FIORILE
Paolo & Vittorio Taviani: Wij gebruiken het verleden om over het heden te praten

In Fiorile, de nieuwste film van de gebroeders Taviani, speelt een oude legende zich af tussen de zachtgroene heuvels van Toscane. De film is niet alleen een liefdesverklaring van de Taviani’s aan hun geboortegrond, maar weerspiegelt tevens de hebzucht die zoveel omkopingsschandalen tot gevolg heeft gehad. Ook de filmindustrie heeft zwaar te lijden onder de Italiaanse identiteitscrisis, maar de broers blijven er kalm onder. Ze cultiveren jong talent, verdedigen de kunstzinnige film en maken gewoon over drie jaar weer een film. Een prettig gesprek aan de Tiber.
Paolo en Vittorio Taviani zijn zo buitengewoon vriendelijk en wars van enige pretentie dat je bijna zou vergeten dat het hier om de peetvaders van de Italiaanse cinema gaat. Ze hebben slechts één verzoek: bij dit interview hoeven echt niet iedere keer apart hun namen worden vermeld. "Want we zijn samen één." Die hechtheid hebben ze niet alleen te danken aan hun genen, maar ook aan de enorme liefde voor film en de strijd die ze samen hebben geleverd om te komen waar ze nu zijn.
Tijdens hun studententijd in Pisa richtten de Taviani’s een filmclub op om Eisenstein en de neorealisten te vertonen. Na een tijdje besloten ze om naar Rome te gaan, want ze wilden geen advocaat worden maar filmmakers. Na jarenlang hard werken als regie-assistenten, makers van documentaires en reclamespots veroverden ze uiteindelijk in 1977 de Eeuwige Stad met Padre padrone. Ze zijn trots op hun ’terra conquistata’, maar dat de Toscanen hen nu als Romeinen zien doet wel een beetje pijn.
De warme belangstelling die de Taviani’s voor hun medemens voelen, had in de jaren zestig en zeventig een sterk politiek karakter. Nu zijn er echter geen vastomlijnde ideologiëen meer die de broers aanhangen, zeker niet in een tijd waarin zelfs de voormalige communistische partij door Justitie wordt onderzocht op corruptie. Wat direct opvalt is hun gebrek aan cynisme en hoop voor de toekomst. Hoop voor de allernieuwste lichting Italiaanse filmmakers en hoop op een eventuele nieuwe Italiaanse wetgeving die de kwijnende filmindustrie moet oppeppen. Het enige cynisme dat ze zich laten ontsnappen is gericht tegen de wereldwijde overheersing van het Amerikaanse filmaanbod. Tijdens het laatste filmfestival van Venetië zijn ze in een symposium over de morele rechten van filmmakers van leer getrokken tegen Hollywood. Typerend voor hun Toscaanse waardigheid is de manier waarop de Taviani’s niet uit zijn op een keiharde confrontatie, maar op een vreedzame coëxistentie van kunstfilms naast Arnold Schwarzenegger.
Mooie praatjes
"Film kan best alleen vermaak zijn, maar niemand mag vergeten dat er ook nog kunstzinnige films gemaakt worden. Er blijft zo ontzettend weinig plaats over voor de Europese film. Daarom was het heel belangrijk dat er ook Amerikaanse regisseurs aan de discussie meededen. Zij hadden wel erg mooie praatjes over vrijheid voor de internationale filmwereld, maar wij wilden opnieuw benadrukt zien dat ook in onze huidige consumptiemaatschappij de kunstzinnige film een bestaansrecht heeft. Er zijn toen wat voorstellen gedaan, waarvan ik nog maar moet zien dat ze worden geconcretiseerd. Het eerste praktische probleem dat moet worden opgelost, is het GATT-akkoord over het vrije verkeer van goederen. Filmmakers moeten het Europese Parlement ervan overtuigen dat film niet zomaar een produkt is als bijvoorbeeld een zak aardappelen. Het handelsverkeer van films moet worden gereglementeerd. Omdat de Amerikaanse filmindustrie dat natuurlijk helemaal niet ziet zitten, prediken die Amerikaanse regisseurs absolute vrijheid."
