Le royaume
Kampeertrip als dekmantel
Niet meedogenloos, maar met mededogen rekent de Corsicaanse regisseur Colonna af met zijn maffiafamilie, in een coming-of-age waarin realisme de boventoon voert.
“Waar was je de afgelopen maanden? Van wie is deze boot?” Veel van de vragen die de vijftienjarige Lesia haar vader stelt, ontwijkt hij of blijven onbeantwoord. Maar als zij tijdens de zomer bij hem in een Corsicaanse villa verblijft en daar plots een politicus opduikt die volgens journaalbeelden op tv een brute aanslag overleefde, neemt hij haar langzaam in vertrouwen.
Wanneer ze in haar vaders buurt is, beweegt Lesia zich in een mannenclan waarvan hij de leider is. Hij verdwijnt en duikt weer op, is voortvluchtig en bereidt een vergeldingsactie voor. Maar ondertussen is hij ook een liefdevolle vader voor haar: hij leert haar vissen en jagen, ze zwemmen, kletsen, maken samen soep.
Het personage Lesia ontsproot aan de fantasie én persoonlijke ervaringen van de Corsicaanse scenarist/regisseur Julien Colonna, zoon van ‘de laatste Corsicaanse Godfather’ Jean-Jé Colonna. Vertrekpunt was een jeugdherinnering aan een wildkampeeruitje als tienjarige met zijn vader en diens vrienden aan de Corsicaanse kust: zwemmen, vissen, kletsen, slapen onder de sterren: hemels. Achteraf bleek het voor zijn vader en diens vrienden iets heel anders te zijn.
In Le royaume is die ervaring verwerkt in een vergelijkbare scène, waarin Lesia en haar vader – op de vlucht, vermomd als toeristen – met een camperbusje onderduiken tussen vakantiegangers. De clan bestaat uit mensen van alle rangen en standen; van havenarbeiders en buitenlui tot advocaten en politici.
In de film vertelt Lesia’s vader in een lange monoloog het verhaal van Juliens vader Jean-Jé: hoe hij op zijn zestiende getuige was van de moord op zijn vader en wraak zwoer op diens moordenaars. Toen Julien zelf vader werd, schiep hij zijn personage Lesia (‘breuk’) in een coming-of-agedrama rond de vraag of er met dat verleden te breken valt.
Realisme voert daarbij de boventoon. De voertaal is geen Frans maar Corsu, een dialect met Italiaanse invloeden. Alle rollen worden bezet door niet-professionele acteurs met veelal prachtige, ongepolijste koppen, klaargestoomd voor de film via acteerworkshops. Ghjuvanna Benedetti, die Lesia speelt, valt met haar modellerige voorkomen haast wat uit de toon.
Colonna spiegelt het maffia-clanleven aan de everzwijnenjacht, met de betrokkenen als zowel jager als prooi. Doden brengt geen voldoening, maar is een noodzakelijk kwaad dat hoort bij een betreurenswaardig leven, dat bestaat bij de gratie van angst. In dit speelfilmdebuut rekent Colonna met zijn familieverleden af. Niet meedogenloos, maar met mededogen.