DON’S PLUM
Puberale dronkemanspraat van DiCaprio en Maguire
De geslaagde coming of age-analyse Don’s plum veroorzaakte vooral opschudding omdat hoofdrolspelers Leonardo DiCaprio en Tobey Maguire een Amerikaans vertoningsverbod afdwongen. De vraag is echter waar beide heren zich eigenlijk druk over maakten.
Maar liefst tien miljoen dollar eisten acteurs Leonardo DiCaprio en Tobey Maguire in april 2000 van de producenten van de film Don’s plum nadat deze in het Amerikaanse vakblad Daily Variety een advertentie hadden geplaatst om de heren te ‘bedanken’ voor hun medewerking aan de film: "Thanks for their amicable spirits, gentlemanly behavior and wisdom beyond their years", kopte de advertentie wrang. Hoewel de producenten de afspraak ontkenden, waren de acteurs er vast van overtuigd dat hen al in 1998 was toegezegd dat de film niet uitgebracht zou worden omdat zij daarvoor nooit officieel toestemming hadden gegeven.
Het laatste woord was aan het Amerikaanse gerecht, dat Don’s plum in februari 2001 een Amerikaans vertoningsverbod oplegde — een status die de film in één klap wereldfaam en een levendige festivalroulatie (Berlijn, Rotterdam, Karlovy-Vary) bezorgde. Een bizarre climax voor een uit de hand gelopen vriendenproject dat al in 1995, lang voordat beide acteurs zelf wereldberoemd werden, voor een appel en een ei werd geschoten.
Na het zien van de film rijst ook oprecht de vraag waar de mannen zich eigenlijk druk over maken. De ster uit Titanic maakt weliswaar zijn opwachting als een aan zijn zak krabbende, boerende, vrouwen aanrandende hork, maar zelfs áls zijn personage een licht ironische weergave van de werkelijkheid zou zijn (zoals veel analisten vermoedden), is die zeker niet veel erger dan de verwaande acteur die DiCaprio bijvoorbeeld speelde in Woody Allens venijnige Celebrity.
Kameraden
Feit blijft dat de scheidslijn tussen feit en fictie in Don’s plum moeilijk te trekken is. Regisseur RD Robb stelde halverwege de jaren negentig aan zijn (toen nog) goede vrienden DiCaprio en Maguire voor een — deels geïmproviseerd — filmpje te maken over de olijke zaterdagavonden die hij regelmatig met zijn kameraden in de lokale ‘diner’ beleefde. De (toen nog) onbekende acteurs stemden hier gretig mee in en voor nog geen honderdduizend dollar werd in zwart-wit het amusante Don’s plum geschoten: een John Hughes-achtige film over een groepje jongeren dat tijdens een avondje stappen alles ter tafel brengt dat God ooit verboden heeft en na allerlei zelfreflecterende ontwikkelingen weer een stukje volwassener het ochtendgloren begroet.
De vakkundig geconstrueerde film herinnert iedereen die ooit jong is geweest aan de puberale dronkemanspraat en het intrigerende geneuzel waarmee de meeste adolescenten nachtenlang kunnen vullen. Zo leert het diverse vriendengezelschap ons dat het meenemen van een lifter statistisch gevaarlijker is dan liften zelf, dat alle vrouwen masturberen, dat je met behulp van groenten fantastisch klaar kan komen en dat de masculiene g-plek zich in de anus bevindt.
Wellicht dat dit soort openhartige gesprekken in Amerika als schokkend wordt ervaren, maar in Nederland kan je volgens mij niets anders doen dan er, onder het motto ‘lachen is herkennen’, hard om grinniken. Het feit dat deze heerlijk onzinnige dialogen — geheel onbevangen — worden uitgesproken door twee van de grootste Amerikaanse filmsterren van dit moment, verhoogt het vrolijke gevoel alleen maar.
Robbert Blokland