De komedies van Ernesto Vaser

Anarchie, chaos en destructie

Eye Filmmuseum presenteert online een programma met vroege films rond de Italiaanse komiek Ernesto Vaser (1876-1934). Verpakt in zijn aanstekelijke anarchie zit het prototype van een komisch typetje dat ook vandaag nog populair is: de kindman.

Veel filmliefhebbers zullen zonder veel moeite in ieder geval enkele namen van vroege Amerikaanse filmkomieken kunnen oplepelen: Charles Chaplin, Buster Keaton, Laurel & Hardy, misschien ook Harold Lloyd. Maar Europese? En dat terwijl iemand als de Franse komiek Max Linder een grote inspiratiebron was voor Chaplin – zonder Linder geen Chaplin.

Mooi dus dat Eye Filmmuseum nu een programma biedt rond de Italiaanse komiek Ernesto Vaser (1876-1934), gratis te zien via de Eye Film Player. De films uit de periode 1909-1913 komen uit het archief van Eye, maar het programma werd overgenomen van het Nederlands Silent Film Festival (NSFF). De begeleidende pianomuziek van Daan van den Hurk, tevens directeur van het NSFF, werd er vorig jaar zelfs live opgenomen. Bij sommige films zijn de tussentitels in het Duits, die zijn helaas niet ondertiteld.

Turijn
Rond 1905 ging Italië de concurrentie aan met de wereldwijd succesvolle Franse filmindustrie. Eén strategie was het simpelweg kopen van Frans filmtalent, zoals André Deed, Raymond Dandy (beter bekend als Kri Kri) en Marcel Fabre. Deed ging in Italië aan de slag als Cretinetti en Fabre werd Robinet.

Het was Fabre die het talent van Vaser ontdekte en hem een contract gaf bij filmmaatschappij Ambrosio. Daar werkte Vaser tussen 1905 en 1912 en heette zijn personage Fricot. In 1912 verkaste Vaser naar Itala Film, waar hij door het leven ging als Fringuelli. Dat al deze personages in het buitenland weer andere namen kregen, laten we voor het gemak maar even buiten beschouwing – het is al verwarrend genoeg. Beide productiemaatschappijen waren gevestigd in Turijn, waar Vaser ook geboren werd. De straten van Turijn fungeren als decor voor de buitenopnames.

Pompeus heertje
Vaser is een klein, gezet mannetje met een expressief gezicht. Naar de normen van nu doen hij en de andere acteurs soms aan gekke bekken trekken, maar dat was indertijd gebruikelijk, ook al omdat de filmtaal nog jong en in ontwikkeling was. Vaser speelde vaak een pompeus heertje, gekleed in rokkostuum en hoge hoed. Vasers komische personages willen dolgraag bij de bourgeoisie horen maar ondanks rokkostuum en het kwistig strooien met bankbiljetten (zoals in Buon anno!) lukt het maar niet om echt geaccepteerd te worden.

De films zelf zijn eenvoudig. Elk shot is één scène, binnen shots wordt er nog niet gemonteerd. Camerabewegingen zijn schaars, met hooguit een pan. De komedies zijn gefilmd in tableaux-stijl waarbij zowel voor- als achtergrond scherp zijn. Die scherptediepte is ideaal voor achtervolgingen waarbij personages van achter naar voren diagonaal door het beeld rennen. Buon anno! (‘Gelukkig nieuwjaar!’) uit 1909 is er een goed, grappig voorbeeld van. Die achtervolgingen zijn een van de terugkerende elementen in slapstickfilms, evenals lelijke, lastige schoonmoeders – meestal gespeeld door mannen in vrouwenkleren.

Achtervolgingen hebben iets anarchistisch, zeker als daarbij gezagsdragers in hun gezicht geslagen worden zoals in het geestige Il moscone (‘de bromvlieg’, 1911). Hierin wordt Fricot lastig gevallen door een hinderlijke bromvlieg – we zien het touwtje waarmee die bewogen wordt. Telkens als hij de vlieg wil doodmeppen, slaat hij iemand in zijn gezicht of op zijn hoofd, van gesprekspartner tot politieagent. Fricot eindigt dan ook in de cel, uiteraard vergezeld door de bromvlieg.

In hoeverre deze aanstekelijke anarchie een reactie is op de burgerlijke Italiaanse maatschappij, waarin velen wilden klimmen op de sociale ladder, is voer voor historici.

Chaos en destructie
In enkele films probeert Fricot wanhopig vrouwen op te pikken, altijd vergeefs, met gedrag dat in tijden van #MeToo absoluut niet meer door de beugel kan. In het leuke Al cinematografo guardate… ma non toccato (‘In de bioscoop kijken… maar niet aanraken’, 1912) volgt Vaser een vrouw de bioscoop in, waar hij naast haar gaat zitten. Hij denkt met haar voetje te vrijen, maar de voeten horen toe aan een (lelijkere) vrouw die achter hem zit en die haar benen vooruit heeft gestoken. Als de dame die hij op het oog heeft doorheeft dat Vaser met haar flirt, wisselt ze van plaats met haar verloofde. Drie keer raden met wie Vaser vervolgens een kus uitwisselt, waarna hij weer eens voor zijn kop geslagen wordt.

In een andere komedie zit Vaser onder de plak bij zijn vrouw en schoonmoeder. Om aan hen te ontsnappen, gaat hij met een smoes stiekem naar Parijs om daar met een vriend de bloemetjes buiten te zetten. In de zeer grappige climax verstopt hij zich in het hondenhok, na eerst weer flink wat chaos en destructie te hebben veroorzaakt.

De films uit de vroege jaren tien bevatten rudimentaire trucages en stukjes animatie. Een leuk special effect zit in de inventieve film waarin Fringuelli – ditmaal gekleed in geblokt pak – een enorme sombrero koopt ter vervolmaking van zijn nieuwe, modieuze look. We zien hoe die sombrero onder andere dienst doet als grote paraplu en als visnet. Maar in een terloops, geestig moment is ook te zien hoe de scherpe randen van de gigantische hoed iemand onthoofden. Het levert een aardige trucage op à la Georges Méliès.

Vaser was wellicht niet de beste Italiaanse komiek, maar de zeven korte films zijn ook interessant omdat ze de historische bron laten zien van een universeel komisch type: dat van de kindman, een groot, dreinend wezen dat impulsief en onvolwassen is. Een type dat de laatste twee decennia weer erg populair was en waarvan het goed is om te beseffen dat diens wortels al een dikke eeuw oud zijn.


De komedies van Ernesto Vaser (zeven korte films, samen 55 minuten) zijn gratis te zien via de Eye Film Player | Meer informatie over de vroege Italiaanse komedie is te vinden in dit overzichtsartikel van Ivo Blom.