Le rayon vert
Zoeken naar het geluk bij Eric Rohmer
In het vijfde deel van zijn serie ‘Comédies et proverbes’ keert de Franse regisseur Eric Rohmer terug naar de moederschoot: de Nouvelle Vague. Le rayon vert, winnaar van de Gouden Leeuw op het festival van Venetië, is grotendeels geïmproviseerd op basis van een ruw script Het centrale personage van de film is, evenals in de voorgaande vier, een vrouw tussen jeugd en volwassenheid. Rohmer heeft ditmaal gekozen voor een happy end: Delphine, de heldin van Le rayon vert, ontmoet aan het eind haar prins op het witte paard.
Eric Rohmer, in de jaren vijftig hoofdredacteur van het gezaghebbende Franse filmblad Cahiers du cinéma, maakte in 1959 zijn eerste film: Le signe du lion. Het zou de eerste zijn van een serie van zes, de ‘Contes moraux’. De films zijn alle variaties op hetzelfde thema: een man tussen twee vrouwen, één die zijn echtgenote wordt en één die hem voor korte tijd verleidt. Na twee, zeer esthetische, historische films, La marquise d’O (1975) en Perceval le gallois (1978), begon Rohmer aan een nieuwe serie, getiteld ‘Comédies et proverbes’.
Zelf zegt hij hier over: “Terwijl de personages van de eerste serie zich eerder toelegden op het vertellen dan op het beleven van hun geschiedenis, houden de personages uit de tweede serie zich vooral bezig met hun aanwezigheid. De eersten voelden zich personages uit een roman, de tweede identificeren zich eerder met karakters uit een comedie, geplaatst in situaties die ze kunnen benutten.”
Wellicht stuiten we hier op wat volgens Rohmer het essentiële verschil is tussen de mannelijke en de vrouwelijke psyche. Waren de centrale personages in de ‘Contes moraux’ allen van het mannelijk geslacht, in de ‘Comédies et proverbes’ zijn de hoofdrollen voor vrouwen op een kruispunt in hun leven. Rohmer: “Iemand die vijfentwintig jaar oud is heeft tien gevoelige jaren achter zich. Op die leeftijd moeten op elk gebied keuzes gemaakt worden.”
De belangrijkste keuze is natuurlijk die van een partner, en dat is dan ook een voorname preoccupatie voor de dames van Rohmer. Pauline à la plage (1982) is een smeltkroes van romances en avontuurtjes; in Les nuits de la pleine lune (1984) wil Louise meer spanning en avontuur in haar leven, hetgeen ze moet bekopen met het verlies van haar geliefde.
Le rayon vert lijkt in dit opzicht in eerste instantie tegendraads. Delphine, secretaresse in Parijs, doet alle moeite om avontuurtjes uit de weg te gaan. Ze klampt zich, minstens in haar fantasie, vast aan Jean Pierre, haar ex-verloofde die al twee jaar tevoren de relatie met haar heeft verbroken. Ondanks de soms hardhandige, maar altijd welgemeende adviezen van vriendinnen, is ze niet in staat zich te geven en van het leven te genieten. Het enige dat haar steun biedt is haar bijgeloof, de astrologie, tarotkaarten die ze op haar pad vindt en tenslotte ‘le rayon vert‘, het laatste licht van de ondergaande zon. Of het werkelijk het groene licht is dat geluk brengt, of het feit dat ze uiteindelijk initiatief neemt en voor iemand kiest, daarover mag de toeschouwer zich zelf een oordeel vormen.
Naturel
De heldinnen van Rohmer zijn niet zelden berekenend en krijgen aan het eind het lid op de neus. Delphine doet echter een flinke stap vooruit. Hoewel ze onze sympathie door haar rigiditeit al bijna had verspeeld, dwingt ze aan het eind respect af omdat ze, ondanks eenzaamheid en verdriet, geen genoegen nam met surrogaat.
Eric Rohmer heeft bij Le rayon vert gekozen voor een uitzonderlijk vrije vorm. Alle dialogen zijn geïmproviseerd, soms volledig, soms wisten de acteurs dat ze binnen een bepaalde scène een hoeveelheid informatie moesten overbrengen. Rohmer nam zelfs het risico toevallige passanten een rolletje toe te bedelen. In Biarritz plukte hij een jongeman van het strand en zette hem op een terrasje bij Delphine en een Zweedse schone met de opdracht beide dames te versieren. De jongeman, waarschijnlijk niet geheel zonder ervaring op dit gebied, doet dat met een verrassende natrel. “Ik volg de principes die mij altijd geleid hebben,” zegt Rohmer, “die van de Nouvelle Vague.”
Hoewel de scripts meestal meer uitgewerkt zijn, zijn plot en enscènering altijd van een natuurlijke eenvoud. Rohmer geeft de voorkeur aan efficiëntie en precisie, aan werken met een klein team en zeker ook aan een economisch gebruik van de middelen. De lage kosten van zijn films zijn voorbeeldig: Le rayon vert kostte bijvoorbeeld zo’n vier miljoen Franse francs (ca. 1,4 miljoen gulden), inclusief montage en publiciteit.
Geld mag dan voor een cineast een voorwaarde zijn, Eric Rohmer bewijst met deze film opnieuw dat het hebben van een visie essentieel is. Met een subliem gevoel voor detail en, als altijd, met lichtvoetigheid, toont hij in Le rayon vert opnieuw een herkenbaar stukje van de menselijke ziel.