De eerste concrete stap in die richting is twee weken geleden al gezet door de Franse minister van cultuur die via een veto op het GATT-akkoord de Amerikaanse overheersing op de filmmarkt aan banden wil leggen. Festivaldirecteur van Venetië Gillo Pontecorvo heeft dit initiatief direct gesteund en alle Europese regeringen opgeroepen dit voorbeeld te volgen. Helaas bevindt zijn eigen regering zich in een dusdanige crisis dat er van een Italiaans veto nog lang geen sprake zal zijn. "We zeggen nu al twintig jaar dat het rampzalig gaat met de Italiaanse ‘cinema d’arte’ en het wordt alleen maar erger. De kunstzinnige film wordt op geen enkele wijze door onze wetgeving beschermd. De hele Italiaanse filmwereld heeft gevochten voor een veto zoals dat in Frankrijk. Maar omdat het hele politieke en bestuurlijke stelsel één en al verwarring is, doet het parlement niets. Het laatste waar mensen nu aan denken is film. Ze zien film als een spel en niet als een belangrijk cultuurgoed. Wij vinden juist dat een volk niet zonder cultuur kan in tijden van economische achteruitgang. Intussen is de ook filmindustrie gestrand in een soort anarchie. Dat er desondanks toch nog films gemaakt worden is slechts te danken aan de filmmakers die tegen de realiteit opboksen."
Low budget
Toch houden de Taviani’s de moed erin. Ze zijn onder de indruk van de jongste generatie filmmakers en de manier waarop die zich een plaatsje probeert te veroveren in de chaotische Italiaanse filmwereld. Zelf hebben ze voor Fiorile gekozen om met de jonge scenarioschrijver Sandro Petraglia en toneelactrice Galatea Ranzi te werken. "Een groot deel van dat talent bestaat niet alleen uit regisseurs maar ook uit scenarioschrijvers, acteurs en producenten. Ze hebben gelukkig de kans om voor tv te werken omdat de RAI namelijk verplicht is om iedere dag een paar uur film uit te zenden. Jonge regisseurs die al een beetje bekend zijn, krijgen op de één of andere manier Europees geld binnen. Wie echter in Italië nog totaal onbekend is, moet wachten op Italiaanse financiering en dat duurt vaak heel lang. Die nieuwe lichting maakt films met erg lage budgetten. Dat functioneert slechts tot op het punt waarop je grotere budgetten nodig hebt om je ideeën te verwezelijken. Wat heb je aan een low budget als je bent geboren met het brein van een Eisenstein? Zo iemand kan in de huidige chaotische situatie en zonder financiering toch nooit debuteren?"
Zelf zijn Paolo en Vittorio in de jaren vijftig naar Rome getrokken omdat in Pisa van ze werd verwacht dat ze advocaat zouden worden. In de hoofdstad konden ze tenminste filmers worden zonder dat iemand daarvan op zou kijken. Door het maken van documentaires die kort genoeg moesten zijn om als voorprogramma in de bioscoop te worden vertoond, hebben ze het vak onder de knie gekregen. Voor die filmpjes reisden ze door heel Italië en ontdekten de afgelegen streken waar ze later hun successen als Padre padrone en Kaos zouden opnemen. De Taviani’s hebben in totaal negen documentaires gemaakt tussen 1954 en 1960, waarvan San Miniato, luglio ’44 de bekendste is. Het scenario van deze documentaire over het bombardement op hun geboortedorp, waarop ze later La notte di San Lorenzo (1982) zouden baseren, lieten ze lezen aan Cesare Zavattini, de vaste scenarioschrijver van Vittorio de Sica. Zavattini wilde die onervaren leergierige broertjes wel het één en ander leren. Zijn behulpzaamheid, die destijds diepe indruk maakte op Paolo en Vittorio, hebben ze nu overgenomen.
