ENSEMBLE, C’EST TOUT
Een kok, een aristocraat, een Française & de liefde

Claude Berri liet voor ensemble, c’est tout publiekslievelingen Tautou en Canet eens flink van elkaar houden. Op de achtergrond klinkt Berri’s aanklacht tegen de zelfzuchtigheid.
Als het armzaligste criterium voor een plot zou zijn ‘er gebeurt iets’, dan voldoet Prousts oeuvre zelfs daar niet aan, schreef iemand niet eens zo lang geleden. Sommige mensen zullen dat gevoel ook hebben bij Claude Berri’s liefdesgeschiedenis ensemble, c’est tout. Onterecht.
De hoofdrollen zijn voor Audrey Tautou (the da vinci code, le fabuleux destin d’amélie poulain) en Guillaume Canet (l’enfer, joyeux noël) en dan kan er met de bezoekcijfers al niet veel meer mis gaan, zoals in Frankrijk al bleek met anderhalf miljoen bezoekers in drie weken.
ensemble, c’est tout is opnieuw een romanadaptatie van regisseur Berri die eerder jean de florette en manon des sources baseerde op een roman van Marcel Pagnol. Deze keer verfilmde hij het gelijknamige boek van Anna Gavalda. De film werd voor de Europese markt — maar niet voor de Nederlandse omdat wij ongetwijfeld net zo amoureus zijn als de Fransen — een beetje over-the-top vertaald als hunting and gathering.
Camille (Tautou) is schoonmaakster en woont in een armzalig kamertje op de bovenste verdieping ergens in het centrum van Parijs. In de hal van haar flat ontmoet ze de kwetsbare aristocraat Philibert (Laurent Stocker), een wandelend anachronisme, die met zijn huisgenoot Franck (Canet) de riante benedenverdieping van het huis bewoont zo lang de erfenis van Philiberts overleden grootmoeder niet is geregeld. Als Camille griep krijgt, vraagt Philibert haar beneden te komen om beter te worden. Eerst moet Franck niets van haar hebben maar dan gebeurt het onvermijdelijke. En dan gaat iedereen voor iedereen zorgen.
Corny
ensemble, c’est tout is feelgood én Frans en dat betekent: een oud appartement, een kok, een aristocraat, een Française & de liefde. Het Frankrijk van de ansichtkaart. Maar zo gemakkelijk liet Berri ons tot voor kort niet wegkomen. Niet dat het verhaal dat een regisseur vertelt altijd hetzelfde moet blijven — asjeblieft niet zeg — maar de gedachte achter deze film is precies tegenovergesteld aan die van jean de florette: daar analyseerde Berri genadeloos de egoïstische menselijke natuur, hier blijkt iedereen uiteindelijk een grote blije familie.
Of misschien is er meer aan de hand. Misschien spiegelde Berri bewust zijn oude en nieuwe thema. Misschien is Frankrijk het oude appartement dat verkocht moet worden aan de moderniteit, net als de aristocraat die nota bene toneel wil spelen om rond te komen. Nobiliteit als vermaak — nobiliteit in gedrag dan, niet als titel, het verleden dat onvermijdelijk wordt overgenomen door het heden. De moderne samenleving wordt voortgedreven door een economische motor die egoïsme beloont, zie Francks geworstel met vrij krijgen om zijn zieke grootmoeder nog te kunnen bezoeken. Door dit egoïsme van de moderniteit dreigen we saamhorigheid te verliezen. Terwijl de kunst juist is om die te behouden. Beetje corny allemaal, maar misschien is dat wat Berri wil zeggen. De titel zegt het ook al.
Ronald Rovers