Madres paralelas

Historische parallellen in nieuwe kleuren

Madres paraleles

Penélope Cruz speelt een nieuwbakken moeder in Madres paralelas, de nieuwe film van de Spaanse maestro Pedro Almodóvar. Toch gaat de film expliciet niet alleen over haar of over moederschap, een van de favoriete thema’s van de regisseur van Todo sobre mi madre (1999).

In Madres paralelas (‘parallelle moeders’) laat Pedro Almodóvar nog maar eens zien hoe je efficiënt en filmisch verhalen vertelt. De Madrileense fotografe Janis (Penélope Cruz) wordt gevraagd een portret te schieten van forensische antropoloog Arturo (Israel Elejalde). Hun fotosessie geeft de openingsscène een vleugje glamour.

Bepaald minder glamoureus is het feit dat in het geboortedorp van Janis tijdens het Franco-bewind een tiental bewoners zijn vermoord en bij elkaar gegooid in een greppel. De dorpelingen zouden de lichamen graag op willen laten graven om ze met hun eigen familieleden te kunnen herbegraven. Janis vraagt of Arturo, als forensisch expert, kan helpen.`

Dan enkele korte tableaus: Arturo belt Janis; woensdag zal hij in Madrid zijn, zodat ze over een eventuele opgraving kunnen praten. Vitrage voor een open raam fladdert in de wind terwijl Arturo en Janis binnen de liefde bedrijven; de soepele maar wilde gordijnbewegingen zeggen meer dan de meeste seksscènes. Dan een shot van een kraamkliniek en het gehijg van een vrouw die weeën heeft, waarbij het gekreun bijna naadloos doorloopt van de slaapkamer naar het ziekenhuis. In minder dan een minuut is Almodóvar door negen maanden tijd geracet en kan het verhaal beginnen.

Schedels
Almodóvar zou Almodóvar niet zijn als hij alleen even snel de voorgeschiedenis zou schetsen. Nee, in deze openingsscènes worden meteen alle belangrijke thema’s van de film aangestipt. Janis wil tijdens de fotosessie geen foto van Arturo maken met een schedel. Dat is té obvious, alhoewel Arturo en zijn schedels later wel degelijk te zien zijn. En in het vrijen met en een kind krijgen van een forensisch antropoloog komen de dood en nieuw leven wel heel dicht bij elkaar te staan en worden terloops nieuwe familiebanden gecreëerd. Wil je een buitenechtelijk kind — Arturo is getrouwd — van iemand die voor zijn beroep doden opgraaft en identificeert? Hoe belangrijk zijn identificatie en identiteit eigenlijk voor de familie en voor de persoon zelf en, op een veel grotere schaal, voor het kunnen afsluiten van een donker hoofdstuk uit de recente Spaanse geschiedenis? De kiemen voor al deze ingrediënten zitten al in die eerste paar scènes.

Zoals de titel al doet vermoeden, gaat het niet om één maar twee moeders: naast Janis ook Ana, gespeeld door de Spaans-Nederlandse Milena Smit. De twee delen een kamer in de kraamkliniek. Ana is nog net geen achttien; Janis hikt tegen de veertig aan. “Ik heb nergens spijt van”, zegt Janis over het feit dat ze een alleenstaande moeder wordt, maar de meer teruggetrokken Ana heeft dat wel. Haar vochtige reeënogen suggereren dat er meer aan de hand is. Later zal dit raadsel worden opgelost, hoewel de film vooral bij het blikpunt van Janis blijft. Zij draagt een explosief geheim met zich mee, dat haar relatie met Ana onder druk zet.

Hoe de rasregisseur een oeroud melodramatisch gegeven nieuw leven inblaast is prachtig en hartverscheurend om te zien. En door er dan nog eens een buitensporig melodramatische twist bovenop te leggen wordt alles, heel paradoxaal, rustiger en meer invoelbaar, omdat de eerste twist meer naar de achtergrond verdwijnt en de thema’s dood en identiteit heel natuurlijk boven komen drijven.

Karmozijnrood
Niet alles werkt perfect. Beide moeders beschikken bijvoorbeeld over oneindig veel (familie?)geld, waardoor ze hun taken grotendeels kunnen uitbesteden aan huishoudsters, au-pairs of babysitters. Dat een van hen voor de ander gaat werken voor een honger­loontje lijkt hierdoor onwaarschijnlijk. Ook een huiselijk bedoelde scène rond een lesje aardappels schillen lijkt eerder een neorealistische fantasie van een oude rijke man dan iets dat geloofwaardig is in de context van het verhaal. En dat geldt ook voor de merkkleren en de product placement, die eerder afleiden dan het verhaal verder helpen.

Maar het laatste deel, dat zich in het geboortedorp van Janis afspeelt, maakt veel goed. Het biedt iets nieuws, omdat Almodóvar altijd persoonlijke verhalen vertelde in plaats van verbindingen te maken tussen zijn geliefde thema’s en de recente Spaanse geschiedenis. Het onderwerp dat hij hier aansnijdt is zelfs zo beladen dat Almodóvar zijn geliefde karmozijnrood, toch een beetje zijn handelsmerk, inruilt voor een groene tint. De kleur van passie is hier niet gepast. Groen als de natuur en nieuw leven weer wel, hoewel groen ook de kleur is van het masker van een chirurg die een pijnlijk gezwel moet verwijderen zodat een patiënt eindelijk verder kan leven. Bij Almodóvar is er altijd meer dan één laag.