In 1962 maakten ze met Un uomo da bruciare hun speelfilmdebuut. In deze film speelt Gian Maria Volonté een Siciliaanse boerenjongen die zich verzet tegen de mafia en de plaatselijke corruptie. Hij is echter niet alleen overtuigd revolutionair, maar heeft ook een grote behoefte aan aandacht, succes en roem. Ook hun volgende vier films, I fuorilegge del matrimonio (1964), I sovversivi (1967), Sotto il segno dello scorpione (1969) en San Michele avevo un gallo (1971) zijn duidelijk politiek. In die jaren hielden de broers zich in leven met het maken van commercials, waarin ze kunnen experimenteren met verschillende stijlen en zich uit kunnen leven met het schieten van mooie plaatjes om de mooie plaatjes. Als ze in 1974 Allonsanfan maken, hebben ze de eigen stijl gevonden waarnaar ze in hun voorgaande speelfilms op zoek waren. Bovendien heeft hun werk weliswaar nog een politieke dimensie, maar de dogma’s zijn verdwenen.
Brutaal schaap
In 1977 werden de Taviani’s beloond voor 22 jaar hard werken in de filmwereld. Ze maakten niet alleen hun eerste meesterwerk, Padre padrone, maar verwierven er direct wereldwijde erkenning mee. De film vertelt het autobiografische verhaal van Gavino Ledda, een jonge Sardijnse herder die bijna niet spreekt omdat dat niet hoeft in de desolate bergen waar hij zijn schapen hoedt. Eenmaal in militaire dienst ontdekt hij dialecten, woordgebruik en Algemeen Beschaafde Italiaans. Hij besluit aan de universiteit taalkunde te gaan studeren. De film is zo bijzonder omdat op heel realistische wijze de onvoorstelbare eenzaamheid van de jongen wordt verbeeld, terwijl de Taviani’s zich aan de andere kant allerlei surrealistische grapjes veroorloven. Zo laten ze één van de schapen brutaal terugpraten tegen de arme herder. De beelden en het gebruik van geluid zijn perfect op elkaar afgestemd om de kijker nog meer te imponeren met het indrukwekkende Sardinië waaraan de herder probeert te ontsnappen.
"We hadden in de krant gelezen over een jonge analfabetische schaapherder die bijna nooit had gepraat en het dankzij een ijzersterke wil tot taalkundig hoogleraar had gebracht. Die enorme overgang van stilte naar communicatie en de noodzaak om te communiceren, die wij als regisseurs ook voelen, sprak ons erg aan. We zijn direct begonnen met de voorbereidingen om er een film over te maken. Daarna hebben we pas het boek gelezen, dat weliswaar onze ideeën bevestigde maar onze voorbereidingen niet wezenlijk heeft veranderd. We hebben wel heel veel aan Gavino Ledda gehad. Hoewel we met hem nooit hebben gepraat over het scenario dat we aan het schrijven waren, voelde hij ons precies aan. We hebben toen onze werkelijkheid vermengd met die van het boek en uit dat proces is de film ontstaan."
Het internationale succes van Padre padrone betekende niet alleen erkenning, het bracht ook financiële zekerheid met zich mee. Investeerders zagen de broers ineens wel zitten. Ze wisten in ieder geval de geruststellende aanwezigheid van producent Giuliani De Negri achter zich. Trouw is een zeldzaam goed in de filmwereld en toen De Negri vlak vóór Fiorile overleed, eindigde een bijzondere relatie. Fiorile is dan ook aan hem opgedragen. "Wij verdelen onze carrière in twee periodes: vanaf onze eerste documentaire tot Padre padrone en alles wat we daarna hebben gemaakt. In de eerste periode hebben we ontzettend veel moeite moeten doen om überhaupt te kunnen filmen. We hebben heel veel geluk gehad dat we Giuliani De Negri hebben ontmoet. Hij heeft ons echt geholpen in die moeilijke eerste periode, waarin wij als regisseurs onze gang konden gaan en hij als ‘cultureel organisator’. En hij deed het niet eens voor het geld, wat heel bijzonder is voor een producent. Hij vond gewoon dat onze films gemaakt moesten worden. Na Padre padrone wilden wij direct La notte di San Lorenzo maken, maar dat zagen onze buitenlandse co-producenten helemaal niet zitten omdat het zo’n beladen historisch onderwerp was. Toen moesten we eigenlijk helemaal opnieuw beginnen. We besloten om terug te keren naar de situatie zoals die vóór Padre padrone was; gewoon een film maken zonder zelf eraan te verdienen. Het belangrijkste was dat die film er kwam. Uiteindelijk hebben we vóór La notte di San Lorenzo eerst nog Il prato (1979) gemaakt. Soms moeten we producenten nog wel eens overtuigen van onze plannen, maar in principe is er nu gewoon een markt voor onze films."
