DOWN WITH LOVE
Sex à la carte voor het huwelijk
Moderne musicalsterren Ewan McGregor en Renée Zellweger spelen Rock Hudson en Doris Day in Down with love, een liefdevol vormgegeven imitatie van de dubbelzinnige maar seksloze sekskomedies uit begin jaren zestig. Of is het een satire?
Op het keerpunt van de onderdrukking van de jaren vijftig en de emancipatie van de jaren zestig maakten Rock Hudson en Doris Day samen drie ‘seksuele komedies’. Films over kibbelende New Yorkers en de strijd der sexen, vol seksuele suggestie maar zonder één seksuele handeling. Vreemde films, zowel belegen als sophisticated, zowel onschuldig als subversief. Down with love is ondubbelzinnig op die ‘pillow talk comedies’ gebaseerd en barst van de letterlijke verwijzingen. Net als in Lover come back (1961, Delbert Mann) is de setting de haaibaaiwereld van de New-Yorkse media, waarin playboy-journalist Catcher Block (Ewan McGregor) de strijd aangaat met Barbara Novak (Renée Zellweger), auteur van de feministische bestseller Down with love waarin ze pleit voor het vrouwelijk recht op ‘sex à la carte’. En net als Rock Hudson in Pillow talk (1959, Michael Gordon) maskeert Block zich met een Texaans accent om Novak in de val te lokken en te ontmaskeren als een normale, ouderwetse vrouw, één dus die alleen maar wil trouwen.
Vanaf de opening met zwierig geanimeerde credits is Down with love een constante en liefdevolle imitatie van het jaar 1962, inclusief artificiële studio-skyline en op de achterruiten van auto’s geprojecteerde straten. Vooral de oogverblindende Technicolor-fotografie van wonderkind Jeff Cronenweth (Fight club, One hour photo), de kleurrijke sets en zuurstokkleurige pakjes van Zellweger, die zich vaker verkleedt dan Madonna, zijn een lust voor het oog.
Eerbetoon of pastiche
Maar Down with love is geen letterlijke remake: de film kijkt met hedendaagse ogen naar het jaar 1962, een periode die zich in de herinnering bevindt tussen de jaren vijftig repressie en de seksuele revolutie van de jaren zestig. Ergens tussen Far from heaven en Austin Powers dus. Het verschil met zijn voorgangers zit hem natuurlijk in het feministische motto van Barbara Novak: om gelijkwaardig te zijn aan de man moet de vrouw zich niet langer laten afleiden door de liefde, met als bijkomend voordeel dat ze seks kan hebben zonder verplichtingen, het traditionele speelterrein van de man.
In die moderne blik schuilt nu juist het probleem van de film. Down with love weigert te kiezen tussen eerbetoon en pastiche. En de twist, de (post)moderne ironie, overtuigt veel minder dan de prachtig geïmiteerde vormgeving. Zeker, de seksuele toespelingen zijn vetter (een melige sequentie waarin via splitscreen een stevig potje wordt drooggeneukt) en de verwijzingen naar homoseksualiteit zijn explicieter (kastzittende homo Rock Hudson refereerde eraan door te spreken over "mannen die van recepten en moeders houden"). Maar vooral de seksuele moraal is stuitend ouderwets. Barbara blijft wachten tot Catcher haar hand vraagt, net als Doris Day. Haar ‘weg met de liefde’-dogma blijkt van een zelfde nepfeministisch gehalte als dat van de modieuze tv-single, de zelfbewuste vrouw die van seks en de stad houdt maar uiteindelijk toch alleen gelukkig is in de armen van Mr. Right.
Rik Herder