MOONLIGHT (Paula van der Oest)

Het schemergebied tussen meisje en vrouw

Laurien van den Broeck als vroegwijze Claire

Vol sprookjessymbolen vertelt de vierde speelfilm van Paula van der Oest een omgekeerde ‘Hans en Grietje’. In Moonlight slaan een meisje en een drugskoerier op de vlucht voor het moderne kwaad.

Er stroomt veel symbolisch geladen bloed door de nieuwe film van Paula van der Oest (Zus & zo) naar een scenario van Carel Donck (‘Zwarte sneeuw’, ‘9 dagen van de gier’). Er wordt geleefd, geschoten, gestorven, ontmaagd, gemenstrueerd en al dat bloed vloeit voor de eerste keer, om de verschillende overgangen tussen leven en dood, kindertijd en volwassenheid aan te geven. In wezen is de film één grote initiatierite.
Voor haar vierde speelfilm baseerde Paula van der Oest zich voor het eerst niet op een scenario waaraan zij zelf schreef. Moonlight is dan ook een film waarin drie stemmen klinken. Die van Van der Oest, trefzeker in haar observaties van wringende en vaak absurde verhoudingen tussen mensen, die van scenarist Donck, die zich na speelfilms als Het debuut en Een vrouw als Eva specialiseerde in het magisch realisme van onder meer ‘Zwarte sneeuw’, en niet in de minste plaats die van cameraman Guido van Gennep, een van de Fantasten die na een aantal kortere films nu trefzeker zijn eerste lange speelfilm draaide.

Levende pop
Voor het grootste gedeelte van Moonlight zijn zij erin geslaagd om van die drie krachtige aanwezige geluiden een min of meer harmonieus geheel te maken. Met name Doncks hang naar het mysterieuze en Van Genneps uitstekende camerakeuzes zorgen ervoor dat het bijna zonder dialogen vertelde verhaal van een tienermeisje dat op een dag een gewond drugskoeriertje in haar tuin vind, spannend, griezelig en ongemakkelijk kan voelen.
In het bijzonder is dat het geval in de scènes met deze vroegwijze Claire (een wonderbaarlijk intense Laurien van den Broeck (Mariken, Gouden Kalf-nominatie Moonlight). Ze bevindt zich in dat rare schemergebied tussen meisje en vrouw en verzorgt de zieke jongen als een levende pop, een baby én een minnaar. Tederheid en wreedheid gaan hierbij hand in hand. Haar gedrag is niet alleen maar zorgzaam en onbaatzuchtig, maar ook kortzichtig en zelfzuchtig, omdat zij in die plotselinge aanwezigheid in haar achtertuin een mogelijkheid ziet om te ontsnappen. Waaraan weet zij ook niet precies. Aan de koele en dwingend vrijblijvende zorg van haar ouders, een concertpianiste en een psychiater, wellicht. Of aan het sluimerende gevoel dat met die eerste menstruatie zich een leven vol verantwoordelijkheden opdringt. Platter gezegd: Claire stort zich in haar puberteit.
Met het idioom van die opstandige levensfase verliest de film aan narratieve zeggingskracht. De vlucht die Claire en het uit een onbenoemd land afkomstige jongetje vanuit de Luxemburgse bossen (weer zo’n symbool: het bos als onderbewuste) naar de stad nemen is letterlijk stuurloos. Op de hielen gezeten door drugshandelaren besluiten ze de smokkelwaar zelf te consumeren, met visuele ontwrichting en hectiek tot gevolg. Verhaaltechnisch doet deze omgekeerde ‘Hans en Grietje’ op de vlucht voor het moderne kwaad echter een tamelijk groot beroep op de welwillendheid van de toeschouwer om zich hierdoor te laten meeslepen. Daar biedt de film uiteindelijk te weinig aanknopingspunten voor.
Moonlight is een intelligente mix van thriller en duister sprookje, maar zijn intelligentie maakt de film ook te geconstrueerd. Dat houdt de toeschouwer op afstand.

Dana Linssen