Mysteries
Het volgende meesterwerk van de Taviani’s speelt zich eveneens af in een onherbergzaam gebied waar de mens en de natuur het met elkaar uitvechten. Kaos (1984) is gebaseerd op een verzameling korte verhalen van de Italiaanse schrijver Luigi Pirandello, die net als de Taviani’s een grote voorliefde had voor zaken die op het smalle richeltje tussen realisme en absurdisme balanceren. Net als bij de verfilming van Padre padrone hebben de Taviani’s de merkwaardige werkelijkheid van Pirandello opgenomen in hun eigen universum. Kaos is dus geen trouwe literatuurverfilming, maar één lang Siciliaans gedicht. Het is geen toeval dat beide films zich afspelen in de afgelegen streken van Sardinië en Sicilië.
"De natuur en de mens hebben daar een hele speciale band: ze weerspiegelen elkaars gewelddadige karakter. Je kunt er zelfs bepaalde vormen van de mythe terugvinden. De band met de natuur is eigenlijk het drama van het leven. De mens weet veel, heeft veel geleerd en is creatief. Maar de hoeveelheid kennis die de mens heeft, is niets in vergelijking met al die geheimen van het heelal die hij niet weet. Je kunt wel op de deuren van die mysteries kloppen, maar je zult nooit definitieve antwoorden krijgen."
Na Kaos volgden het minder geslaagde Good morning Babilonia (1987) en het niet in Nederland uitgebrachte Il sole anche di notte (1990). Good morning Babilonia vertelt over de avonturen van twee Toscaanse broers in de kinderjaren van de Amerikaanse film. Ondanks uitgebreide lessen Engels was het de Taviani’s niet gelukt deze taal onder de knie te krijgen, zodat hun contact met de Amerikaanse en Engelse acteurs niet ideaal verliep. Ook bleken ze totaal geen gevoel te hebben voor het karakter van dat verre continent Amerika. Het oude Hollywood hebben ze nagebouwd in Toscane, want het leek toch wel een beetje op Californië. De Taviani’s zijn op hun best op vertrouwd terrein. "Iedere auteur moet zijn eigen wortels goed cultiveren. Regisseurs die andere culturen imiteren — in het bijzonder de Amerikaanse — denken dat ze internationaal bezig zijn. Maar in feite zijn het juist provincialen die veel slechtere films maken dan regisseurs die de waarheid in handen hebben. Onze grootste regisseur is Fellini en zijn films gaan voortdurend over Rimini en diens kleine provinciale personages. Maar juist daarom heeft Fellini internationaal succes."
Verderf
De laatste acht films van Paolo en Vittorio Taviani, inclusief Fiorile, spelen zich af in het verleden. Dat betekent echter niet dat ze historische films maken. Sterker nog, ze krijgen koude rillingen van dat genre. Hun kracht ligt juist in het scheppen van een hele nieuwe wereld, voor iedere film weer. Exacte reprodukties interesseren hen niet. "We zetten liever de geschiedenis om naar het verhaal dat we willen vertellen. Bepaalde historische momenten vertegenwoordigen emoties die we in het heden hebben. Dus dan gebruiken we zo’n moment om vervolgens volledig aan de historische waarheid voorbij te gaan. Voor ons geldt slechts de waarheid van de film. We gaan wel vaak uit van verhalen en legendes uit het verleden. We zijn echter zo bezig met de problemen van de tijd waarin we leven, dat we daardoor worden meegesleept. Dankzij zo’n oude legende kunnen we de afstand scheppen om die hedendaagse problemen te verwerken in een film. Zo zijn we veel vrijer. We gebruiken het verleden om over het heden te praten."
