze op het spoor van een complot om het Vierde Rijk te lanceren. Parallel hieraan doet een FBI-agente onderzoek naar de moord op een scheikundige van NASA, die in Florida in haar eigen douche met Zyklon B is vergast, het gas dat de nazi’s in de gaskamers gebruikten. Ook zij komt op het spoor van de nazi’s maar ze ontdekt ook de geheime groep nazi-jagers.

Over de serie is veel te doen en om de ophef en de onvrede te begrijpen, is het goed om een stap terug te zetten in hoe we de kampen verbeeld hebben.

Decennialang bestond er overeenstemming onder makers dat je niet kon laten zien wat er in de vernietigingskampen was gebeurd. Reden: elk beeld zou afbreuk doen aan de onvoorstelbaar gruwelijke realiteit, aan de pijn van overlevenden. Zelfs superlatieven, zelfs een woord als ‘gruwelijk’ reduceert de werkelijkheid. Dat is een van de redenen dat je in Claude Lanzmanns monumentale Shoah geen kamptaferelen ziet. Overigens waren die er al wel, onder meer in de vorm van Alain Resnais’ 32 minuten durende Nuit et brouillard (Night and Fog) uit 1956. Maar met fictie werd nog steeds heel voorzichtig omgesprongen. Want behalve de waarheid niet kunnen laten zien, komt bij fictie ook een ander aspect kijken: je exploiteert de gruwel om er geld mee te verdienen en je reduceert die tot entertainment. Toen ‘schlockmeister’ Uwe Boll tien jaar geleden verklaarde dat het tijd was dat de horror van de nazi’s in Auschwitz wel werd verbeeld in films en hij in 2011 met Auschwitz kwam, leverde dat veel protest en een petitie tegen Boll op waarvoor honderdduizenden mensen tekenden. Deze discussie is omvangrijk en complex. Want kon Son of Saul dan weer wel, die László Nemes in 2015 uitbracht en die ook de ervaring van een kampgevangene verbeeldde?

Ondanks die historische terughoudendheid was het onvermijdelijk dat de grens van wat toonbaar is, bleef schuiven. Het historisch besef van mensen lijkt af te nemen en de Tweede Wereldoorlog raakt steeds verder uit zicht. Het was in zekere zin wachten op een serie als Hunters. Want, kom op, kun je zeggen, we hadden al nazi-jagers in Inglourious Basterds. Sgt. Donny Donowitz, weet je nog, ‘The Bear Jew’ die nazi’s bij voorkeur met een honkbalknuppel de schedel insloeg? Maar Tarantino’s film dramatiseerde geen kampsituaties, Hunters doet dat in elke aflevering.

De gevoelloosheid van de serie – die voor het overgrote deel op fictieve en niet op historische figuren rust – wordt nog het best geïllustreerd door het volgende. Een macaber tafereel waar ook het Poolse Auschwitz-Birkenau Memorial and Museum de afgelopen week op Twitter tegen protesteerde. In de scène zie je hoe een Joodse schaakgrootmeester elke dag door een nazi-commandant gedwongen wordt een schaakspel met hem te spelen. In plaats van schaakstukken worden kampgevangenen gebruikt en zodra een van hen een ander ‘stuk’ schaakt, moet de keel worden doorgesneden. Dit is verzonnen door schrijver David Weil en de andere scenaristen van de serie. Bovendien is juist het schaakbord gekozen als beeld onder de begintitels van elke aflevering.

Verder zijn het vooral de pogingen tot humor die over de grens gaan. Een komisch bedoelde illustratie uit het handboek Hoe nazi’s te herkennen? gaat zo: ‘How to spot a nazi?! If your neighbour waves hello with his arm in a perfect 45 degree angle and invites you over in the new walk-in oven he’s been building in his garage, you might want to take a rain check.’ Het is niet helemaal zonder humor, maar de serie lijkt toch net iets teveel lol te hebben in het grappen maken over zaken waarover veel mensen geen grappen willen zien.

Als waarschuwing tegen het verspreiden van extreemrechts gedachtegoed in de Amerikaanse samenleving had Hunters kunnen werken, als het dit soort misstappen had weten te voorkomen. Soms lijkt dat de motivatie achter de serie te zijn geweest: waarschuwen voor een opmars van antidemocratisch en extreemrechts gedachtegoed dat, zoals een van de nazi’s zegt, “niet volgens de regels speelt terwijl jullie dat wel moeten doen”. Een journalist van The New York Times die een nazi op het spoor kwam, daarover publiceerde en twee dagen later plotseling geconfronteerd wordt met foto’s van jonge jongens in zijn huis en ontslagen werd, zou “niet nog een keer publiceren”. Verschijnselen als censuur en zelfcensuur zijn belangrijk om te constateren. En zo kaart de serie meer belangrijke actuele kwesties aan.

Maar dan is er die desastreuze plottwist in de laatste aflevering. Om nog maar niks te zeggen van het Boys from Brazil-sausje en de verschijning in de laatste tien seconden van jeweetwel. Die plottwist reduceert alles wat je in de de ruim tien uur daarvoor hebt gezien tot entertainment over de rug van holocaustslachtoffers. Daar had iemand echt aan een of andere bel moeten trekken.

Wat zegt het, dat niemand de sensitiviteit en sensibiliteit had om dat te doen?