INNOCENCE (Paul Cox)
Koppig fossiel
Paul Cox (Vincent, A woman’s tale, Molokai: The story of Father Damien) pendelt tegenwoordig heen en weer tussen Australië, waar hij veertig jaar geleden een toevluchtsoord vond, en Nederland. Teleurgesteld in Hollywood zegt hij zich alleen nog maar op kleine filmprojecten te willen toeleggen: "Ik heb geen idee wat ik met twee miljoen dollar zou moeten doen." De film Innocence is een voorbeeld van de intieme cinema die hij voorstaat.
Iedereen heeft van die dromen waarin alles mogelijk is. Die waarin je een verloren liefde weer aan je hart kunt drukken is daarvan misschien wel de meest romantische. De aan zijn levensavond gekomen hoofdpersoon van Paul Cox’ Innocence maakt van dromen daden en engageert een ontmoeting met het meisje dat hij veertig jaar eerder beminde. Maar kun je een liefde van weleer weer ongestraft oppakken?, vraagt de film zich af.
Door het oeuvre van de in Nederland aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog geboren en naar Australië uitgeweken regisseur Paul Cox (Venlo, 1940) loopt als een rode draad het onderzoek naar relaties tussen mensen in het aanschijn van de eindigheid van hun leven. Hoewel hij nog steeds een Nederlands paspoort heeft wordt Cox meer als een Australische auteur beschouwd dan als een Nederlandse filmmaker. Maar ook in Australië worden de mogelijkheden om persoonlijke films te produceren steeds beperkter, stelt hij teleurgesteld vast. De Filmkrant sprak met deze balling van nature in zijn toevluchtsoord in Arnhem.
"Ik maak films vanuit een politieke motivatie", stelt Cox, die zojuist zijn droomproject, een documentaire over de Russische danser Vasili Nijinski in première zag gaan op het Filmfestival Rotterdam. "Dat klinkt misschien raar voor mensen die denken dat ik een kunstzinnige filmmaker ben." Cox’ politieke uitgangspunten liggen niet bij een partij, een programma of een ideologie, maar op een humanistisch niveau: "De mens is een bijzonder wezen, want hij is gezegend met gevoel. Film is een middel om bij je diepere bewustzijnslagen terecht te komen. Het probleem met de menselijke soort is dat we eens mensen waren, maar nu zijn we consumenten. Dat heeft ook het filmpubliek verandert: het wil vermaakt worden. Ik wil in mijn films laten zien dat het belachelijk is om je dood te consumeren. Dat doe ik door kleine films te maken die níet over consumeren gaan en niet bedoeld zijn om te consumeren. Ze bieden geen instant bevrediging, maar hopelijk inzicht op de lange termijn. En ja, dat noem ik politiek, want dat is een politieke zet."
Hoer
Nadat Paul Cox hardhandig kennis maakte met de machinaties van Hollywood tijdens de productie van Molokai: The story of Father Damien (1999) heeft de filmindustrie voor hem afgedaan. Met Innocence keert hij terug naar menselijke geschiedenissen zoals A woman’s tale (1991), een film over en voor de stervende actrice Sheila Florance, die hem waarschijnlijk het meeste erkenning bracht. "Nadat de studio mijn hele montage van Molokai: The story of Father Damien om zeep had geholpen, heb ik besloten om niet meer bij de filmwereld te willen horen. Ik heb niets met roem, succes en geld, al daarvoor niet, maar in Hollywood heb ik aan den lijve ondervonden dat de filmindustrie één grote uitverkoop, één grote beweging richting middelmatigheid is. Iedereen wil succesvol zijn en doet daarom concessies. Begrijp me niet verkeerd, de druk van Hollywood op filmmakers is enorm, maar uiteindelijk maakt dat iedereen tot hoer. Ik heb altijd goedkope films gemaakt en met Damien ging het ook meteen mis. Eerlijk gezegd heb ik geen idee wat ik met twee miljoen dollar zou moeten doen."
Ook het script van Innocence kwam in Hollywood terecht, maar wijs geworden door zijn eerdere ervaringen, besloot hij de film met Australisch en Belgisch geld te maken. Dat kwam niet in de laatste plaats door de belangrijke plaats die de seksscènes tussen hoofdpersonen Claire en Paul in het scenario innemen. "Mensen boven de zestig neuken niet. Althans niet in Hollywood. Maar er zit meer lust en erotiek in mensen die langer hebben geleefd dan in twintigers. Bovendien is de seks in Innocence een manier om de tijd die Claire en Paul van elkaar scheidt te overwinnen."
Seks en de dood zijn constante motieven in de films van Cox. Seks confronteert je met de dood, en de dood met het leven, zegt hij. "Hoeveel hoogtepunten kent het bestaan? Hoeveel momenten van extase en diepe ellende heb je aan het einde van je leven meegemaakt? Als je het bij elkaar optelt zijn het misschien maar een paar minuten. Daarom moet je je elke dag afvragen wat het betekent om te leven. Je moet je je eigen dood elke dag realiseren, elke dag de balans opmaken."