In het geval van Fiorile hebben de broers een oude familielegende genomen om de Italiaanse hebzucht van de jaren tachtig aan de kaak te stellen. Geld corrumpeert. Een hele kist vol gouden munten is genoeg om een straatarme Toscaanse boerenfamilie drie eeuwen lang in het verderf te storten. Het geraamte van de film wordt gevormd door een gelukkig Frans/Italiaans gezinnetje, de Benedetti, dat door Toscane rijdt om hun opa op te zoeken. Luigi, de vader, vertelt zijn kinderen de oude familielegende, volgens welke de Benedetti (‘de gezegenden’) maar beter hun naam kunnen veranderen in Maledetti (‘de verdoemden’). Hij wijst zijn zoon en dochter de plekken waar belangrijke delen van de legende zich zouden hebben afgespeeld. Met een hypermoderne auto zoeft de familie door het eeuwenoude, vriendelijke Toscaanse landschap. Eenmaal bij opa aangekomen wordt het laatste deel van het verhaal uit de doeken gedaan. Zowel voor de kinderen als voor opa vervaagt de grens tussen werkelijkheid en legende, een vervaging die door de Taviani’s liefdevol wordt gekoesterd.
"Sinds onze kinderjaren heeft dat verhaal ons altijd enorm geboeid en we hebben er altijd al een film van willen maken. Het was er nooit van gekomen, maar het bleef in ons achterhoofd hangen. Drie jaar geleden begon het bergafwaarts te gaan met Italië. Geld was het doel van iedere menselijke handeling geworden en de enige graadmeter van succes. Het slechte goud begon het leven van alle Italianen te beheersen. Iedereen sprak over de verregaande corruptie. Bijna instinctief hebben we toen die legende tevoorschijn gehaald, en dat was nog voordat al die omkopingsschandalen waren ontdekt! Heel interessant vinden wij het verschijnsel Geschiedenis als legende. De orale traditie verandert natuurlijk het oorspronkelijke verhaal, omdat het altijd in een andere tijd en een andere context wordt verteld. In de geest van diezelfde traditie hebben wij geprobeerd die legende te ontcijferen."
De Taviani’s hebben met Padre padrone en Kaos indrukwekkende documenten over andere Italiaanse streken als Sardinië en Sicilië gemaakt. In Fiorile hebben ze de moedige stap gewaagd om hun eigen geboortestreek te portretteren. Maar zijn ze na jarenlang verblijf in Rome eigenlijk nog Toscaan? En wat is eigenlijk precies een Toscaan? "In Toscane vinden ze ons nu echte Romeinen. Dat vind ik eigenlijk niet zo leuk omdat onze Toscaanse wortels heel belangrijk voor ons zijn. Toch houden we ook veel van Rome. Vanuit de provincie leek het ons als jonge studenten heel moeilijk om deze buitengewone stad te veroveren. We hebben in ons geboortedorp van dichtbij gezien hoe problematisch en groots de nauwe band met de aarde en de natuur kan zijn. Daarom voelen wij ons door en door Toscaans. We zijn net een paar dagen in Toscane geweest en je kan daar op sommige plekken zien dat het de mensen is gelukt om in evenwicht met de natuur te leven, wat niet bepaald makkelijk is. Toscane betekent voor ons ook een bepaalde eenvoud in de kunst, met name Romaanse en Renaissance kunst. Barok vind je er niet omdat de kunstenaars in Toscane hebben geprobeerd om met een minimale bewerking van de werkelijkheid creatief te zijn. Op een bepaalde manier proberen wij dat ook met onze films."
Thessa Mooij