Freaks Out

Zesvingerige nazi jaagt op Fantastic Four avant la lettre

Freaks Out

Van filmklassieker Freaks tot de Fantastic Four – dit Italiaanse avontuur is met van alles én niets te vergelijken. In een doldwaze mengelmoes van genres proberen circuslieden met speciale krachten middenin WOII hun spreekstalmeester van een enkeltje gaskamer te redden.

Is het wel kies om een fantasy-avontuur te mixen met de gruwelen van de Holocaust? Vragen over die ethische grens zijn onvermijdelijk, al overleven de underdogs in Freaks Out glorieus de strijd tegen de kwaadaardige kracht: een zesvingerige Duitse nationaalsocialist.

Regisseur en (co)scenarist Gabriele Mainetti trekt alles en z’n schoonmoeder uit de kast voor een bomvol historisch oorlogsdrama met fantasy, romantiek en actie vol explosieve special-effects. En passant worden ook hedendaagse thema’s als diversiteit en polarisatie aangehaald. Het is, kortom, veel. En vreemd. Soms zelfs ongemakkelijk. Maar ook onderhoudend en goed gemaakt – al is hij iets aan de lange kant.

In 1943 strijkt de vaderlijke spreekstalmeester Israël met vier bijzondere circusartiesten neer in een door de nazi’s bezet Rome. Zijn sterren zijn een ijzersterke wolfman, een jongen die insecten kan sturen, een magnetische kleine man en een elektrisch geladen tienermeisje. Als Israël onder mysterieuze omstandigheden verdwijnt, gaan de vier naar hem op zoek in het oorlogsgeweld. Ondertussen worden zij zelf ook gezocht, door een aan ether verslaafde nazi die het Zircus Berlin runt en maar al te graag zijn grote roerganger wil pleasen met nieuwe freaks. Tussendoor zijn er ook nog rollen weggelegd voor joden op transport naar de kampen en een Italiaanse bende partizanen. Midden in alle gekte zeilt de kijker ook nog mee op de hallucinerende ether-sessies van de schurk, waarin onder meer ‘toekomstbeelden’ van het Proces van Neurenberg verschijnen, begeleid door bevreemdende iPhone-­ringtones.

Deze ‘superhelden’ avant la lettre roepen in zekere zin vergelijkingen op met Marvel Comics’ Fantastic Four, ook zo’n viertal outsiders die een deugd moeten maken van afwijkende talenten en krachten die hen ooit vooral in de weg zaten. Ook een lijntje naar Tod Brownings Freaks (1932) kan niet worden ontkend – al worden deze circusartiesten niet gespeeld door werkelijk gehandicapte acteurs. Tegelijkertijd is deze Italiaans-­Duits gesproken fantasyfilm juist helemaal niet vergelijkbaar met iets anders. Dat geldt vooral voor de geslaagde hallucinante scènes en de vervreemdende, originele muziekkeuzes, waar Mainetti eveneens (deels) verantwoordelijk voor is. Zo laat hij de schurk piano-optredens geven in diens circus met bewerkingen van moderne songs van Radiohead en Guns N’ Roses. Anderzijds laat een ietwat voor de hand liggend liefdeslijntje tussen tieners zich lastig verbinden met expliciete martelscènes en volwassen naakt- en seksscènes.

Ondanks alle verrassende keuzes is de ruggengraat van het scenario juist opvallend klassiek. Is het een mainstream superheldenfilm? Een art­housefilm met actie-ambitie? Een young adult-avontuur? Een historische oorlogshorror? Wie het weet mag het zeggen.