Van dit soort levensvragen is de stap naar de gebeurtenissen van 11 september voor Cox niet zo groot. "11 september zou oorspronkelijk de Amerikaanse première van Nijinski zijn, een film over een vitale danser, die in zijn kunst de grens tussen zijn en niet-zijn liet zien. En dan gebeurt er iets wat je ervan bewust maakt dat de leef-cultuur van George Bush even destructief is als de dood-cultuur van Osama bin Laden. Ik denk zelfs dat die leef-cultuur van Amerika ons dicht bij de dood heeft gebracht omdat er geen begrip is voor het feit dat er mensen zijn voor wie de dood niets betekent."
Spiegel
Tijd, heden, verleden, toekomst, leven, sterven, het zijn ook in Innocence de gegevens van het bestaan waar de personages mee worstelen. Paul Cox laat heden en verleden middels op Super8 gedraaide flashbacks van liefdesscènes in elkaar overlopen, maar niet straffeloos. "Het verleden is de enige realiteit", meent hij. "Het leven is een illusie, zeggen ze in India. Dat is een opvatting die ik in de tijd dat ik daar als fotograaf rondreisde heb leren waarderen. Het heden kun je niet vasthouden, alleen in de geest."
Dat zijn ook de woorden van de oudere filmmaker die terugkijkt op zijn leven en loopbaan: "Ik ben een koppig fossiel." "Ouderdom brengt meer nederigheid", denkt hij. "Maar een film als deze die ik met hart en ziel heb gemaakt, is ook een zelfportret. Anderen gaan naar de psychiater om de balans op te maken, ik maak films. Maar wat ik er precies van mezelf in herken zou ik niet kunnen zeggen. Was het niet Pirandello die iemand beschreef die in de spiegel kijkt en zijn eigen gezicht niet herkent? Ik haat mijn bril en misschien één keer per jaar poets ik mijn tanden met mijn bril op. Als ik dan in de spiegel kijk, zie ik opeens mijn ouder geworden gezicht. Langzaam verdwijn je in de mist. Daarom heb ik dat in mijn film omgedraaid en het gezicht van de oudere Claire in de spiegel weer jong laten worden. Je innerlijke leeftijd is eeuwig."
In essentie heeft hij altijd dezelfde film gemaakt, vindt Cox. Hij heeft de hypocrisie en de menselijke angst voor het onbekende bloot willen leggen. Door Innocence herontdekte hij het menselijke lichaam. "Mensen weten niet meer wat het betekent om elkaar aan te raken. Daarom ben ik nu met Judith Herzberg aan een script aan het schaven met de werktitel ‘Touch’. Het moet een film worden over vleselijkheid."
Klokken
Hoezeer Paul Cox ook de materie bevraagt, hij is er niet los van. Behalve zijn ondergoed koopt hij alles tweedehands, grapt hij, maar zijn huis in Arnhem lijkt wel een museum. Het hangt vol schilderijen in Vincent van Gogh-stijl, die hij tijdens het draaien van zijn documentaire uit 1987 over de schilder maakte. Of beter gezegd, "Van Gogh on acid" zoals een Amerikaanse collega die hem laatst bezocht ze omschreef. En nog opmerkelijker zijn de vele klokken, die allemaal een andere tijd aangeven en tijdens het gesprek op de meest vreemde momenten een nieuw uur slaan. Om zich veilig te voelen moet hij zich met dingen omgeven, zijn eigen ‘baarmoeder’ creëren, licht hij toe. "Dit huis ziet eruit alsof het al sinds mensenheugenis in de familie is en ik hier al een eeuwigheid woon, maar in werkelijkheid heb ik het pas een paar jaar en ben ik er bijna nooit. Ik ben een eenzame reiziger van nature en reis slechts met één kleine koffer de wereld rond. Overal waar ik kom ga ik naar veilingen waar ik spullen koop en die ik dan weer achterlaat.
"Vroeger werden de dingen nog gemaakt met de gedachte dat ze lang mee moesten gaan. Tegenwoordig is alles bedoeld om weg te gooien. Heb je weleens het binnenwerk van een antiek horloge gezien. Dat is zo precies, alsof het voor eeuwig de tijd moet kunnen aangeven. Op het moment dat horloges batterijen kregen is men begonnen de geschiedenis weg te gooien."
Klokkenmaker en -restaurateur in zijn vrije tijd zegt Cox geen grotere voldoening te kennen dan als hij een oude klok weer aan de praat heeft gekregen. "Dan heb ik iets kunnen behoeden tegen de tijd."
Is dat wat hij ook in zijn films probeert? Iets in stand te houden?
"Ja, dat zou je wel kunnen zeggen. Zonder het al te pretentieus te laten klinken denk ik dat ik in mijn films wil veiligstellen wat het betekent om menselijk te zijn. Het enige wat de mens kan nalaten zijn kunst en geschiedenis. Mijn leven is begonnen in een atmosfeer van oorlog en vernietiging. Laten mijn films dan de schoonheid bewaren."
Dana Linssen