Monsieur Aznavour
'Zigeuner' wordt Frans icoon

Monsieur Azanavour. Foto: Antoine Agoudijan
Acteur Tahar Rahim transformeert in deze integere biopic in het Franse icoon Charles Aznavour. Je mag zijn spel gerust een sublieme ode noemen aan de chansonnier.
Toen Charles Aznavour in 2018 overleed, noemde men de zanger op televisie “een symbool voor de Franse cultuur”, een “ambassadeur voor Frankrijk in het buitenland”.
Dat lag in de jaren veertig van de vorige eeuw, toen Aznavour furore maakte als chansonnier en tekstschrijver, wezenlijk anders. Toen werd hij, zoon van Armeniërs die na de genocide naar Parijs waren gevlucht, onder meer omschreven als “zigeuner” en “Quasimodo”. In Monsieur Aznavour is te zien dat het Franse icoon van ver moest komen. Hij wordt vol overtuiging neergezet door Tahar Rahim, van wie de eigen ouders ooit van het Algerijnse Oran naar Frankrijk verhuisden.
Rahim begrijpt net als Aznavour hoe het is om onderdeel uit te maken van een minderheid en dat sijpelt door in zijn spel. Zijn Aznavour is welbespraakt en brutaal, trots en bedachtzaam, stoutmoedig en zelfzuchtig. In het eerste deel van de film, voordat Aznavour zijn toekomstige leermeester Edith Piaf (Marie-Julie Baup) leert kennen, is Rahim bijna onherkenbaar dankzij een neusprothese en gerommel aan zijn kapsel. Maar als er eind jaren veertig een bestendige werkrelatie ontstaat tussen Aznavour en Piaf, suggereert zij: je zingt over de liefde, zou je je neus niet laten doen?
Eigenlijk zegt Piaf iets xenofoobs: je oogt te buitenlands. Niettemin geeft Aznavour gehoor aan de vraag, en zo komt Rahims gezicht steeds iets meer tevoorschijn naarmate zijn personage achterhaalt hoe hij eruit wil zien. Aznavour wil de wereld inpalmen met zijn plechtstatige chansons over het winnen en verliezen van de liefde. Hij wil touren, ook als dat ten koste gaat van zijn privéleven.
Medhi Idir en rapper Grand Corps Malade, regisseurs van de film, tonen Aznavours triomfen op lineaire wijze en in een weinig spannende mise-en-scène. Dat is ook de achilleshiel van de biopic als genre. De makers hadden kunnen kiezen voor meer experiment, meer durf. Maar kan je dat zo’n groot icoon aandoen? Niet als je een groot publiek wil trekken, zoveel is duidelijk. Dus kiest het duo voor de indrukwekkende liederen, die nog staan als een huis, en de charme van, zoals Aznavour zichzelf noemt, “het schriele ventje van 160 cm met een hese stem”.
Tahar Rahim de filmster maakt van Aznavour wederom een ster. In zijn acteerwerk weerklinkt de doorzetter die een keur aan Franse literaire klassiekers las om zijn eigen werk te verbeteren, die naar eigen zeggen elke dag een chanson wilde schrijven, totdat zijn strot zou scheuren.
Zingen deed Aznavour tot aan het einde van zijn leven. Hij bleef dromen van de schijnwerpers. Zoals je al kunt zien aan het begin van Monsieur Aznavour, in de twinkelingen in Rahims verlangende ogen.