FEMME FATALE
Noodlot en stommiteiten

Brian De Palma
Wie beducht is voor spoilers kan het onderstaande interview met Brian De Palma over zijn nieuwste film Femme fatale beter pas lezen nadat hij de film heeft gezien. Alhoewel, De Palma geeft in de eerste seconden van zijn film zelf de belangrijkste clou al weg door Billy Wilders Double indemnity te citeren. Hij wil de toeschouwer best een tijdje op het verkeerde been zetten, vertelde hij de Filmkrant in Parijs. Maar zijn uiteindelijke doel was om een moderne setting te creëren voor de film noir, met alle voorspelbare genreconventies van dien.
Afgelopen Filmfestival Cannes ging er een film in première die er het jaar daarvoor werd opgenomen: Brian De Palma’s Femme fatale. De openingsscène op de rode lopers en de statige trappen van het Festivalpaleis, de sterren in avondjurken, het verleidingsspel met de (foto)camera, het is één grote knipoog naar een van De Palma’s favoriete thema’s: film als voyeuristische spiegel.
Het van origine Nederlandse ex-model Rebecca Romijn-Stantos speelt Laure, een oplichtster en sjieke dievegge die een gewaagde juwelendiefstal beraamt. Als niet alles volgens plan verloopt, is het in haar belang om tijdens de gebeurtenissen die volgen zoveel mogelijk uit het zicht te blijven. Er mogen geen tastbare bewijzen van haar bestaan zijn. Dat wordt lastig als een gehaaide paparazzo (Antonio Banderas) een foto van haar maakt. Tijd, realiteit en identiteit worden door de bliksemschichtlichtflits van zijn camera gespleten en verzoend.
Femme fatale is, zoals de titel al suggereert, een ode aan het filmgenre dat de fatale vrouw in al haar hoedanigheden perfectioneerde: de film noir. Het is Brian De Palma’s (Obsession, Blow out, The untouchables) eerste Franse productie, nadat hij zich twee jaar geleden na een Europese promotiereis voor Mission to Mars in Parijs vestigde. De thuishaven van de auteurscinema lijkt een veilig toevluchtsoord voor een filmmaker die zowel imiteert als eer bewijst, filmgenres uitpluist, binnenstebuiten keert, exploreert, exploiteert, niet vies is van expliciete seks en geweld, dol is op mentale spelletjes met dubbelgangers, droom- en waakrealiteiten, soms een oplichter lijkt en soms een uitvinder. Het zijn in ieder geval allemaal kwalificaties die hij met Femme fatale weer over zich afroept. De film doet geruststellend ouderwets De Palma-achtig aan. Tegelijkertijd vraag je je af of iemand als David Lynch het script van Femme fatale niet veel spannender had kunnen verfilmen. Of was originaliteit niet De Palma’s uitgangspunt?
Fatalistische droom
Het klassieke vrouwbeeld van de femme fatale is voor Brian De Palma "een spinnenvrouw die je verleidt je ondergang tegemoet te treden, maar dan in haar eigen netten verstrikt raakt." Het was tevens het uitgangspunt voor de film die hij simpelweg naar die dodelijke dame noemde: "Ik wilde een personage creëren dat sexy was en grappig, wreed, egocentrisch, beeldschoon en een geboren manipulatrice. Het prototype van de film noir-heldin dus. In de film noir gaat het vaak over mensen die door een combinatie van noodlottigheid en hun eigen stommiteiten het gevoel hebben dat ze door te liegen en bedriegen aan hun situatie kunnen ontsnappen. Het zijn helden en antihelden die denken dat ze slimmer zijn dan de anderen, leugen op leugen stapelen, maar uiteindelijk leidt dat alleen maar tot teleurstelling."
Een rechttoe rechtaan neo-noir was voor De Palma echter niet genoeg. "Het belangrijkste kenmerk van de film noir is voor mij dat het een soort fatalistische droom is. Het zijn altijd verhalen die in de realiteit niet werken, niet zo zouden kunnen gebeuren. Bovendien is het geen actueel genre meer. Daarom heb ik in Femme fatale het fatalistische universum van de film noir, die zwarte droom, in een andere realiteit geplaatst."
Een beetje filmkenner of liefhebber van zowel het horrorgenre, als films die met droom en werkelijkheid werken, zal De Palma’s hints snel herkennen. Om te beginnen start hij zijn film met een citaat uit Billy Wilders Double indemnity. "Double indemnity is een van mijn favoriete films aller tijden. Barbara Stanwyck representeert daarin voor mij precies het beeld van de fatale spinnenvrouw. Er zitten meer vingerwijzingen in Femme fatale voor het spel met realiteiten: het water in al zijn hoedanigheden, de regen, het aquarium, het bad, de posters met ‘Dèja-vu’ die overal in de stad hangen, de stilstaande klokken die de suggestie wekken van een droomwerkelijkheid of een toekomstvisioen. Dat mag bij de doorsnee filmkijker bekend worden verondersteld. De meeste toeschouwers houden er niet van om op die manier door een film ‘gewekt’ te worden. Het blijft ze te dicht bij de wetten van de genrefilm. Maar ik denk dat ze het pikken door de manier waarop ik met die beelden speel.
"Beelden bewegen mij sowieso altijd meer dan plot of tekst. Met behulp van beelden probeer ik een laag aan te spreken die direct onder het bewuste ligt. Een droomrealiteit. Dromen zijn erg belangrijk voor mij. Ik probeer zelfs in mijn dromen problemen op te lossen, of ze nu van filmische of persoonlijke aard zijn. Femme fatale heeft de vorm van een film noir die door de heldin gedroomd wordt op het moment dat ze op het punt staat te verdrinken."
Overexposure
Een van de intrigerendste beelden van Femme fatale is een extreem point of view-shot vanuit de hoofdpersoon, op het moment dat ze, voor iemand anders aangezien in een vreemd bed ontwaakt en op het punt staat in dat andere leven binnen te dringen. Het gekozen perspectief houdt het midden tussen een koortsdroom en een grijnzende lachspiegel. De Palma: "Soms moet je je hoofdpersoon een tijdje van het scherm halen. In veel muziekvideo’s van hedendaagse popsterren valt het me op dat je alleen maar close-ups en medium shots van de zanger te zien krijgt. Alsof de toeschouwer ieder moment dreigt te vergeten hoe hij of zij eruit ziet. Het is voor de opbouw van de spanning erg belangrijk om ervoor te zorgen dat er geen overexposure van je hoofdpersoon plaatsvindt. Als je iemand te veel te zien krijgt, kun je je ook moeilijker met hem of haar identificeren, want dan is er geen ruimte voor eigen gevoelens en gedachten. In dit specifieke geval wilde ik Rebecca’s gezicht van het scherm houden totdat zij haar vermeende dubbelgangster had gezien. De schok en de verwarring moesten voor de toeschouwer even groot zijn als voor haarzelf."
Dana Linssen