Mi vida

De drang om los te komen

Lou heeft een leven lang voor de kinderen gezorgd terwijl ze in Schiedam als kapster werkte. Nu kiest ze voor zichzelf en vertrekt naar Spanje. Wat ze daar doet, weet ze nog niet.

‘Alles goed hier hoor!!’, smst Lou vanuit Spanje naar haar dochter Barbara. Maar gaat het wel goed? Weet ze wat ze hier doet, zo ver van Schiedam?

Het is niet onterecht een genre op zichzelf aan het worden: de man/vrouw die na een leven van werken binnenshuis en buitenshuis de vraag stelt of dit het nou was. Het antwoord is dan vaak een reis, een plek waar ze niemand kennen en waar niemand hen kent. In Norbert ter Halls Mi vida is het Lou, bijna 65, een rol van Loes Luca, die een reis onderneemt, naar Spanje voor een talencursus. Dat is een hele stap als je je hele leven vast hebt gezeten aan een plek. Lou heeft die eerste stap dan gezet om haar leven open te gooien en de frisse lucht binnen te laten, aan kleine dingen merk je dat ze nog steeds opgesloten zit in het leven dat ze leidde voor ze hier kwam.

Waarom kom je hier niet wonen, vraagt Andrea, haar taalcoach die een vriendin wordt, na een dronken nacht. “Veel te moeilijk,” zegt Lou, “ik heb een heel leven in Holland.” Toch neemt ze niet op wanneer haar dochter belt. De drang om los te komen is te groot. Los komen van een vorig leven betekent voor Lou voor een belangrijk deel loskomen van haar kinderen. Van het idee dat die kinderen niet zonder haar kunnen.

Ondertussen leert ze haar docent en medestudenten steeds beter kennen. Niet per se omdat haar Spaans zo snel vooruitgaat, maar omdat een hele andere en universele taal spreekt: ze is altijd kapster geweest en bijna iedereen moet z’n haren wel een keer geknipt hebben. Bovendien heeft ze de neiging om haar twijfels en frustraties te projecteren op de mensen om haar heen. We leren haar ook kennen door de dingen die ze over anderen zegt.

De plot van Mi vida heeft af en toe de neiging schematisch te worden. Zo is meteen al wel duidelijk dat de weerbarstige lerares Spaans een goede vriendin zal worden en dat de moeilijkheden nergens onoverkomelijk zullen zijn. Sommige ‘toevallige’ ontmoetingen zijn wel erg makkelijk voor het script. En een dochter die zich op het terras verbaast dat mama ‘nog een wijntje’ neemt: sommige opmerkingen halen de energie uit dialogen.

Dat kun je de film allemaal niet echt verwijten omdat het verhaal zich duidelijk richt op de doelgroep die zich met Lou kan identificeren. Toch houdt Ter Halls film een eigen karakter omdat Luca je tot ver in de film laat twijfelen over wat haar personage wil. Het is alsof de film of het genre haar af en toe in een formule wil trekken, maar dat Luca en haar personage zich daartegen verzetten. Wij blijven onzeker omdat Lou onzeker blijft. En dat is goed. Richard van Oosterhouts camerawerk heeft een mooi oog voor de kleuren en decors, zonder de schoonheid teveel te benadrukken.

Misschien is het goed dat niet alleen de oudere ouders waar de film zich toe richt maar ook hun volwassen kinderen Mi vida gaan zien. Na een leven lang verzorgd te zijn, door een vrouw die zichzelf altijd opzij heeft gezet, zien de zoon en dochter van Lou niet dat ze hun moeder in de weg staan. Terwijl het tijd is om een stap opzij te zetten.