Le comte de Monte-Cristo
Visuele roman

Le comte de Monte-Cristo
Deze Dumas-verfilming over een man met een wraakmissie is een bombastisch en schilderachtig epos dat recht doet aan het negentiende-eeuwse bronmateriaal.
De Fransen zijn trots op hun literaire grootheden en voelen om de zoveel tijd terecht de verplichting ze te vereren. Filmmakers Matthieu Delaporte en Alexandre de La Patellière steken de literaire klassieker van Alexandre Dumas, Le comte de Monte-Cristo, in een nieuwe jas. Dat is een grote ambitie: hoe breng je twaalfhonderd pagina’s terug tot een begrijpelijk, solide geheel?
Dat doet het duo onder meer door een overload aan dialoog te vermijden en te focussen op het verhaal, dat draait om de negentienjarige zeevaarder Edmond Dantès (Pierre Niney), wiens leven een grote wending neemt als hij wordt beschuldigd van sympathieën voor Napoleon Bonaparte.
De plot begint in 1815 tijdens de Honderd Dagen, als Napoleon voor even weer de macht heeft opgeëist. Drie gewetenloze mannen hebben een appeltje met Dantès te schillen: zijn vriend Fernand heeft een oogje op Dantès’ verloofde Mercédès; kapitein Danglars is jaloers omdat zijn pupil ten koste van hem promotie heeft gemaakt; Caderousse ziet met lede ogen aan dat zijn buurman, de vader van Dantès, met regelmaat het loon van zijn zoon ontvangt om zich te kunnen bedruipen.
Dantès belandt op Château d’If, een gevangeniseiland voor de kust van Marseille, waar hij een geestelijke (een mooi rolletje van Pierfrancesco Favino) ontmoet die hem vertelt over het vergeten fortuin op het eilandje Montecristo in de Tyrreense zee. Dat vermogen biedt Dantès de gelegenheid om uitgebreid wraak te nemen. In de loop der jaren doet hij zich achtereenvolgens voor als priester en als graaf. Acteur Niney leent zich met zijn mysterieuze voorkomen goed voor een rol waarin hij een hoop transformaties ondergaat.
Delaporte en La Patellière zetten alle middelen in om van hun Dumas-verfilming een visuele roman te maken. Ze hanteren veel long- en mediumshots waarin de weelderige omgevingen tot hun recht komen. Veel scènes ogen alsof ze afkomstig zijn uit een schilderij van realist Théodore Rousseau, om maar een voorbeeld te noemen. Aan alles is te zien dat tijd noch moeite is gespaard. De film, die meer dan 40 miljoen euro kostte, leverde al het dubbele op. Dat is knap. Het resultaat is een laagdrempelig epos, dat zijn bronmateriaal niet veronachtzaamt.