Diego Maradona

Volksjongen versus voetbalgod

Na bekroonde documentaires over coureur Ayrton Senna en zangeres Amy Winehouse stort Asif Kapadia zich op voetballegende Diego Maradona. Na een flitsende eerste helft lopen de filmmakers zich klem in een al te schematisch narratief.

“Hij was een voetballer zonder fysiek voordeel”, vertelt een oud-collega, terwijl we naar archiefbeelden van de in 1960 in Argentinië geboren Diego Maradona kijken. En inderdaad: hij is klein, gedrongen en zelfs bij zijn debuut in Napels al een beetje pafferig. Zeker geen lenige strateeg als Cruyff en al helemaal niet de katachtige atleet die Pelé was.

Maar ook zonder fysiek voordeel had Maradona de gave om – schijnbaar vanuit het niets – een volstrekt briljante actie te maken. Zoals zijn legendarische goal op het WK van 1986 na een dribbel die de Engelse spelers in volstrekte verbijstering achterliet. Eerder in diezelfde wedstrijd maakte hij zijn beruchte handsgoal – naar eigen zeggen gescoord met de Hand van God. Dat die god niemand anders was dan Maradona zelf maakt documentairemaker Asif Kapadia overtuigend duidelijk.

Zijn bovenmenselijke status bereikte de voetballer bij AS Napoli. Met een combinatie van talent, onverzettelijkheid en charisma stuwde hij de kwakkelende provincieclub in enkele jaren op naar de hoogste regionen van de Italiaanse Serie A. Hij gaf de Napolitanen hun eigenwaarde terug, nadat zij decennialang door de dominante Noord-Italianen waren gestigmatiseerd als vies en lui. Een soortgelijke dienst bewees El Pibe de Oro (‘de Gouden Jongen’) zijn vaderland door in bovengenoemde wedstrijd wraak te nemen op de Engelsen voor de vernederende Falk­landoorlog. Oh ja, en daarna maakte hij Argentinië ook nog wereldkampioen.

Naast de vlot opgediende hoogtepunten staat Kapadia ook stil bij de bekende dieptepunten: zijn buitenechtelijk verwekte zoon, zijn banden met de Camorra en het cocaïnegebruik dat uiteindelijk zijn loopbaan zou ontwrichten. Kapadia probeert het fenomeen Maradona te duiden als een gespleten persoonlijkheid. Aan de ene kant is er Diego, een bescheiden moederskindje uit de sloppenwijk die als vijftienjarig profvoetballertje ineens zijn hele familie moest ondersteunen. Daar tegenover staat feestbeest Maradona, de in zijn eigen mythe zwelgende vedette. Die schematische tegenstelling stuwt het narratief aanvankelijk net zo stevig vooruit als de stampende Eurodisco en de knallend opgepepte voetbalgeluiden op de soundtrack. Maar die tegenstelling pleit Maradona ook wat al te gemakkelijk vrij van zijn wangedrag naast én op het veld.

Anders dan Kapadia’s eerdere geportretteerden, autocoureur Ayrton Senna en soulzangeres Amy Winehouse, is Maradona – ondanks hartaanvallen en overdoses – nog in leven. De gelauwerde Britse documentarist was voor interviews en honderden uren archiefmateriaal afhankelijk van de medewerking van El Pibe. Het verklaart misschien waarom de documentaire in de tweede helft iedere objectiviteit lijkt te verliezen, om te verzanden in een apologie van de Gevallen Maradona.