Duster

Ronkende bolides en woeste woestijnwegen

Duster

Acteur Josh Holloway en scenarist J.J. Abrams slaan na Lost ein-de-lijk weer de handen ineen voor deze spannende achtdelige actiethriller gesitueerd in het stoffige Phoenix, Arizona van 1971.

Terugkerend beeld in Duster: een close-up van twee leren laarzen, waarvan er één het gaspedaal van een felrode Plymouth Duster op meedogenloze wijze intrapt.

Het zijn de voeten van Jim (Josh Holloway), een vaardig chauffeur in het stoffige Phoenix, Arizona van 1971. Hij werkt voor Ezra Saxton (Keith David), de leider van een lokale bende. De FBI doet al jaren vergeefse pogingen om Saxton, die zich onder meer bezighoudt met illegale wapenhandel, voor het gerecht te krijgen. Nu wordt de kersverse FBI-agent Nina (Rachel Hilson) op de zaak gezet. En Jim wordt haar informant.

Die samenwerking heeft behoorlijk wat voeten in de aarde. Nina komt als eerste zwarte vrouw op het FBI-kantoor van Phoenix terecht in een wespennest. Showrunners J.J. Abrams en LaToya Morgan (The Walking Dead) insinueren dat sommige van Nina’s collega’s – vrijwel uitsluitend witte mannen – misschien aangesloten zijn bij de Ku Klux Klan. Gelukkig vindt Nina een medestander in Navajo Awan (Asivak Koostachin). De twee stuiten al snel op compromitterende informatie – iets met een clandestiene harttransplantatie – die ze kunnen gebruiken om Jim in te lijven. Bovendien ontdekt Nina dat Jims broer waarschijnlijk door Saxton is vermoord.

Vooral om die laatste reden besluit Jim informant te worden. Hoewel hij sceptisch is: “Jij bent hier om de rednecks uit het zuidwesten om je vinger te winden”, merkt hij tegen Nina op. Maar de FBI-agent constateerde eerder al dat “onwetendheid de vijand is van vooruitgang” en laat zich niet uit het veld slaan door de boomlange beroepscrimineel. Ook als acteurs zijn Hilson en Holloway aan elkaar gewaagd. Hilson maakt Nina naarmate haar zelfverzekerdheid toeneemt steeds cooler; Holloway, bekend als de cynische Sawyer uit Lost (2004-2010), etaleert zich als een noeste cowboy met een hart.

Esthetisch doet de serie denken aan rauwe seventies-cinema, met blaxploitation voorop. De soundtrack, met veel funk uit die periode, draagt daar onmiskenbaar aan bij. Slim is daarnaast dat Abrams en Morgan complexe verhaalstructuren mijden: Duster is rechtdoorzee en overzichtelijk. De premisse, met twee (relatieve) good guys die het opnemen tegen een onvervalste bad guy, had niet misstaan in een actiereeks uit de jaren zeventig. Met tot de tand bewapende snode types die in ronkende bolides woest over woestijnwegen scheuren. En uiteindelijk dient zich ook een complot aan dat reikt tot entrepreneur Howard Hughes en president Richard Nixon – voer voor een tweede seizoen, zoveel is duidelijk.

De enige achilleshiel van Duster is zijn onberispelijkheid. De voorstelling die wordt gegeven van de jaren zeventig voelt wat ongeloofwaardig: alle auto’s ogen fonkelnieuw; interieurs zien er niet uit alsof erin is geleefd; er wordt opzichtig de nadruk gelegd op nieuwe technische snufjes zoals cassetterecorders en cb-radio’s. Het voelt al met al vooral als een simulacrum. Tegelijkertijd realiseerden de regisseurs van dienst, Steph Green en Derren Grant, zich misschien dat het ondoenlijk is om de jaren zeventig zonder die clichés tot leven te brengen.

Buiten kijf staat dat Duster ondanks deze oneffenheden bijzonder onderhoudend is. In acht escapistische en tamelijk ongecompliceerde afleveringen kan de kijker lekker wegdromen in de woestenij van Arizona.


Duster is vanaf 16 mei 2025 te zien op HBO Max (VoD).