Elmer Gantry

Ode aan het falen

Met een falende colporteur die predikant wordt, magistraal vertolkt door Burt Lancaster, schetst Richard Brooks in Elmer Gantry (1960) een ontluisterend beeld van Amerika’s obsessie met succesverhalen.

De carrière van Richard Brooks (1912-1992) vertoont gelijkenissen met die van generatiegenoot Samuel Fuller. Beide begonnen als journalist, waren marinier tijdens de Tweede Wereldoorlog en werden later schrijver, scenarist en regisseur. Er zijn meer overeenkomsten: het streven waarheid bloot te leggen via confrontatie, de cruciale rol die dramatiek en emoties spelen in de filmverhalen, de fascinatie voor geweld. Voor beiden leidde een jeugd tijdens de Amerikaanse Grote Depressie tot filmthema’s als armoede, corruptie, racisme, religie en gerechtigheid. Opgroeien in zo’n periode van beproeving vertaalde zich in een strijdvaardige geest, in een benadering van het leven als een gevecht en de drang morele verhalen te vertellen.

Cinema lag voor Brooks in het verlengde van journalistiek. Filmen was een manier om fragmenten uit de realiteit te tonen om uiteindelijk een totaalbeeld van de Amerikaanse maatschappij te schetsen. Voor humanist Brooks staat de mens centraal en zijn corruptie, demagogie en commercie de grote gevaren. In zijn verfilming van Sinclair Lewis’ roman Elmer Gantry uit 1960 wordt de door Burt Lancaster vertolkte archetypische handelsreiziger een bedrieglijke predikant die zijn volgelingen misleidt en uiteindelijk zichzelf en zijn geliefden (een prostituee en een evangeliste) ten val brengt.

Broeder Gantry gebruikt zijn talent als confidence man om het geloof als een product aan de man te brengen, hij bindt de mensen aan zijn kerk door hen de hemel te verkopen. Tot de perceptie omslaat en massahysterie leidt tot een vuurzee. Resultaat is een Shakespeariaanse tragedie die menselijkheid vindt in larger than life figuren. Brooks neemt geen slechteriken op de korrel maar systemen, een tijdsgeest en cultuur. Daarbij komen de impact van zowel religie als het streven naar succes en de verstrengeling van business en spektakel in beeld.

Dat zijn geen evidente thema’s in 1960. En hoewel Elmer Gantry drie Oscars mee naar huis nam, won Brooks niet alle veldslagen met de studio. ‘In de versie van de regisseur neemt Gantry aan het slot afscheid met “See you in hell, brother”,’ schrijft Philippe Garnier in zijn essay bij de dvd-uitgave. ‘Daardoor is Gantry geen boven de gelovigen verheven personage maar iemand die zich verdoemd voelt.’ Zes jaar later laat Brooks Lancaster in The Professionals op “Go to hell!” reageren met “I’m on my way”. Een knipoog maar ook een keuze voor drama in plaats van melodrama. “Ik hou van drama”, vertelde Brooks me ooit in Deauville, “van helden die zèlf kiezen ongeacht de gevolgen, die niet vechten voor een planeet maar voor een gevoel of een idee.” Die zoals Gantry kunnen en durven falen. On-Amerikaans, maar typisch Brooks.